Oudgrieks/Blok 1/A-Tweeklanken
Uiterlijk
Hier zie je links de Oud-Griekse tweeklank staan en rechts hoe je de tweeklank in het Nederlands uitspreekt.
1. αι ai 2. οι oi 3. ει ei 4. αυ au 5. ευ ui 6. ου oe
Sommige klinkers vormen, als deze naast elkaar in een zin staan, een tweeklank. Dit hoeft niet altijd, bij werkwoorden gebeurt dit soms niet om zo de uitgang en de stam van elkaar te scheiden. Ook bij zelfstandige naamwoorden hoeft dit niet per se te gebeuren om de stam en uitgang van elkaar te scheiden.
← Blok 1/Het alfabet || Blok 1/Het alfabet/Accenten || Blok 1/Het alfabet/Accenten → |