Fries/Bijvoeglijke naamwoorden

Uit Wikibooks
Versie door 84.82.53.231 (overleg) op 31 dec 2012 om 12:06 (→‎Bijvoegelijke naamwoorden)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Bijvoegelijke naamwoorden[bewerken]

Hier vindt u een overzicht van de bijvoegelijke naamwoorden in het Fries.


bijvoeglijke naamwoorden goed, âld, jong, nij, drok, fol, min, fier, sêd, wiet, mâl, lang, koart, aardich, eigen, Frysk, grut, heech, lêstich, maklik, skjin, smoarch, betiid, kâld, let, moai, siik, lúks, oar, ryk, stikken, stil, frij, los, wier, benaud, frjemd, nuver
verbogen nije, tichte, ferline, hiele, lytse, oerstallige, djoere, oare, rjochte, bêste, elke, nuete, krekte, orizjinele, sprutsene
vergelijkend fierder, âlder, moaier

Fries grammatica

Lidwoorden · Zelfstandige naamwoorden · bijvoeglijke naamwoorden · voornaamwoorden · telwoorden, bijwoorden, voorzetsels, voegwoorden, tussenwerpsels · werkwoorden · klinkers

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.