Onderwijs in relatie tot P2P/Collectieve intentionaliteit
Collectief betekent "iets gezamenlijk of gemeenschappelijk; een verzameling, een massa of een (min of meer georganiseerde) groep" (Van Dale Uitgevers, 2014). Een intentie is dan weer een bedoeling of een voornemen (Van Dale Uitgevers, 2014). Met intentionaliteit wordt gewezen op het ergens op gericht zijn of het ergens over gaan (Encyclo Online Encyclopedie, 2014).
Als deze betekenissen vervolgens samengevoegd worden in één begrip, namelijk collectieve intentionaliteit, dan worden hiermee de gezamenlijke of gemeenschappelijke voornemens of bedoelingen van individuen; een min of meer georganiseerde groep die gezamenlijk gericht is op een gemeenschappelijk ding of doel, bedoeld.
Collectieve intentionaliteit en P2P
[bewerken]Mensen die deelnemen aan een peer-to-peer project, streven samen vol passie naar een collectief doel tijdens een collectief project. Ze hebben hierbij hun eigen doelstellingen, hun eigen intenties, samengebracht tot een algemeen, collectief doel waar ze naartoe willen werken. De integratie van deze individuele doelen naar één gemeenschappelijk doel kan niet gezien worden als een tegenstelling. Men werkt immers rond (een) gemeenschappelijke waarde(n). Dit is wat men noemt: ‘collectieve intentionaliteit’ (Bauwens, 2012).
Bij peer-to-peer ligt de focus niet alleen op het bereiken van een collectief eindproduct. Het hele creatie- of productieproces is ook van groot belang. Het eindproduct is bij peer-to-peer niet iets dat een onrechtstreeks gevolg is van de handelingen of transacties van individuen. Het wordt daarentegen gezien als het resultaat van sociaal proces, waarbij de inspanningen van het individu in harmonie gebracht worden met de collectieve doelstellingen. Binnen de peer-to-peer samenleving heerst er dus een relationaliteit met een sterk collectief aspect (Bauwens, 2012).
Waar in de postmoderne samenleving sprake was van een fragmentatie van individuen, wordt in de aanloop naar een peer-to-peer samenleving een poging gedaan om opnieuw eenheid en identiteit te creëren. Dit probeert men door betrokken te zijn bij collectieve inspanningen, afgestemd op maatschappelijke en publieke goederen. Er wordt een nieuwe dimensie gegeven aan de collectiviteit. Individuele en collectieve aspecten worden niet langer tegenover elkaar geplaatst. In deze nieuwe visie op collectiviteit wordt de individualiteit bewaard, maar er wordt een relationaliteit aan toegevoegd. Dit brengt de collectiviteit naar een hoger niveau. Men stapt dus als individu, met eigen waarden en intenties, in een collectief proces in. Men doet dit niet enkel om een doel te bereiken, maar ook voor de relationele dimensie van het hele creatieproces. Alle individuele intenties en waarden worden door deze dimensie samengevoegd. Zo ontstaat er een collectieve intentionaliteit (Bauwens, 2012). Zoals eerder vermeld, gaat de individualiteit hierbij niet verloren. De som is meer dan de optelling van de delen. Door samenwerking (in relationaliteit) worden alle individuele intenties samengevoegd; dit kan leiden tot een intentie die de individuele intenties overstijgt, maar wil niet zeggen dat de individuele intenties verloren gaan. Niet iedereen neemt deel aan een peer-to-peer project met dezelfde (individuele) intenties en redenen. De persoonlijke intentie wordt niet (volledig) vervangen door de collectieve intentie.
In het boek ‘De wereld Redden’ vergelijkt Michel Bauwens de term ‘collectieve intelligentie’ met de term ‘zwermintelligentie’. Het verschil is dat het bij een collectieve intelligentie over een context van collectieve intentionaliteit gaan. Mensen willen samenwerken. Ze hebben de intentie om samen constructief aan een gemeenschappelijk product te werken dat de wereld ten goede zal komen (Bauwens & Lievens, 2013). Hierover meer bij het concept over collectieve intelligentie.
Voorbeeld
[bewerken]Bij gemeenschappelijk wonen, ook wel ‘samenhuizen’ genoemd, is er sprake van een intentionele gemeenschap:
An intentional community is a planned residential community designed from the start to have a high degree of social cohesion and teamwork. The members of an intentional community typically hold a common social, political, religious, or spiritual vision and often follow an alternative lifestyle. They typically share responsibilities and resources. (Jonckheere & Maes, 2013, p. 24)
Gemeenschappelijk wonen houdt dus in dat mensen uit verschillende gezinnen samen intentioneel een bepaalde woonruimte gaan delen. Ze doen dit met het oog op een sociale meerwaarde. Samenwerking wordt hierbij als belangrijk beschouwd. Noodzakelijk voor het slagen van een dergelijke gemeenschap – want door het coöperatief samenwonen ontstaat een gemeenschap – zijn de volgende bestanddelen: betrokkenheid, participatie, samenwerking en solidariteit (Jonckheere & Maes, 2013).
Dit is een voorbeeld van collectieve intentionaliteit omdat mensen de intentie of de bedoeling hebben om samen een bepaalde woonruimte te delen. Ze hebben er elk hun eigen redenen voor. Met het coöperatieve samenwonen heeft men gemeenschapsvorming voor ogen. Men heeft dus de intentie om de eigen denk- en waardepatronen, de eigen intenties, samen te voegen tot één collectieve intentionaliteit. Hierbij gaat echter de eigen individuele intentionaliteit niet verloren. Men stapt namelijk in het project met bepaalde eigen intenties. Deze kunnen wel veranderen door en tijdens het samenwonen met anderen, maar dit wil niet zeggen dat ze verdwenen zijn. Men blijft altijd een eigen visie en eigen intenties hebben.
Theoretische duiding
[bewerken]De Big Four van de collectieve intentionaliteit – 4 verschillende visies op collectieve intentionaliteit – die Chant, Hindriks en Preyer in hun boek bespreken, zijn die van Bratman, Tuomela, Gilbert en Searle (2014). Hieronder volgt een korte schets van hun visies op het thema, en een duiding van de plaats die de Peer-to-Peer theorie van Bauwens hierin opneemt.
Bratman, een professor filosofie aan de universiteit van Stanford, geboren in 1945 (Wikipedia, 2014), ziet collectieve intentionaliteit – wat hij een gedeelde coöperatieve activiteit noemt - als een louter individualistisch gegeven. Het zou enkel gaan over de individuele attitudes en de relaties tussen al deze attitudes (Chant, Hindriks, & Preyer, 2014). Men werkt samen in een gedeelde activiteit, waarbij men rekening probeert te houden met de intenties van de ander, in de vooronderstelling dat deze andere ook rekening houdt en responsief is met betrekking tot jouw intenties. Dit omdat alle partijen het gedeelde doel waarrond men samenwerkt, willen bereiken. De deelnemers kunnen voor andere redenen deelnemen aan de activiteit, maar ze hebben wel de intentie om samen dit doel te bereiken (Bratman, 1992). Dit is wat we ook terugzien binnen de Peer-to-Peer context. Men neemt uit intrinsieke motivatie deel aan een Peer-to-Peer project. Deze motivatie kan voor elke deelnemer anders ingevuld zijn. Toch zullen ze samenwerken om het doel van hun gedeelde en coöperatieve project te bereiken (Bauwens & Lievens, 2013).
In de visie van Tuomela, een Fins filosoof, geboren in 1940 (Wikipedia, 2014), gaat het om de intentie om te participeren. Deze wordt gedeeld door de leden van de groep. Het houdt de intentie in om een bepaalde actie uit te voeren; het geloof dat er ook een bepaald aantal andere individuen is, die zullen participeren in de uitvoering van deze actie; en het geloof dat anderen ook geloven dat het mogelijk is om de actie uit te voeren. Voorgaande overtuigingen kunnen verklaren waarom elk individu de intentie heeft om deel te nemen in de gezamenlijke actie. Er zijn volgens Tuomela wel gradaties in de mate van gezamenlijke intenties. Dat kan gaan van een ik-modus, waarbij alleen de private inzet een rol speelt, tot een meer holistische wij-modus, waar de collectieve intentionaliteit gereduceerd wordt tot een enkel collectieve inzet (Chant, Hindriks, & Preyer, 2014). In dit laatste constitueert het wij-denken van de groep als het ware het ik-denken van het individu. Het individu is hier de representant van de groep (Tuomela, 2013). De Peer-to-Peer context valt dan ergens in het midden op de as van privaat naar holistisch te situeren. Men stapt met individuele intenties in een collectief project in, maar deze gaan hierbij niet verloren. Het gaat niet enkel over een collectieve inzet; ook de individuele inzet is belangrijk. Misschien gaat het in de Peer-to-Peer context zelfs meer in de richting van een individuele ik-intentie: De leden van een groep zijn immers niet ‘vastgelijmd’ aan elkaar door een sterke gezamenlijkheid. Er is binnen de Peer-to-Peer misschien eerder sprake van een gedeelde intentie dan van een gezamenlijke intentie (Bauwens & Lievens 2013; Tuomela, 2013).
Volgens Gilbert, een filosofe uit Groot-Brittannië, geboren in 1942 (Wikipedia, 2014), is er om van een collectieve intentionaliteit te kunnen spreken, nood aan op zijn minst twee individuen met een openlijke intentie om gezamenlijk te participeren aan een geheel; in Gilberts woorden: een lichaam. Ze gebruikt deze term om aan te duiden dat een gezamenlijke intentie niet gereduceerd kan worden tot de individuele leden. De som is meer dan de optelling van de delen. Ook bij Peer-to-Peer is dit, zoals eerder vermeld, het geval. Als je besluit om deel te nemen aan een collectief project, horen daar volgens Gilbert ook normatieve, collectieve attitudes bij (Chant, Hindriks, & Preyer, 2014). Wie niet doet wat van hem of haar verwacht wordt, kan een berisping verwachten. Dit zien we niet direct terug binnen de Peer-to-Peer context. Daar wordt meegewerkt aan een collectief project naargelang de eigen mogelijkheden en uit intrinsieke motivatie. Er zijn geen specifieke, normatieve attitudes aan gebonden (Bauwens & Lievens, 2013).
De laatste theoreticus van de Big Four is Searle, een Amerikaanse filosoof, geboren in 1932 (Wikipedia, 2014). Hij ziet de collectieve intentionaliteit als één van de bouwstenen van sociale feiten en instituties. Hij verzet zich tegen de reductie van collectieve attitudes of intenties naar louter individuele. Volgens hem worden individuele intenties en attitudes in een groepssetting zelfs ondergeschikt aan die van het collectief. Bij een collectieve activiteit worden de individuele intenties afgeleid van de collectieve intenties (Chant, Hindriks, & Preyer, 2014). Deze visie op collectieve intentionaliteit komt overeen met de visie die Tuomela heeft op de gradatie van het holistische wij-denken. Dit is bij Peer-to-Peer niet – of toch zeker minder - het geval, aangezien de individuele intenties er niet verloren gaan. De visie van Searle lijkt dus minder van toepassing te zijn op de Peer-to-Peer context. Hier gaat het namelijk over een balans vinden tussen individuele keuzevrijheid en de collectieve gemeenschap (Bauwens & Lievens, 2013).
Externe links
[bewerken]1. Een interview met Michel Bauwens. Dit kan meer duiding geven aan de inbedding van collectieve intentionaliteit binnen de Peer-to-Peer context en hoe deze zich verhoudt tot verschillende ideologieën uit de geschiedenis: http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/01/06/occupy-peer-peer-en-marxisme-overeenkomsten-en-verschillen
2. Voor meer informatie over de relationele inbedding van een collectieve intentionaliteit binnen de Peer-to-Peercontext, zie: http://w2.bcn.cat/bcnmetropolis/arxiu/en/pagea8ed.html?id=23&ui=424
3. Voor een verdere uitdieping van de verschillende visies op collectieve intentionaliteit die in de theoretische duiding naar voren werden gehaald, zie: http://books.google.be/books?id=XEisAgAAQBAJ&pg=PA146&lpg=PA146&dq=collective+intentionality+peer+to+peer&source=bl&ots=KlleIo3Ot3&sig=b5PDoua0z62kWax6xhuD0-6jBjo&hl=nl&sa=X&ei=q1ZsVOzRGoLxaLXxgIgF&ved=0CFMQ6AEwBw#v=snippet&q=collective%20intentionality&f=false
4. Voor een bredere uitdieping van de visie van Bratman, die van alle 4 de besproken visies op collectieve intentionaliteit het meest lijkt aan te sluiten op die van de Peer-to-Peer context, zie: http://isites.harvard.edu/fs/docs/icb.topic1007312.files/Week%207/Bratman%20Shared%20Cooperative%20Activity.pdf
5. Voor extra informatie rond de collectieve intentionaliteit, zie: http://plato.stanford.edu/entries/collective-intentionality/
Referenties
[bewerken]Bauwens, M. (2012). Peer-to-peer relationaliteit: De stad en anonimiteit. Retrieved from: http://p2pfoundation.net/Peer-to-peer_relationaliteit:_De_stad_en_anonimiteit
Bauwens, M., & Lievens, J. (2013). De wereld Redden. Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerp, Belgium: Uitgeverij Houtekiet.
Bratman, M. E. (1992). Social cooperative activity. The Philosophical Review, 101(2), 327-341.
Chant, S. R., Hindriks, F., & Preyer, G. (2014). From individual to collective intentionality: New essays. New York, United States of America: Oxford University Press.
Encyclo Online Encyclopedie. (2014). Intentionaliteit. Retrieved from: http://www.encyclo.nl/begrip/intentionaliteit
Jonckheere, L., & Maes, T. (2013). Zelfontwikkeling gemeenschappelijk wonen. Betaalbaar samen huizen in zelfbeheer. Retrieved from: http://blauwdrukken.cooperatiefvlaanderen.be/wp-content/uploads/2014/05/samenhuizen.pdf
Lievens, J. (2012). # Occupy, peer-to-peer en maxisme: Overeenkomsten en verschillen. Retrieved from: http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/01/06/occupy-peer-peer-en-marxisme-overeenkomsten-en-verschillen
Tuomela, R. (2013). Social ontology: Collective intentionality and group agents. New York, United States of America: Oxford University Press.
Van Dale Uitgevers. (2014). Collectief. Retrieved from: http://vandale.be/opzoeken?pattern=collectief&lang=nn#.VElTZxbp9EM
Van Dale Uitgevers. (2014). Intentie. Retrieved from: http://vandale.be/opzoeken?pattern=intentie&lang=nn#.VElTLRbp9EM
Wikipedia. (2014). John Searle. Retrieved from: https://en.wikipedia.org/wiki/John_Searle
Wikipedia. (2014). Margaret Gilbert. Retrieved from: https://en.wikipedia.org/wiki/Margaret_Gilbert
Wikipedia. (2014). Michael Bratman. Retrieved from: https://en.wikipedia.org/wiki/Michael_Bratman
Wikipedia. (2014). Raimo Tuomela. Retrieved from: https://en.wikipedia.org/wiki/Raimo_Tuomela