Nieuwgrieks/Bijwoorden
Vorming
[bewerken]Meestal vormen we het bijwoord (το επίρρημα) door het onziijdig meervoud van het adjectief te nemen:
- όμορφος → όμορφα "mooi"
Bijwoorden op -ως
[bewerken]De adjectieven van groep 8 (-ης, -ης, -ες) hebben altijd een bijwoord op -ως:
- σαφής → σαφώς "duidelijk"
Normaal ligt de klemtoon van het bijwoord op dezelfde lettergreep als in het adjectief zelf, bij de adjectieven op -ώδης verschuift de klemtoon echter naar de laatste lettergreep:
- ιδεώδης → ιδεωδώς "denkbeeldig"
De adjectieven van groep 9 (-ων, -ουσα, -ον) hebben ook een bijwoord op -ως. Om dit bijwoord te vormen vervangen we de -α van het onzijdig meervoud door -ως, de klemtoon ligt altijd op de voorlaatste lettergreep:
- μέλλων → μελλόντως "toekomstig"
Tenslotte zijn er ook adjectieven op -ος die een bijwoord op -ως hebben, sommige hebben een betekeniswijziging, andere niet:
- zonder betekeniswijziging:
- ακριβής "nauwkeurig" → ακριβώς "precies"
- βέβαιος "zeker" → βέβαια / βέβαιως "natuurlijk"
- oμοίος "gelijk" → oμοία / oμοίως "gelijk"
- μονίμος "duurzaam" → μονίμα / μονίμως "duurzaam"
- μετρίος "middelmatig" → μετρία / μετρίως "middelmatig"
- met betekenisverschil:
- αμεσός "direct" → αμεσώς "dadelijk"
- απλός "eenvoudig" → απλώς "simpelweg"
- δύστυχος "arm" → δυστυχώς "spijtig"
- ευχάριστος "aangenaam" → ευχάριστως "graag, met genoegen"
- ισός "gelijk" → ισώς "misschien"
- καλός "goed" → καλώς "correct"
- κακός "slecht" → κακώς "verkeerd"
- τελείος "perfect" → τελείως "volledig"
Als ze in de originele betekenis als bijwoord gebruikt worden, dan krijgen ze wel -α.
De adjectieven uit groep 4 die een Oudgriekse verbuiging volgen hebben een bijwoord op -έως:
- βαρύς → βαπέως "zwaar"
Onregelmatige bijwoorden
[bewerken]Het adjectief πολύς is zoals gewoonlijk onregelmatig:
- πολύς "veel" → πολύ "zeer, heel"
De overige onregelmatige zijn:
- άλλος "ander" → άλλο "niet meer" / αλλιώς "anders, integendeel"
- λίγος "weinig" → λίγο "weinig"
- μόνος "alleen, enkel" → μόνο "enkel"
Trappen van vergelijking
[bewerken]Je neemt opnieuw het onzijdig meervoud maar dan van de trappen van vergelijking van het corresponderende adjectief.
Uitzonderingen:
- πολύς "veel" → περισσότερο "meer"
en volgende bijwoorden die niet van een adjectief afgeleid zijn:
- ιδίως "voornamelijk" → ιδιαίτερα
- μπροστά "voor" → μπροστύτερα
- νωρίς "zonder" → νωρίτερα / νωρίτατα
- πρώτα "eerst" → πρωτύτερα
- ύστερα "later" → υστερότερα
Overzicht van de bijwoorden
[bewerken]In volgende lijst geven we een overzicht van de voornaamste bijwoorden die niet van adjectieven afgeleid zijn:
Plaats
[bewerken]- πού "waar?"
- όπου "waar"
- πάνω "boven"
- κάτω "beneden"
- μέσα "binnen"
- έξω "buiten"
- χάμω / καταγής "beneden (op de grond)"
- αλλού "elders"
- κάπου "ergens"
- πουθενά "nergens"
- παντού "overal"
- μπρος "vooruit" (ook εμπρός)
- πίσω "achter"
- δεξιά "rechts"
- αριστερά "links"
- ανάμεσα "midden"
- κοντά "nabij"
- μακριά "ver"
- ολόγυρα "rondom"
- απέναντι / αντίκρυ "tegenover"
- μεταξύ "tussen"
- εδώ "hier"
- εκεί "daar"
- δίπλα "naast"
Tijd
[bewerken]- πότε "wanneer?"
- άλλοτε "vroeger, weleer"
- κάποτε "ooit"
- ποτέ "nooit"
- πάντα / πάντοτε "altijd"
- έπειτα "daarna"
- τότε "toen"
- τώρα "nu"
- αμέσως "dadelijk"
- μόλις "amper"
- κιόλας "reeds, al"
- ακόμη "nogmaals"
- πάλι / ξανά "opnieuw"
- συχνά "dikwijls"
- νωρίς "vroeg"
- χτες "gisteren"
- προχτές "eergisteren"
- σήμερα "vandaag"
- αύριο "morgen"
- μεθαύριο "overmorgen"
- απόψε "vanavond"
- φέτος "dit jaar"
- πέρσι "verleden jaar"
- ήδη "reeds"
- πια "voortaan"
Wijze
[bewerken]- πώς "hoe?"
- όπως "zoals"
- μαζί "tesamen"
- ξαφνικά "opeens"
- επίσης "eveneens"
- έτσι "zo"
- αλλιώς "anders"
- προπάντον "bovenal"
- κάπως "enigszins"
- αλλιώς "tenzij"
- καθόλου "helemaal niet"
- μόνο "enkel"
Hoedanigheid
[bewerken]- πόσο "hoeveel?"
- τόσο "zoveel"
- περίπου "ongeveer"
- σχεδόν "bijna"
- μάλλον "eerder"
Richting
[bewerken]- πούθε "waarvandaan?" (antwoorden doe je met από)
Bevestiging
[bewerken]- ναι "ja"
- μάλιστα "ja (beleefd)"
- φυσικά "natuurlijk"
- πράγματι "eigenlijk"
- βέβαια "zeker"
- αλήθεια "werkelijk"
Ontkenning
[bewerken]- δεν "nee, niet (in de aantonende wijs)"
- μην "nee, niet (in de aanvoegende wijs en de gebiedende wijs)"
- ούτε "ook niet"
- όχι "nee"
Opmerkingen:
- Soms wordt όχι ook als negatie gebruikt:
- τα δικά σας όχι "niet de uwe"
- De ontkenning komt onmiddellijk voor het werkwoord. Ze kunnen er enkel van gescheiden worden door onbeklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden en de partikels θα, να, ας:
- δεν θα τον δω "ik zal hem niet zien"
Twijfel
[bewerken]- ίσως "misschien"
- μήπως / τάχα "wellicht"
- δήθεν "zogenaamd"
>> Nieuwgrieks >> Bijwoorden