Schilderen/Restvormen
Als je vormen neerzet op je doek, schep je tegelijk ook ruimte om die vormen heen. Dat worden de restvormen genoemd. Het wordt ook wel aangeduid met de term negatieve vormen of negatieve ruimte. Het zijn dus de vormen die zich bevinden tussen of rondom de objecten van je schilderij. De restvormen ontstaan uit de achtergrond, uit een muur, uit een tafel, uit het hemelgewelf, eigenlijk uit het niets. De restvorm kan je dan ook niet beetpakken, de vorm is er wel op je schilderij, maar in de werkelijkheid is deze vorm niet aanwezig. De schilder schept hem zelf.
Restvormen zijn er altijd
[bewerken]Die restvormen zijn er dus altijd, en ontstaan uit de positieve vormen. De restvormen zijn dus ook belangrijk, net als je positieve vormen. Soms zijn de restvormen zelfs groter dan de positieve vormen. Daarmee bepalen de restvormen voor een belangrijk deel hoe je schilderij eruitziet. In sommige soorten schilderijen, bijvoorbeeld met een hemel met wolken, ben je heel erg vrij om de vorm van je negatieve vormen zelf te kiezen.
Paul Gauguin, 1902 | Simon Kozhin, 2002 | |
Op deze twee schilderijen met paarden spelen de restruimtes een grote rol. In beide schilderijen is het oppervlak op het schilderij van de restruimte groter dan dat het onderwerp zelf. Beide schilders hebben veel aandacht besteed aan de kleur en structuur van de restruimte. Kijk ook eens hoe Kozhin de glans op het paard heeft afgebeeld, en hoe die glans contrasteert met de ruwe achtergrond. Gaugin laat daarentegen helemaal geen glans zien op de vacht. De paarden zijn heel dof, de kleur op de lichtste plekken van het paard vooraan is bijna net zo roze, en net zo dof, als het strand. |
Kijk naar de restvormen
[bewerken]Probeer je aan te wennen om tijdens het schilderen, vooral bij de eerste opzet, ook naar deze negatieve vormen te kijken. Zet ze zo neer dat ze bijdragen aan de compositie. Dat heeft nog een ander voordeel, door goed te kijken naar de restvormen kan de schilder de werkelijkheid nauwkeuriger afbeelden. Als je bijvoorbeeld kijkt naar een persoon met de hand in zijn zij, is het makkelijker de restvorm op je schilderij over te nemen (de driehoek tussen de arm en het middel) dan naar de vorm van de arm zelf. Hetzelfde geldt voor restvormen in een gezicht, tussen de benen van een paard, etc.
Een bijzondere kunstenaar was M.C. Escher, weliswaar geen schilder maar graficus. Maar hij had een heel speciale manier om met restvormen om te gaan; hij veranderde ze in vormen. In zijn werk is soms geen restvorm aanwezig, zoals te zien is in het hier afgebeelde reliëf.