Nederlandse literatuur in de middeleeuwen/Hadewijch
Ay, in welken so verbaart die tijt (fragment)
Ay, in welken so verbaart die tijt
(Hadewijch)
|
Hadewijch was een 13e-eeuwse dichteres en mystica die waarschijnlijk in het hertogdom Brabant woonde en leefde. Vaak wordt er naar haar verwezen als Hadewijch van Antwerpen. De teksten die we van haar hebben zijn in een Brabantse variant van het Middelnederlands geschreven.
Hadewijch schreef zowel poëzie als proza. Van haar leven is eigenlijk weinig met zekerheid bekend. Gezien haar goede opleiding wordt verondersteld dat ze afkomstig was uit een adellijke familie. Mogelijk bracht ze een deel van haar leven door in Nijvel. Wat wel zeker is, is dat haar literaire bloeiperiode viel in de eerste helft van de 13e eeuw. In een van haar brieven zegt ze zelf dat ze zich vanaf haar elfde levensjaar volledig ging wijden aan de dienst van de "liefde". Hiermee bedoelt ze niet de wereldlijke liefde, maar de liefde voor God. In haar geschriften benadrukt zij dat de menselijke ziel geschapen is naar het beeld van God, waardoor er nog tijdens het leven een intieme relatie met God mogelijk is. De ziel streeft er immers naar om terug herenigd te worden met haar oorsprong. Wat Hadewijch leerde viel niet in goede aarde bij de gevestigde leer van de kerk. Die stelde immers dat pas na de dood iets van een eeuwig leven mogelijk zou worden. Hadewijch zegt echter dat reeds op aarde dit eeuwige leven een aanvang neemt, en het is de de liefde die dit mogelijk maakt:
"Van minnen es men God worden"
- Werken van Hadewijch
- Brieven
- Mengeldichten
- Strofische gedichten
- Visioenen