Scheikunde Opgaven/Mol en massa
Kijk eventueel ook in BINAS-tabel 99.[1]
Op onderstaande pagina zijn alleen de vragen zichtbaar in een kader op een afwijkende ondergrond. Binnen het kader is rechts een knop zichtbaar: "Uitklappen", vergelijkbaar met de knop om deze tekst te openen. Door op deze knop te klikken wordt het antwoord van de betreffende vraag zichtbaar.
Vaak, maar niet altijd is er ook een uitwerking bij de vraag aanwezig. Deze blijft bij het openen van het antwoord nog onzichtbaar, maar opnieuw is, als een uitwerking beschikbaar is, een knop "Uitklappen" aanwezig om de uitwerking zichtbaar te maken. Ontbreekt bij het antwoord de knop "Uitklappen", dan is geen uitwerking bij de vraag beschikbaar.
Molaire massa
1. natriumchloride () De molaire massa van natriumchloride is de som van de molaire massa's van natrium en chloor: | 2. natriumsulfaat () De molaire massa van natriumsulfaat is de som van de 2 keer de molaire massa van natrium, 1 keer de molaire massa van zwavel en vier keer de molaire massa van zuurstof: |
3. calciumchloride ()
De molaire massa van calciumchloride is de som van 1 keer de molaire massa van calcium plus 2 keer de molaire massa van chloor:
Afwijkingen in de laatste twee cijfers zijn doorgaans terug te voeren naar de precieze tabel waar de atomaire molaire massa's zijn gevonden. | 4. ammoniumsulfaat ()
De molaire massa van ammoniumsulfaat is de som van twee keer de molaire massa van het ammonium-ion plus de massa van het sulfaat-ion:
Afwijkingen in de laatste twee cijfers zijn doorgaans terug te voeren naar de precieze tabel waar de atomaire molaire massa's zijn gevonden. |
5. ijzer(II)chloride ()
De molaire massa van ijzer(II)chloride is de som van 1 keer de molaire massa van ijzer plus 2 keer de massa van chloride:
Afwijkingen in de laatste twee cijfers zijn doorgaans terug te voeren naar de precieze tabel waar de atomaire molaire massa's zijn gevonden. | |
Massa van een aantal mol
9. 2 mol natriumchloride, 116,886 gram
Om de massa NaCl uit te kunnen rekenen heb je een formule nodig waarin die massa voorkomt. Er is een gegeven over het aantal mol en de stof waar je mee werkt: natriumchloride. Daar weet je de molaire massa van, of die kun je uitrekenen. We hebben de formule voor de molaire massa, waarin een relatie gelegd wordt tussen de drie grootheden massa, aantal mol en molaire massa:
of in symbolen:
Met behulp van wiskunde (of het 2, 3, 6-ezelsbruggetje) kun je deze algemene formule omzetten in:
Om de massa NaCl uit te rekenen vermenigvuldig je dus het aantal mol met de Molaire massa van NaCl. In formules wordt het aantal mol weergegeven met een kleine letter "n", de massa met een kleine letter "m" en de molaire massa met een hoofdletter "M". Toegepast op natriumchloride wordt de formule:
De molaire massa van NaCl is de som van de molaire massa's van natrium en chloor:
Invullen (in omgekeerde volgorde, begin bij formule 5) geeft nu:
Het resultaat van vergelijking 6 (gebruik de knop Ans op je rekenmachine) invullen in vergelijking 4 geeft dan:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. 7 mol kaliumbromide, 833,042 gram
Om de massa KBr uit te rekenen vermenigvuldig je het aantal mol met de Molaire massa van KBr. In formules wordt het aantal mol weergegeven met een kleine letter "n", de massa met een kleine letter "m" en de molaire massa met een hoofdletter "M". De formule wordt dus:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. 5 mol waterstofgas 10,080 gram
Om de massa uit rekenen vermenigvuldig je het aantal mol met de molaire massa van . In formules wordt het aantal mol weergegeven met een kleine letter "n", de massa met een kleine letter "m" en de molaire massa met een hoofdletter "M". De formule wordt dus:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. 0,25 mol suiker 85,576 gram
Om de massa uit te rekenen vermenigvuldig je het aantal mol met de molaire massa van . In formules wordt het aantal mol weergegeven met een kleine letter "n", de massa met een kleine letter "m" en de molaire massa met een hoofdletter "M". De formule wordt dus:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. 0,007 mol gootsteenontstopper, 0,280 gram
Om de massa uit te rekenen vermenigvuldig je het aantal mol met de molaire massa van . In formules wordt het aantal mol weergegeven met een kleine letter "n", de massa met een kleine letter "m" en de molaire massa met een hoofdletter "M". De formule wordt dus:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. mol kalk Om de massa uit te rekenen vermenigvuldig je het aantal mol met de molaire massa van . In formules wordt het aantal mol weergegeven met een kleine letter "n", de massa met een kleine letter "m" en de molaire massa met een hoofdletter "M". De formule wordt dus:
|
- ↑ BINAS 5e druk tabel 99, BINAS, Informatieboek voor natuurwetenschappen en wiskunde vijfde druk, BINAS-commissie van de NVON, Noordhoff Uitgevers