Schilderen/Vormen
Naast lijnen zijn vormen of vlakken het basiselement in een schilderij en in de compositie van het schilderij. Voor tekenen zijn lijnen vaak het belangrijkste, maar voor schilderen zijn vormen belangrijker dan lijnen. Op een groot schildersdoek zal je immers eerder een vlak gaan schilderen, of een vorm gaan opvullen dan een lijn schilderen. Naast de vormen, die vaak het hoofdonderwerp van het schilderij uitmaken, zijn er de restvormen, de ruimte om de vormen heen. De rol van deze restvormen staat in het hoofdstuk Restvormen.
Een schilderij met grote, duidelijke, monumentale vormen kan een bepaalde kracht uitstralen.
Schilderijen die opgebouwd zijn uit veel kleine vormen tonen vaak wat rommelig. Van deze rommelige schilderijen hieronder enkele voorbeelden. Het is natuurlijk subjectief of je dit rommelig wilt noemen, dan wel juist levendig. In de periode van de barok, vond men zulke drukke schilderijen juist mooi.
Hoe de vorm te ontdekken
[bewerken]Als je niet zo snel de vorm ontdekt van het onderwerp dat je aan het schilderen bent, probeer dan het silhouet ervan te zien. Aan het silhouet, hoe eenvoudig of ingewikkeld ook, kan je vaak het voorwerp herkennen immers.
Vormen plaatsen in de compositie
[bewerken]Voordat je het schilderij begint, zou je kunnen starten om de silhouetten van de belangrijkste vormen, op papier te schetsen, en ze even in te vullen met een kleur of grijstoon. Op dat moment kan je namelijk nog kiezen hoe het schilderij verder uit te werken. Kijk hoe de vormen het best in de compositie passen, en welk formaat doek optimaal zou zijn.Misschien wil je een andere uitsnede maken, vormen verplaatsen etc.
Organische vormen
[bewerken]Organische vormen zijn vormen die in de natuur voorkomen. Deze vormen zijn meestal gebogen of rond, slechts zeer zelden recht.
Contouren
[bewerken]Bij het tekenen van een vorm zal je al gauw een contour zetten, een omhulling van de vorm met een lijn. Bij het schilderen van vormen is dat niet nodig, maar er zijn veel schilders die het bewust of onbewust wel doen. Een schilderij kan aantrekkelijker worden als sommige vormen een scherpe contour hebben, andere een zachte of geheel geen contour. Met het aangeven van een contour kan een onderdeel van het schilderij extra nadruk krijgen. Voorwerpen met scherpe contouren lijken naar voren te komen, zachte contouren wijken naar achter. Daardoor krijgt het schilderij meer diepte.
Een scherpe contour kan je maken door met dikke verf de rand van het voorwerp in de juiste kleur aan te dikken, en dat niet meer met vinger of penseel te vervagen over de achtergrond. Ook kan je een dunne of dikkere lijn in een donkerder toon om de vorm heenzetten, al dan niet gedeeltelijk.
Geometrische vormen
[bewerken]Geometrische vormen zijn veelal strak en recht en kunnen gemaakt worden met liniaal en passer. De eenvoudigste zijn de rechthoek, de driehoek en de cirkel. Iets complexer is de ellips, ook wel ovaal genoemd, hoewel dat strikt genomen een andere vorm is dan de wiskundig gedefinieerde ellips. Je kan een geometrische gevormd voorwerp, een gebouw bijvoorbeeld, ook als dat een ingewikkelde vorm heeft, onderverdelen in deze vormen. Geometrische vormen zijn vaak symmetrisch.
Rechthoeken
[bewerken]![]() |
![]() |
![]() | |
Oswald Achenbach (1827–1905) | Hendrick Avercamp (1585–1634) IJslandschap, ca. 1610 |
El Lissitzky (1890–1941) Suprematistische compositie, 1913 | |
Gebouwen zijn uiteraard vormen die rechthoekig zijn. In het schilderij links is ook een opvallende driehoek links bovenaan geplaatst. Als je het middelste schilderij, van de ijsschilder Avercamp, door je oogharen bekijkt, is het grote rode gebouw het belangrijkste onderdeel van het schilder, ondanks al het gekrioel van de mensen op het ijs. Rechts een werk met alleen geometrische vormen, een rechthoek, vierkant, halve cirkel en een niet aan te duiden rechthoekige vorm. De schilder heeft hier slechts weinig kleuren gebruikt.Dit werk past in de supermatistische stroming uit het begin van de twintigste eeuw. |
Driehoeken
[bewerken]
Ovalen
[bewerken]
Driedimensionale vormen
[bewerken]Er zijn ook (wiskundige) vormen die drie-dimensionaal of ruimtelijk zijn. De basisvormen zijn kubus, de balk (een langgerekte kubus), de piramide, cilinder, bol en kegel. Als je een lichaam van een mens of dier bekijkt, kan je dat in deze onderdelen verdelen, om je denken in vormen makkelijker te maken. Als je driedimensionale vormen op een schilderij wilt afbeelden moet je ze als het ware platslaan.
Holle vormen
[bewerken]Driedimensionale vormen kunnen ook hol zijn, dat wil zeggen dat je er in zou kunnen kijken. Voorbeelden kunnen zijn een lege eierschaal, een openstaande lade, of een eenvoudig kopje. Bij het schilderen van zo een vorm is het van belang heel goed naar de schaduw te kijken. De plaatsen van het licht of donker bepalen namelijk of de kijker de vorm ook als hol ziet op jouw platte schilderij.
Abstracte vorm
[bewerken]Een vorm die niet als voorwerp herkenbaar is, zou je een abstracte vorm kunnen noemen. In de abstracte schilderkunst wordt zelfs gestreefd naar onherkenbaarheid van de vormen. Zie over abstractie het betreffende hoofdstuk in dit boek.
Vormcontrasten
[bewerken]In een schilderij kan je vormcontrasten toepassen. Dit komt heel vaak in schilderijen voor, wellicht zonder dat de kunstenaar zich daarvan bewust was. Voorbeelden daarvan zijn:
- Rond - hoekig
- Strak - grillig
- Organisch - geometrisch
- Ondoorzichtig - transparant
- Symmetrisch - asymmetrisch
- Vaag - duidelijk
- Ruimtelijk - plat
- Open - gesloten
- Dik - dun
Sommigen zien dat een vormcontrast veroorzaakt dat de vormen versterkt worden. Een rond voorwerp lijkt extra rond als het naast een vierkant wordt geplaatst. Een dunne plank lijkt extra dun naast een dikke plank.