Onderwijs in relatie tot P2P/Sociale strijd
Sociale strijd is het conflict dat ontstaat in situaties van crisis waarin de minderbedeelde sociale klassen streven naar gelijke behandeling, rechtvaardigheid en een aandeel in de welvaart dat in verhouding is met het aandeel van de klassen die beter bedeeld zijn. De minderbedeelde sociale klassen proberen in deze strijd hun rechten af te dwingen door acties te houden zoals stakingen of betogingen. Hierbij is sprake van grote ongelijkheid tussen de klassen over de vraag hoe de samenleving ingericht moet worden. Zij komen hierdoor recht tegenover elkaar te staan. De minderbedeelde klassen nemen het initiatief tot een sociale strijd, maar de dominerende klassen zorgen vaak dat deze klassen in een minderwaardige positie blijven. De strijd en drang naar wat in de ogen van de verschillende klassen sociaal rechtvaardig is, wordt groter en zwaar beladen door de ongelijkheid.
De sociale strijd speelt zich af binnen groepen op macroniveau, zoals bevolkingsgroepen, die strijden voor hun burgerrechten. Daarbij kan gedacht worden aan de stakingen die de Belgische vakbonden houden tegen besparingen in het regeerakkoord (ANP, 2014). Binnen de politiek wordt sociale strijd ook wel gezien als doelstelling van bepaalde partijen, zoals socialisten, omdat zij sociale strijd gebruiken als drukkingsmiddel om hun standpunt te laten horen. Dit is dus een manier waarop sociale strijd zich in de politiek kan manifesteren. De sociale strijd kan ook op microniveau voorkomen, waarbij het gaat om het inrichten van een entiteit op kleinere schaal. Hierbij kan gedacht worden aan werknemers van een fabriek die sociale strijd gebruiken om hun standpunt aan werkgevers te laten horen. Dat kan bijvoorbeeld gaan over te lange werktijden of te lage lonen.
Sociale strijd en P2P
[bewerken]Zoals Bauwens in zijn boek beschrijft, zal er telkens bij een faseovergang van de samenleving sprake zijn van sociale strijd. Nu Europa duidelijk een kapitalistische samenleving geworden is waarin men meer en meer de nadelen van dit kapitalisme ondervindt, zijn er steeds meer tekenen te zien die wijzen op de ontwikkeling in de richting van een alternatief samenlevingsmodel. Wat voor soort maatschappij dit ook zal zijn, de geschiedenis leert dat er sprake zal zijn van sociale strijd om tot dit nieuwe samenlevingsmodel te komen. Zo zal de groep mensen die financieel gezien in het nadeel is bij een kapitalistische samenleving, zeker de kansen benutten om te pleiten voor een nieuwe, gelijke samenleving, waarin zij zelf niet meer in het nadeel zullen zijn. De kapitalisten zullen echter niet het initiatief nemen in de strijd voor een nieuwe samenleving. Zij blijven het liefst bij de huidige kapitalistische samenleving of een vorm daarvan, aangezien zij daarbij zeker op financieel gebied in het voordeel zijn. Zij hebben een grote machtspositie, omdat zij nu aan de top van de samenleving staan. Hierdoor kan er veel invloed uitgeoefend worden op wat er in de samenleving gebeurt en hoe die zich ontwikkelt. De (op financieel gebied) benadeelde klasse zal voorlopig dus ook minder invloed op de ontwikkeling van de samenleving kunnen uitoefenen. Echter, door telkens een kleine stap te maken die door sociale strijd tot stand komt, kunnen ze uiteindelijk wel degelijk voor grote veranderingen zorgen. Hierbij kan gedacht worden aan het algemeen kiesrecht dat tegenwoordig voor iedereen vanaf 18 jaar beschikbaar is, terwijl er voor het jaar 1919 enkel een kiesrecht bestond voor mannen die veel belasting betaalden ("Kiesrecht", z. d.).
Als we ervan uitgaan dat we ons in de richting van een P2P-maatschappij bewegen, zoals Bauwens beweert, is er sociale strijd nodig om uiteindelijk tot P2P te komen. Deze strijd is in de huidige samenleving ook al op verschillende plaatsen te zien. Een voorbeeld hiervan wordt uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Voorbeeld’. Het oude, kapitalistische systeem zal langzamerhand vervagen en vervangen worden door aspecten van het P2P systeem, tot het nieuwe samenlevingsmodel op zichzelf staat en geen steun meer nodig heeft van het oude. Hoe deze transitie zich exact zal ontwikkelen en welk tijdsbestek het in beslag zal nemen, kan niet voorspeld worden (Bauwens, 2013, p. 56). De instabiliteit en onzekerheid die hiermee gepaard gaan, zijn een voedingsbodem voor sociale conflicten. Het kapitalistisch systeem zal van de ene crisis in de volgende geraken en niet kunnen standhouden als allesomvattend systeem. Dan zijn er bevolkingsgroepen die vanuit deze crisis een plaats vinden in een nieuw systeem, zoals P2P, omdat dat voor hen voordeliger is dan het oude systeem. Daarnaast zijn er groepen mensen die vasthouden aan het oude systeem, zoals kapitalisten, omdat daar voor hen meer voordelen aan verbonden zijn. Tegelijkertijd zijn er ook mensen die niet weten wat ze met de situatie aan moeten, en die vervolgens één van de anderen volgen. Zo ontstaat er door het nastreven van deze verschillende doelstellingen een basisopzet van het nieuwe systeem, wat vooral functioneert binnen het oude systeem en nog niet zelfstandig kan functioneren (Bauwens, 2013, p. 46-47).
Daarnaast kan er in een periode waarin de P2P maatschappij al centraal staat, dus waar geen kapitalisme of ander systeem meer centraal staat, nog altijd sprake zijn van sociale strijd. Er wordt binnen P2P namelijk constant gewerkt aan gemeenschappelijke doelen, commons genaamd. Deze commons komen tot stand door individuele bijdragen en overleg tussen de deelnemers. Als een deelnemer een aspect heeft toegevoegd aan een common, en een andere deelnemer is daar niet tevreden mee, kan die deelnemer dit aspect wijzigen in een vanuit zijn standpunt gezien betere versie van het aspect. Dit proces kan zich herhalen en zorgt ervoor dat er een common ontstaat die het algemeen belang dient. Dit is dus een vorm van sociale strijd op microniveau, waar het bij de vorming van een nieuwe samenlevingsvorm ging om sociale strijd op macroniveau. Daarnaast is er ook de mogelijkheid dat de sociale strijd plaatsvindt tussen de groepen die deelnemen aan het creëren van commons en de buitenstaanders ervan. Ook dit kan gezien worden als een vorm van sociale strijd op microniveau. Dit kan bijvoorbeeld gaan over het feit dat buitenstaanders niet mee kunnen werken aan het creëren van een common doordat ze de middelen niet hebben. De sociale strijd kan dan bijdragen tot een meer evenredige common met ook gebruiksrechten voor hen die niet tot de ontwikkeling ervan hebben bijgedragen. Het ontstaan van sociale strijd is hier echter niet de enige mogelijkheid. Er kunnen ook enkel politieke beslissingen volgen, aangezien het volgens Bauwens de taak van de staat is om te waken over toegang tot gemeenschappelijke goederen en diensten voor elkaar (Bauwens, 2013).
Overigens ziet Bauwens (2013) de sociale strijd vooral als een manifestatie van concurrentie tussen de twee partijen die samen tot P2P en de commons komen. Dit zijn aan de ene kant de netarchische kapitalisten, die de socialisatie via P2P onder hun controle vergroten (Bauwens, 2013, p. 57, 88). Zij willen wel gezamenlijk commons produceren, maar enkel indien anderen de waarde creëren en zij zelf voordeel krijgen uit deze samenwerking. Zij hebben de macht over de vormgeving van de eindresultaten en het kapitaal, dus zullen zij ook daadwerkelijk als enige voordeel halen uit dit systeem. Dit is uiteraard niet het idee van commons, aangezien die door gelijken worden opgebouwd. De tweede partij, die het doel 'gelijkheid' wel voor ogen heeft, is de groep peer-producenten die deelnemen om de uiteindelijke common waarde te geven (P2P Foundation, 2014).
Voorbeeld
[bewerken]Een voorbeeld van sociale strijd binnen de huidige samenleving kan gezien worden in het recent opgestarte Belgische initiatief ‘Middenveld in beweging’. Door dit initiatief wordt geprobeerd de invloed die het middenveld op de politieke instituties heeft, te vergroten. Door de wetten en aanpassingen van het beleid is deze invloed beperkt geworden. Het middenveld bestaat uit organisaties die een brug vormen tussen individuele burgers en de overheid. Nu wordt getracht de emancipatorische en politiserende kracht van dit middenveld beter te kunnen laten zien, en de rol van de marktlogica te verkleinen. De marktlogica heeft namelijk een negatieve invloed op de relatie tussen overheid en middenveldorganisaties, de relatie tussen burgers en middenveldorganisaties en op de interne werking van middenveldorganisaties (Middenveld in beweging, 2014). De marktlogica gaat op dit moment steeds meer uit van de grootste groep. Er gaan bijvoorbeeld steeds minder culturele subsidies naar innovatie, omdat dit een te klein publiek bereikt. Uiteindelijk wordt er gestreefd naar een vlucht uit de, mede door het subsidiebeleid veroorzaakte, greep waarin de overheid het middenveld houdt. Zo wordt er gewerkt aan een herpolitisering van het middenveld, om de kracht hiervan te vergroten (Hertogen, 2014).
In deze situatie is duidelijk te zien dat er sprake is van een nieuwe vorm van sociale strijd. Er is een crisis gaande, waar de benadeelde partijen zeker van bewust zijn en waar ze iets aan willen veranderen. Zij stellen een alternatief standpunt op en voeren actie tegen het huidige systeem waarin de crisis voorkomt. Hierin heeft de overheid dus een machtspositie. Het middenveld hoopt op genoeg steun om hun nieuwe standpunt te kunnen navolgen. Uiteindelijk moet de invloed van het middenveld zo groot worden, dat de basisrechten van de burgers weer verdedigd kunnen worden. De overheid zou zelf niet aan deze vernieuwing begonnen zijn, omdat zij in haar positie niet in een crisis verkeert. In het huidige systeem hebben zij juist veel macht. Het middenveld streeft naar een meer gelijkwaardige invloed ten opzichte van de politieke instituties, waarvoor mogelijk een nieuw conflict ofwel sociale strijd tussen de beide partijen nodig is.
Sociale strijd blijft dus bestaan, maar is verschoven van emanciperende basisrechten zoals het algemeen stemrecht naar principiële emancipatie, waar het besproken voorbeeld 'Middenveld in beweging' in past. Hierbij kan ook gedacht worden aan het recht op privacy, wat steeds meer onder druk komt te staan en kan zorgen voor sociale strijd.
Theoretische duiding
[bewerken]Sociale strijd is niet alleen een theoretisch concept. Het heeft ook een empirische en historische betekenis. Veel mensenrechten van tegenwoordig zijn namelijk verworven door middel van sociale strijd. Bepaalde tijdperken, zoals het industriële tijdperk, werden in verschillende landen gedomineerd door heftige sociale strijd van arbeiders die de rest van de samenleving met de ongelijkheid en uitbuiting confronteerde (Wieviorka, 2013). Er wordt in de literatuur zeer verschillend gekeken naar het wel of niet blijven bestaan van sociale strijd. Zo zegt Marx bijvoorbeeld dat er een mogelijkheid is dat sociale strijd na verloop van tijd niet meer voorkomt, als de arbeidersklasse maar genoeg geëmancipeerd is. Weber gelooft daarentegen niet dat sociale strijd zal ophouden te bestaan (Wieviorka, 2013). Martin (2001) ziet de rol van sociale strijd in de afgelopen eeuw juist vergroten. Hij verwacht dat de impact van sociale strijd zich zal uitbreiden en dat sociale strijd bij steeds meer maatschappelijke problemen ingezet zal worden om tot een oplossing te komen. Hieruit blijkt dat er geen eenduidig beeld bestaat over de rol van sociale strijd bij het vormen van de toekomstige samenlevingsvorm.
Een discussie over een verschil in mening of opvatting tussen afzonderlijke partijen is niet hetzelfde als sociale strijd. Bij sociale strijd gebeurt er meer dan enkel het overwegen van elkaars standpunten en uiteindelijk een (combinatie van verschillende standpunten als) definitief standpunt kiezen. Er wordt namelijk gestreden voor rechten en gelijkheid van burgers. Bij sociale strijd is er daardoor sprake van een grote beladenheid van de standpunten, waardoor het jaren voort kan duren. Op deze manier zijn onder andere de mensenrechten van vandaag de dag bereikt. Er kan in beide situaties wel sprake zijn van een machtspositie van een van de partijen, maar bij een discussie is er vrijwel altijd structuur aangebracht en is er een discussieleider, om te voorkomen dat de discussie uit de hand loopt. Bij sociale strijd is er echter geen discussieleider, wat een belangrijk verschil is tussen de twee fenomenen ("Discussie", 2014). In een situatie van sociale strijd gaat de ontwikkeling van de samenleving met de tijdelijke nieuwe elementen, die dankzij de strijd zijn ontstaan, dan ook gewoon verder, terwijl de sociale strijd zich voortzet. Sociale strijd is dus een veel complexer en tegelijkertijd uitgebreider fenomeen dan een discussie over een verschil in mening of opvatting.
Een verklaring voor de ongelijkheid waardoor sociale strijd ontstaat, kan gevonden worden binnen het Darwinistische concept het 'recht van de sterkste'. Het 'recht van de sterkste’ wordt door mensen beleefd en gebeurt bewust of onbewust. De gevolgen van dit recht, namelijk de sociale en economische ongelijkheid, zijn de aanleiding voor de sociale strijd die bij een crisis gekoppeld aan een faseovergang plaatsvindt. Er is dus een nauw verband tussen het recht van de sterkste, dat sociale en economische ongelijkheid veroorzaakt en waardoor uiteindelijk sociale strijd ontstaat. Bauwens (2013) maakt in zijn theorie over de toekomstige P2P-samenleving duidelijk dat er geleidelijk een einde aan dit ‘recht van de sterkste’ in groepsverband komt. Dit zal volgens hem gebeuren door een zich ontwikkelend netwerk van commons. Aangezien deze commons zijn gemaakt door gelijkwaardige partijen, is er geen sprake meer van een ‘sterkste’ partij. Het ‘recht van de sterkste’ zal niet op individueel niveau afnemen, omdat dit een fundamenteel biologisch gegeven is. Dat zal niet verdwijnen door een maatschappelijke faseovergang. Het kan zelfs een aansporing zijn voor de zwakken om in actie te komen (en dus de kans op sociale strijd te bevorderen) tegen de 'sterksten', zodat ze wellicht zelf sterker worden. De afname van het 'recht van de sterkste' zal zich dus enkel manifesteren binnen groepsverband. Als de oorzaak van sociale strijd, de sociale en economische ongelijkheid van sterke en zwakke partijen, niet langer bestaat, zal er als gevolg ook geen sociale strijd meer hoeven bestaan, wat aansluit bij Marx. Het ontstaan van een P2P-samenleving zou volgens hem dus het einde van sociale strijd betekenen (Wieviorka, 2013). Deze ideale situatie wordt echter als eindstadium beoogd binnen de P2P, en wordt tijdens de ontwikkeling van de P2P-samenleving niet direct bereikt. Tijdens de ontwikkeling van deze P2P-samenleving zal er dus wel sprake zijn van het ‘recht van de sterkste’, aangezien de kapitalisten de socialisatie van P2P gebruiken om hun macht te vergroten. Zij zijn dan nog de ‘sterksten’, waar de peer-producenten ‘zwakker’ zijn. Peer-producenten voegen enkel informatie toe om de waarde te creëren, maar hebben geen macht. De macht ligt dus in de handen van de kapitalisten die het systeem in eigendom hebben. Weber gelooft niet dat het eindstadium bereikt zal worden, zelfs niet in de P2P-samenleving. Volgens hem zullen we altijd in een samenleving leven waar sociale en economische ongelijkheid bestaat (Wieviorka, 2013).
Uiteindelijk, wanneer de P2P-samenleving zelfstandig kan blijven staan, zal een natuurlijk selectieproces zorgen voor ontwikkelingen als gevolg van sociale strijd. Dit is niet van toepassing op de mensen, omdat er tegenwoordig veel meer gebruik wordt gemaakt van kunstmatige selectie dan van natuurlijke selectie ("Natuurlijke selectie", 2014). Toch wordt dit concept in deze context aangehaald, omdat het idee achter dit concept toegepast kan worden op het ontstaan en ontwikkelen van de P2P samenleving. De ‘sterkste’ aspecten die de zwakkere partijen aandragen voor verandering tijdens sociale strijd, dus de aspecten die het best binnen de samenleving passen, blijven dan bestaan. De overige aspecten van de sociale strijd worden aangepast tot betere aspecten of genegeerd. Dit is hetzelfde principe als bij organismen die evolueren door natuurlijke selectie. De best aan de omgeving aangepaste organismen blijven bestaan, waar de minder passende organismen, zoals zieken, sterven. De richtlijnen voor wat wel of geen goed aspect is voor de nieuwe samenlevingsvorm worden samengesteld door de deelnemende partijen van de sociale strijd, degenen waartegen de strijd gevoerd wordt en de huidige maatschappelijke situatie. De sociale strijd is dus een onderdeel van het natuurlijke selectieproces waarbij nieuwe uitgangspunten aangenomen worden die een rol gaan spelen in de nieuwe samenlevingsvorm. Uiteindelijk vormen de passende aspecten het geheel van de samenlevingsvorm ("Survival of the fittest", 2014).
Er kan bij sociale strijd die zorgt voor veranderingen in de samenlevingsvorm gesproken worden van een Darwiniaans proces, omdat aan alle vier de voorwaarden voldaan wordt. Deze voorwaarden zijn ten eerste dat het moet gaan om het vermenigvuldigen van zichzelf. Er worden, op basis van oude aspecten, nieuwe aspecten voor de samenlevingsvorm aangedragen. Het aantal (mogelijke) aspecten voor de samenlevingsvorm vermenigvuldigt zich. Ten tweede moeten de kopieën lijken op het origineel, dus de nieuwe aspecten zijn gebaseerd op de oude aspecten van de samenlevingsvorm. Ten derde moet er sprake zijn van variatie van het origineel. De aspecten lijken wel op de oude aspecten, maar er is meer aandacht voor gelijkheid voor alle partijen bij de nieuwe aspecten, dus variëren ze toch van het origineel. Ten vierde moeten de 'geërfde' factoren de mogelijkheid van reproductie beïnvloeden. Dit betekent dat hoe meer de nieuwe aspecten op de oude lijken (of hoe meer ze aangepast zijn aan de huidige situatie), hoe groter de mogelijkheid tot reproductie is ("Darwinisme", 2013).
Om verduidelijking aan te brengen, staat het proces van natuurlijke selectie, toegepast op de ontwikkeling van een samenleving, schematisch weergegeven in een illustratie. In deze illustratie is bovenaan te zien dat er nog weinig tot geen waarde van de nieuwe samenlevingsvorm is. Hier is alleen het nieuwe doel bekend, waar de inhoud van de samenlevingsvorm betrekking op moet hebben, bijvoorbeeld P2P en gelijkheid. Toevoegingen van verschillende partijen zorgen voor verbreding en waarde van de samenlevingsvorm, maar competitie zorgt ervoor dat niet alle ideeën geschikt zijn. Dit is de situatie waarin de sociale strijd zich kan manifesteren. Natuurlijke selectie van de best passende aspecten zorgt ervoor dat ze niet allemaal blijven bestaan. Telkens worden nieuwe aspecten aan de samenlevingsvorm toegevoegd, waardoor er nieuwe sociale strijd kan ontstaan over de zin, juistheid en passendheid van deze ideeën. Dit gaat net zo lang door tot er uiteindelijk een bepaalde visie is bereikt, wat onder in het schematische voorbeeld te zien is. Uiteraard blijft deze visie zich nog lang daarna ontwikkelen en kan het proces (met een andere samenlevingsvorm) weer opnieuw beginnen.
Externe links
[bewerken]De link naar een voorbeeld van de werking van P2P is relevant, omdat er sociale strijd zal plaatsvinden bij de overgang van een kapitalistische samenleving naar een P2P samenleving. Om te kunnen begrijpen over welke aspecten de sociale strijd in deze situatie zal kunnen gaan, is het belangrijk om meer kennis te hebben van wat P2P precies inhoudt en hoe dit al bestaat binnen de huidige samenleving. Voor het voorbeeld 'fablab', zie: http://www.fablabgroningen.nl/pagina/het-fablab-uitgelegd
Sociale ongelijkheid is een kernonderdeel van sociale strijd. Vaak is sociale ongelijkheid een belangrijke reden van sociale strijd, waardoor gelijkheid als doel van sociale strijd gezien kan worden. Deze link laat zien dat er tegenwoordig ook sprake kan zijn van sociale ongelijkheid, juist door de opkomst van gelijkheid. Voor een voorbeeld van 'sociale ongelijkheid', zie: https://www.knaw.nl/nl/thematisch/de-nederlandse-wetenschapsagenda/maatschappij-en-veerkrachtige-instituties/hoe-kunnen-we-nieuwe-vormen-van-sociale
Sociale rechtvaardigheid/gelijkheid is een belangrijk aspect van de sociale strijd. Er wordt (door partijen in een minderwaardige positie) gestreefd naar rechtvaardigheid, zodat zij ook daadwerkelijk een plaats in de economie en samenleving kunnen innemen. De dominerende partijen houden de ongelijkheid echter in stand, omdat dat voor hen meer oplevert. Voor 'sociale gelijkheid', zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Social_equality
De link naar de website van 'middenveld in beweging' is relevant, omdat dit project een voorbeeld is van de manier waarop sociale strijd zich anno 2014 uit. Voor 'middenveld in beweging', zie: http://www.middenveldinbeweging.be
De link naar het recht van de sterkste is relevant, omdat hiermee de ontstaanswijze van commons en samenlevingsvormen op een schematische manier in kaart gebracht kan worden. Hierin wordt de sociale strijd benadrukt, omdat die ervoor zorgt dat de meest passende onderdelen van de commons worden behouden. De overige aspecten zullen afbrokkelen en worden vervangen door beter passende aspecten. Dit geldt ook voor de samenlevingsvorm, waarin een beter passende samenlevingsvorm ontstaat door sociale strijd voor de mensen die in deze samenleving leven. Hierbij worden de elementen van de samenleving die voor sommige deelnemers niet goed passen, weggehaald. Deze worden dan vervangen door passende elementen. Voor het 'recht van de sterkste', zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Survival_of_the_fittest
De link naar natuurlijke selectie is relevant, omdat het in relatie staat tot het concept ‘recht van de sterkste’. Zoals eerder al benadrukt is, gaat het om de sterkste aspecten van een common of een samenleving die behouden worden door middel van natuurlijke selectie, zoals dat (vooral vroeger) ook de manier was waarop bepaalde organismen overleefden en andere niet. Voor 'natuurlijke selectie', zie: http://www.allaboutscience.org/dutch/theorie-van-natuurlijke-selectie-faq.htm
De link naar het Darwinisme is relevant, omdat er bij de productie van commons en de strijd die het oplevert om hiertoe te komen, gesproken kan worden van een Darwiniaans proces. Dit is ook het geval bij het vormen van aspecten van de nieuwe samenleving. Voor 'Darwinisme', zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Darwinisme
Referenties
[bewerken]ANP (2014). Belgen staken weer, weinig gevolgen Nederland. Retrieved December 1, 2014, from http://www.elsevier.nl/Buitenland/nieuws/2014/12/Belgen-staken-weer-weinig-gevolgen-Nederland-1655747W/
Bauwens, M. & Lievens, J. (2013). De wereld redden: Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen: Houtekiet.
Darwinisme (2013). Retrieved November 19, 2014, from http://nl.wikipedia.org/wiki/Darwinisme
Discussie (2014). Retrieved November 19, 2014, from http://nl.wikipedia.org/wiki/Discussie
Hertogen, N. (2014). Middenveld in beweging. Retrieved October 28, 2014, from http://middenveldinbeweging.be/wp-content/uploads/2014/07/SAMPOL_juni-2014_Project-in-de-kijker.pdf
Kiesrecht. (z. d.). Retrieved November 19, 2014, from http://www.parlement.com/id/vh8lnhrouwze/kiesrecht
Martin, B. (2001). Nonviolent futures. Futures, 33, 625-635. DOI:10.1016/S0016-3287(01)00005-2
Middenveld in beweging (2014). Wie zijn wij? Retrieved October 28, 2014, from http://middenveldinbeweging.be/wie-zijn-wij/
Natuurlijke selectie (2014). Retrieved October 22, 2014, from http://nl.wikipedia.org/wiki/Natuurlijke_selectie
P2P Foundation (2014). De welvaartsstaat is dood, lang leve de partnerstaat. Retrieved October 27, 2014, from http://p2pfoundation.net/De_welvaartstaat_is_dood,_lang_leve_de_partnerstaat?title=De_welvaartstaat_is_dood,_lang_leve_de_partnerstaat&action=edit
Survival of the fittest (2014). Retrieved October 22, 2014, from http://nl.wikipedia.org/wiki/Survival_of_the_fittest.
Wieviorka, M. (2013). Social Conflict. Current Sociology, 61, 696-713. DOI:10.1177/0011392113499487