Quenya/Adjectieven
Inleiding
[bewerken]Quenya heeft 3 types adjectieven die we kunnen herkennen aan de eindletter:
- adjectieven op -a:
- alta "groot"
- corna "rond"
- larca "snel"
- raica "gebogen"
- farëa "voldoende"
- adjectieven op -ë:
- leucë "ziek"
- ninquë "wit"
- carnë "rood"
- adjectieven op -n; de meeste eindigen op -in, enkele op -en:
- marin "rijp"
- qualin "dood"
- peren "geduldig"
Adjectieven worden meestal voor het substantief waarbij ze horen geplaatst:
- larca sírë "een snelstromende rivier"
- i ninquë fanya "de witte wolk"
Je kan het adjectief benadrukken door het achter het substantief te plaatsen:
- mallë raica "een kromme (en niet rechte) straat"
Bij een eigennaam plaatsen we het adjectief altijd achteraan:
- Elendil Voronda "Elendil (de) Trouwe, Trouwe Elendil"
Adjectieven kunnen ook als gezegde gebruikt worden bij het werkwoord ná:
- i parma ná carnë "het boek is rood"
In zulke korte zinnen wordt ná (of nar) dikwijls weggelaten:
- i parma carnë "het boek is rood"
Meervoud
[bewerken]Adjectieven hebben slechts één meervoudsvorm; deze wordt gebruikt indien het substantief niet in het enkelvoud staat (dus duaal, meervoud en partitief meervoud maken geen verschil voor de vorm van het adjectief):
- carni parmar "rode boeken"
- carni parmat "een paar rode boeken"
- carni parmali "enkele rode boeken"
Adjectieven in het gezegde staan in het meervoud van zodra het onderwerp naar meer dan één persoon of voorwerp verwijst:
- i ciryar nar ninqui "de schepen zijn wit"
- i aran ar i tári nar altë "de koning en de koningin zijn groot"
Vorming van het meervoud:
- adjectieven op -a maar niet op -ëa:
- alta → altë "groot"
- corna → cornë "rond"
- raica → raicë "gebogen"
- adjectieven op -ëa:
- farëa → farië "voldoende"
- laurëa → laurië "gouden"
- adjectieven op -ë:
- leucë → leuci "ziek"
- ninquë → ninqui "wit"
- adjectieven op -n hebben twee mogelijke vormen:
- marin → marini/marindi "rijp"
- qualin → qualini/qualindi "dood"
- peren → pereni/perendi "geduldig"
Er is één onregelmatig adjectief:
- maitë → maisi "handig"
Verbogen adjectieven
[bewerken]In Quenya zijn er 2 gevallen waarin een adjectief verbogen wordt:
- als het adjectief als substantief gebruikt wordt
- als het adjectief onmiddellijk volgt op het substantief waarbij het hoort
In alle andere gevallen heeft een adjectief enkel de hogervermelde vormen: enkelvoud en meervoud.
Voorbeelden en paradigma's kan je vinden op de pagina: Quenya/Verbogen adjectieven.
Comparatief
[bewerken]In Quenya worden twee soorten comparatief (vergelijkende trap) gebruikt: de relatieve en de absolute comparatief.
relatieve comparatief
[bewerken]Om een adjectief te gebruiken in een relatieve vergelijking laten we het voorafgaan door lá, de vorm van het adjectief verandert echter niet:
- Oromë ná halla lá Mandos "Orome is langer dan Mandos"
- Anar ná calima lá Isil "De zon is helderder dan de maan"
Merk op: lá wordt ook gebruikt bij de ontkenning van sommige werkwoordsvormen. Beide betekenissen kunnen samen in één zin voorkomen:
- lá carilyes maica lá macilerya "jij maakt het niet scherper dan jouw zwaard"
absolute comparatief
[bewerken]Als daarentegen de vergelijking absoluut is, dan gebruiken we een speciale uitgang –lda:
- Oromë ná hallalda "Orome is langer"
Deze comparatieven eindigen altijd op –a en volgen de regels van dit type adjectieven:
- laiqualdë peleri "groenere velden"
Als we deze uitgang toepassen op adjectieven op –ë dan gebruiken we hun I-stam:
- ninquë "wit" → ninquilda
en adjectieven op –in/-en krijgen –ilda:
- melin "lief" → melinilda
Enkele zijn onregelmatig:
- mára/manë "goed" → malda "beter"
- vanya "mooi, eerlijk" → valda "mooier, eerlijker"
- ulca "slecht, verkeerd" → ulda "slechter, verkeerder"
- faica "slecht, gemeen" → felda "slechter, gemener"
- limba "veel" → lilda "meer"
- olya "veel" → olda "meer"
en het diminutief:
- manca "weinig" → mitsa "minder"
Superlatief
[bewerken]Het superlatief (overtreffende trap) wordt gevormd door het voorvoegsel an- aan het adjectief te hechten:
- calima "helder" → ancalima "helderst"
- vinya "nieuw" → anvinya "nieuwst"
Het voorvoegsel kan niet zo maar bij elk adjectief gebruikt worden omdat anders ontoelaatbare medeklinkercombinaties zouden ontstaan (zie Quenya/Fonologie). We kunnen het onveranderd gebruiken bij adjectieven beginnende met: een klinker, c-, n-, qu-, t-, v-, w-, y-, f-, h-.
- alta "groot" → analta "grootst"
- nindë "fragiel" → annindë "fragielst"
- quanta "vol" → anquanta "volst"
- wilwa "vaag" → anwilwa "vaagst"
- yelwa "verachtelijk" → anyelwa "verachtelijkst"
- furin "geheim" → anfurin "meest geheim"
- halla "lang" → anhalla "langst"
Als het adjectief begint met p- dan wordt het voorvoegsel am-:
- pitya "klein" → ampitya "kleinst"
Voor l-, m-, r-, s- the n of an- verdubbelt de beginmedeklinker:
- lauca "warm" → allauca "warmst"
- ringa "koud" → arringa "koudst"
- sarda "hard" → assarda "hardst"
- marin "rijp" → ammarin "rijpst"
Als we ook de historische ontwikkeling van Quenya in rekening brengen, dan zal er een grote groep adjectieven 'historische' onregelmatigheden vertonen, bvb.
- vanya "mooi" → ambanya "mooist"
Deze worden op een aparte pagina behandeld: historische superlatieven.
>> Quenya >> Quenya/Adjectieven