Onderwijs in relatie tot P2P/Zelfregulatie

Uit Wikibooks
← Zelfallocatie Onderwijs in relatie tot P2P

"Zelfregulatie wordt opgevat als een reflectief – dus niet mechanisch – proces van contextueel handelen van individuen en groepen. Dit handelen is gericht op het realiseren van eigen doelen, waarden en intenties" (Donkers, 2011, p.16). Het is het vermogen van de mens om de cognitieve, emotionele en motivationele processen te beïnvloeden. Het gaat om regels die de mens zich eigen heeft gemaakt en die hij aanvaardt. Het zorgt ervoor dat men zijn psychisch functioneren kan beïnvloeden. Kortom, het gaat om het reguleren van het eigen gedrag. Dieren hebben dit niet en dat zorgt er voor dat de mens beter in staat is om met complexere materie om te gaan en dat hij beter zijn driften en verlangens onder controle kan houden. (Van der Stel, J., n.d.)

Je kan het ook biologisch bekijken. Hierbij gaat zelfregulatie om het in stand houden van biologische eenheden. Het lichaam gaat zelf bepaalde stoffen meer of minder aanmaken om het biologisch evenwicht in stand te houden (Encyclo, 2014).

Zelfregulatie en P2P[bewerken]

Bauwens (2013) zelf heeft het niet over zelfregulatie, maar spreekt wel over zelfregulerende systemen. Terwijl zelfregulatie betrekking heeft op het individu, gaat het bij een zelfregulerend systeem over een maatschappij. Hierdoor kan het zijn dat het soms lijkt of het twee andere begrippen zijn, maar dit is dan niet zo. Ze spelen zich enkel af op een ander niveau.

Bauwens (2013) ziet peer-to-peersystemen als zelfregulerende systemen. Een groep is zelfregulerend wanneer zij zichzelf kan aansturen en bijsturen waar nodig, zonder nood aan ingrepen van buitenaf. Zo wil Bauwens een samenleving die werkt volgens het peer-to-peerprincipe. Hierbij wil hij dat men kennis opbouwt en zaken produceert zonder leiding van bovenaf. Het systeem moet zichzelf sturen van binnenuit.

Een manier om dit te doen is werken volgens een meritocratische hiërarchie. Het gaat om een hiërarchie waarbij de positie afhankelijk is van de verdiensten die de persoon heeft geleverd. In het systeem werken ook moderatoren die ervoor zorgen dat iemand die zaken publiceert met slechte bedoelingen, dat die zaken uit het systeem verwijderd worden. De persoon die die zaken heeft gepubliceerd zal minder aanzien krijgen en zal ook dalen in de hiërarchie. Ze werken niet volgens een commandostructuur waarbij één iemand de bevelen uitdeelt en bepaalt wie welke zaken wel en niet mag publiceren. Bij een meritocratische hiërarchie gaat men de "integriteit en kwaliteit van de bijdragen controleren” (Bauwens, 2013, p.29). Bij een commandostructuur bevindt er zich een probleem, "vaak weten de redacteuren minder over het onderwerp dan de specialisten die de bijdragen leveren". Hierdoor spreekt men ook wel eens over een controlehiërarchie. Een voorbeeld hiervan is Wikipedia, de redacteuren hebben te veel macht verworven en weten soms zelf niets over het onderwerp. De vraag is dan in welke mate zij het recht hebben om de geschreven teksten te controleren. Bij een meritocratische hiërarchie wil men een hiërarchie opbouwen op basis van de aanleg en inspanning van mensen. Men gaat niet iemand bovenaan zetten met alle macht om te beslissen wie wat mag produceren. Ieder individu mag zelf iets produceren als men dat wil. Het wordt wel gecontroleerd, maar dan vooral op welk doel een publicatie voor ogen heeft. Niet op wie heeft het gepubliceerd en wat die heeft gepubliceerd. De mensen gaan ervan uit dat degene die het publiceert ook wel de expert is in dat gebied. Het gaat om een zelfregulerend systeem, omdat men kan bijsturen indien nodig van binnenuit. Er is niemand buiten het systeem die invloed of controle moet uitoefenen op het systeem.

Een stimergetisch systeem leidt ook een zelfregulerend systeem. Stigmergie is een "vorm van zelforganisatie die onder de studie valt van de complexiteit en 'complexe systemen" (Bauwens, 2013, p.209). Een voorbeeld van een stigmergisch systeem is een mierennest. Ze werken zonder afgesproken planning, maar komen wel tot een resultaat. Zij hebben dus geen sturing van buitenaf nodig. Ook is er binnen het systeem geen leider aanwezig die de bevelen uitdeelt. Het systeem stuurt zichzelf van binnenuit. Bauwens (2013) stelt dat P2P-systemen zowel zelfregulerende als stigmergetische systemen moeten zijn.

Het is ook duidelijk dat een zelfregulerend systeem tegengesteld is aan een overheidssturing, waar alles gepland wordt. Binnen zelfregulerende systemen is er geen groep van mensen die aan het hoofd staan en regels bepalen. (Bauwens, 2013)

Voorbeeld[bewerken]

Een voorbeeld van een zelfregulerend systeem is een pedagogische zelfregulerend systeem (P-ZES). Men past het principe van een zelfregulerend systeem toe in de onderwijssector.

Bij dit systeem gaat men zo veel mogelijk vertrekken vanuit de kennis die de leerlingen al bezitten. Men weet dat niet alle leerlingen even sterk zijn. Door gedifferentieerd te werk te gaan, wil men vooruitgang boeken bij iedere leerling. Het is niet zo dat de leerkracht vooraan in de klas staat en dan alle informatie overdraagt aan de leerlingen. De leerlingen mogen zelf informatie aanreiken. Door alle informatie van alle leerlingen te bundelen, probeert men tot de juiste theorieën te komen. Hierbij is het ook de bedoeling dat de leerlingen in gesprek gaan met elkaar en op basis daarvan tot theorieën komen. Het gesprek wordt niet gestuurd van buitenaf en er staat ook niemand aan de leiding van het gesprek. Men gebruikt P-ZES vooral in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (P-ZES, z.j.).


Een ander voorbeeld van zelfregulatie zou kunnen zijn dat kinderen doorheen hun ontwikkeling hun driften moeten leren onderdrukken. Hierdoor gaan ze hun zelfregulatie ontwikkelen. Zo moeten de kinderen leren dat hun behoeften niet altijd meteen bevredigd kunnen worden. Ze moeten leren dan ze hun wensen moeten kunnen uitstellen. Zo moeten ze leren dat als ze honger hebben, ze niet altijd meteen eten kunnen krijgen.

Theoretische duiding[bewerken]

Zelfregulatie wordt omschreven als het geheel van menselijke handelingen. Het gaat om zowel cognitieve, emotioneel-motivationele en gedragscomponenten die het individu in staat moet stellen om zijn acties zo te sturen dat hij zijn doelen kan bereiken (Donkers, 2011). Donkers (2011) omschrijft zelfregulatie als een combinatie van zelfsturen en afstemmen. Met zelfsturen bedoelt hij "een proces van doel- of waardegeoriënteerd handelen waarbij een zekere onafhankelijkheid van de omgeving is verondersteld" (Donkers, 2011, p.16). Afstemmen verwijst dan weer naar "een proces waarin men probeert – in mentale of praktische zin – een brug te slaan tussen de verschillende delen van een geheel" (Donkers, 2011, p.16).

Donkers (2011) onderscheidt drie gebieden waar zelfregulatie zich afspeelt. Ten eerste spreekt hij over het cognitief gebied. Hij noemt dit ‘cognitieve zelfregulatie’. Hierbij gaat het om de reflectie van bepaalde doelen, waarden en intenties die men in verschillende situaties wil realiseren. Het tweede gebied betreft het persoonlijk vlak. Dit wordt omschreven door ‘interne zelfregulatie.’ Hierbij gaat het om het sturen en afstemmen van het zelf, dit kan zowel biologisch, sociaal, cognitief,… zijn. Ten slotte spreekt hij nog over de ‘intermenselijke of maatschappelijke zelfregulatie’. Het betreft het intermenselijk gebied waarbij men verhoudingen in de samenleving gaat sturen en afstemmen.

Volgens Donkers (2011) kan men op verschillende manieren kijken naar zelfregulatie. Een eerste manier is het standpunt innemen van de sociaal-cognitieve theorie. Men gaat vertrekken van een ‘binnenperspectief’, vanuit het individu. Het individu gaat zelfregulatie ontwikkelen via zelfobservatie, zelfbeoordeling en zelfreactie. Vervolgens kan men ook vertrekken van de gedachtegang van de contole-theoriebenadering. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het buitenpersepctief waarbij mensen zelfregulatie ontwikkelen op basis van feedback vanuit de omgeving. Donkers (2011) wil een integratieve benadering hanteren. Hij ziet zelfregulatie als "een combinatie van zelfsturen en afstemmen, zowel op de binnenwereld van de persoon als op de interculturele, interpersoonlijke en interpositionele verhoudingen van de samenleving" (Donkers, 2011, p.26).

Men kan twee soorten modellen onderscheiden waarmee men naar zelfregulatie kan kijken. Ten eerste zijn er procesmodellen. Hier onderscheid men fases die kunnen leiden tot een goed leerproces. Ten tweede kan men vertrekken vanuit een componentmodel. Hierbij gaat men vertrekken van de competenties die een student bezit. (Zelfregulatie: Wat houdt het in binnen de huidige wetenschap).

Donkers (2011) somt ook een aantal kenmerken van zelfregulatie op. Ten eerste ziet hij zelfregulatie als een vermogen. Het is iets dat voor een groot deel contextueel bepaald is, maar dat ook aangeleerd kan worden. Ook Van Noort (n.d.) spreekt over een zelfregulerend vermogen. Het gaat om de mate waarin men de eigen identiteit, persoonlijke levensdoelen, de waarden en overtuigingen van de persoon kan afstemmen op de omgeving en persoonlijke doelen. Daarnaast omschrijft Donkers (2011) zelfregulatie ook als een reflectief proces. Hiermee bedoelt hij dat zelfregulatie altijd een andere vorm kan aannemen, afhankelijk van de situatie. Het gaat om een wisselwerking tussen de persoon (‘interne zelfregulatie), het gedrag (‘cognitieve zelfregulatie’) en de omgeving (‘maatschappelijke zelfregulatie’).

Externe links[bewerken]

Voor meer informatie over de psychologische opvatting van zelfregulatie, zie http://www.swpbook.com/1455 (Van der Stel, J. (n.d.) Zelfregulatie, ontwikkeling en herstel: Verbetering en herstel van cognitie, emotie, motivatie en regulatie van gedrag.)

Voor meer informatie over de sociale opvatting van zelfregulatie, zie http://books.google.be/books?id=GcxlmN4VdkcC&printsec=frontcover&dq=Donkers&hl=nl&sa=X&ei=w6tsVOOFEZPesATOmoDQBA&redir_esc=y#v=onepage&q=Donkers&f=false (Donkers (2011). Zelfregulatie: een contextueel sturingsconcept van sociale interventie. Antwerpen, België: Bohn Stafleu van Loghum.)

Facebook is geen zelfregulerend systeem. De grote lijnen duiden aan wat een regulerend systeem is: http://lowette.wordpress.com/2013/01/05/facebook-is-niet-zelfregulerend-waarom-zou-het/

Voor een artikel over zelfsturing versus zelfregulatie in de professionele wereld, zie http://www.kessels-smit.com/files/artikel_2004_van_noort_-_zelfsturing_en_zelfregulatie.pdf

Referenties[bewerken]

Bauwens, M. (2013). De wereld redden: Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen, België: Uitgeverij Houtekiet.

Donkers (2011). Zelfregulatie: een contextueel sturingsconcept van sociale interventie. Antwerpen, België: Bohn Stafleu van Loghum.

Encyclo. (2014). Zelfregulatie. Geraadpleegd op 30/11/2014, via http://www.encyclo.nl/begrip/zelfregulatie

P-ZES (Pedagogisch Zelfregulerend Systeem). (z.j.). Geraadpleegd op 29/10/2014, via http://www.cdo-newton.be/index_bestanden/Page624.htm

Van Noort (n.d.). Zelfsturing en zelfregulatie: Op zoek naar competenties van de nieuwe professional. Retrieved http://www.kessels-smit.com/files/artikel_2004_van_noort_-_zelfsturing_en_zelfregulatie.pdf

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.