Naar inhoud springen

Parapsychologie/D

Uit Wikibooks
  • Déjà vu - De indruk al getuige te zijn geweest van een situatie of die al meegemaakt te hebben, vergezeld van een gevoel van onwerkelijkheid, van vreemdheid. Het wordt meestal uitgelegd als geheugenwaan waarbij een persoon gelooft dat hij een actuele gebeurtenis al heeft meegemaakt, terwijl esoterici het fenomeen eerder verklaren als het herkennen en herbeleven van een situatie uit een vorig leven. Ongeveer 70% van de mensen zou dit al eens zijn overkomen. Volgens de Zwitserse psycholoog Arthur Funkhouser kunnen drie verschillende typen worden onderscheiden: het déjà vécu, het déjà senti en het déjà visité.
    De uitdrukking "sensation du déjà vu" werd in 1876 bedacht door de Franse filosoof Émile Boirac (1851-1917), die het gebruikte in zijn boek L'Avenir des sciences psychiques. De term heeft nu algemeen ingang gevonden in andere talen dan het Frans. Het tegenovergestelde van déjà-vu, het gevoel van vervreemding in een vertrouwde omgeving, wordt de jamais-vu-ervaring (Frans voor 'nooit gezien') genoemd en kan onder vergelijkbare omstandigheden optreden. Het gaat in dit laatste geval om een situatie die het individu al is overkomen ondanks het feit dat hij of zij denkt het nog nooit eerder te hebben meegemaakt.
  • Dodenboek - Een tekst van meer dan 2500 jaar oud die gaat over wat er met de ziel van een mens gebeurt na de dood en hoe zich hier nog tijdens het aardse leven op voor te bereiden. De bekendste teksten zijn de Egyptische en Tibetaanse dodenboeken. Een dodenboek zou je kunnen vergelijken met een soort handleiding voor de levenden, opgesteld door zieners, sjamanen en andere 'verkenners' van andere werelden. Door middel van uittreding zouden zij in staat zijn andere niveaus van bestaan te bezoeken. De teksten die zij nalaten helpen de mensen op aarde om zich voor te bereiden op de gevaren die hen aan gene zijde in onbekende werelden kunnen wachten. Er worden verschillende toestanden in beschreven waarin iemand terecht kan komen die is gestorven. Een grote rol wordt toegekend aan het astraallichaam of "het dubbel" dat zich na de dood losmaakt van het fysieke lichaam.
  • Droomanalyse - Voor zowel Freud als Jung waren dromen duidelijke manifestaties van het onbewuste. Jung onderscheidde behalve de dromen die terug te voeren zijn op persoonlijke ervaringen echter ook een andere categorie: dromen die geen raakvlak lijken te hebben met de leefwereld van de patiënt. Sommige dromen lijken uit een andere wereld te komen omdat ze betrekking hebben op een diepere laag van de psyche, uit een laag van het onbewuste die onpersoonlijk is: het collectief onbewuste met de archetypen. Jung was het ook niet eens met Freuds stelling dat alle droomsymbolen vermomde weergaven zijn van verdrongen wensen. Voor hem waren droomsymbolen, net zoals andere symbolen, een soort boodschappen uit het onbewuste waar we naar zouden moeten luisteren omdat ze ons de kans geven tot individuatie (het proces waarbij de persoonlijkheid geïntegreerd wordt). Dromen kunnen volgens Jung ook wijzen op verwaarloosde ('ongedifferentieerde') aspecten van de psyche. Hun functie is dus het streven naar herstelling van het psychisch evenwicht. De jungiaanse techniek die wordt aangewend om symbolen in bijzondere dromen te duiden, wordt amplificatie genoemd. Voor meer alledaagse dromen met persoonlijke inhoud blijven jungianen gebruikmaken van de vrije associatie die door Freud werd toegepast.
  • Dubbel of etherisch dubbel - zie astraallichaam.
  • ...

Inleiding - Geschiedenis - Bekende praktijkgevallen
A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.