Naar inhoud springen

Onderwijs in relatie tot P2P/(im-)materiële productie

Uit Wikibooks
← Hyperproductief Onderwijs in relatie tot P2P Inclusionisten →


Immateriële productie kan gedefinieerd worden als de voortbrenging van ontastbare goederen en diensten die net zoals materiële producten ook een economische en/of financiële bijdrage kunnen leveren. Materiële productie krijgt echter een andere omschrijving. Een materieel product is een product dat ontstaat door bewerking van materie (grondstoffen) door mensen (met handen of gereedschappen) of door machines. Productie kan neergeschreven worden als het proces dat de voortbrenging van iets levert door inspanning en arbeid. Dit kan wijzen op natuurlijke voortbrenging, industriële voortbrenging en de voortbrenging van maatschappelijke goederen.

(im-)materiële productie en P2P

[bewerken]

Michel Bauwens, een persoon gekend om zijn inspirerende uiteenzetting over peer-to-peer, is ervan overtuigd dat er in een peer-to-peer samenleving nood is aan immateriële productie (Bauwens & Lievens, 2013). Zo beschrijft hij het concept van immateriële productie in zijn boek als het proces waarbij alle individuen die zich willen inzetten rond een bepaald(e) thema of creatie, samen verzamelen. Dit heeft als doel een eindproduct te creëren dat tot stand komt door de vrijwillige inzet van personen. Zo werken mensen met verschillende achtergronden samen aan een voor hen interessant product.

Als men wil spreken over een collectief duurzaam immaterieel product is het volgens Bauwens noodzakelijk dat elk individu die uit het project stapt, vervangen wordt door een ander individu. Echter, vermeldt hij, moet er rekening gehouden worden met het feit dat niet iedereen zich altijd ten volle vrijwillig kan inzetten. Zo is leesbaar dat peer-productie collectief duurzaam is, eerder dan individueel. Dit niet geheel vrijwillige presteren leidt de materiële productie in de hand. Volgens Bauwens lopen de concepten immateriële – en materiële productie samen. Zo schrijft hij dat er voor alle immateriële productie nood is aan materiële infrastructuur. Hiermee bedoelt de man dat alvorens men aan immateriële productie kan doen, waarbij mensen samen komen om zich vrijwillig in te zetten voor iets, behoefte heerst aan tastbare middelen om tot het immateriële eindproduct te komen. Ook in omgekeerde richting geldt dit. Alvorens een product te creëren moet er nagedacht worden over een concept, een idee of een voorstel. Zo moet duidelijk worden dat Bauwens niet akkoord gaat met de stelling ‘in een peer-to-peer samenleving is er enkel nood aan immateriële productie’. Materiële productie is eveneens noodzakelijk om tot goede producten te komen. Een voorbeeld daarvan zijn er de fablabs, die volgens Bauwens, bijdragen tot een peer-to-peer samenleving, maar wel inzetten op materiële productie (Bauwens & Lievens, 2013). Een fablab kan gezien worden als een open source bibliotheek waarbij iedereen gratis gebruik kan maken van machines op voorwaarde dat kennis openlijk gedeeld wordt (http://www.fablab-leuven.be/).

Als er gepeild wordt naar de eigenlijke materiële productie bevestigt Bauwens dat er altijd nood zal zijn aan kapitaal. Zo heb je voor eender welk product grondstoffen en/of machines nodig. Dit materiële domein wordt ook het domein van schaarste genoemd. In de wereld van materiële productie geldt het socialistisch principe dat iedereen krijgt naargelang hij of zij bijgedragen heeft terwijl in de wereld van de immateriële productie het communistisch principe geldt. Dit houdt in dat iedereen bijdraagt volgens zijn of haar mogelijkheden maar dat de verdeling van het eindproduct verloopt volgens de behoeften van ieder individu (Bauwens & Lievens, 2013). Dit laatste kan alleen bij de immateriële productie, omdat bij dit concept het principe van overvloed geldt. Aangezien deze concepten aan elkaar verbonden zijn en ze ongetwijfeld altijd samen voorkomen, ontstaat de noodzaak van de samenwerking tussen materiële kapitalisten en immateriële communisten. Zo zegt Bauwens het volgende: ‘Het immateriële communisme wordt gedragen door het materiële kapitalisme, maar dat kapitalisme heeft het immateriële communisme nodig om te innoveren en te reproduceren.’ (Bauwens & Lievens, 2013, p.31).

Wel moet duidelijk worden dat het kapitalisme en de peer-to-peer wederzijds afhankelijk zijn. Zo heeft het kapitalisme het immateriële peer-to-peer-model soms nodig om te kunnen innoveren en reproduceren en moet de peer-productie zich soms verbinden aan kapitaal, want ook zich vrijwillig inzetten heeft zijn grenzen. Zoals Lievens (2012) in zijn blog beschrijft, moet er volgens Bauwens met de mensheid op zoek gegaan worden naar een alternatief, door het systeem van arbeid, productie, kapitaal en kennis te herdefiniëren. Er is nood aan een constructief P2P-narratief. In dit systeem staat materiële productie onder invloed van een peer-to-peer-dynamiek die een democratie stimuleert die participatie bij haar bevolking uitlokt (Lievens, 2012).

Voorbeeld

[bewerken]

Facebook is een voorbeeld van immateriële productie. Het is een sociaal medium waarvan iedereen gebruik kan maken. Dit maakt dat elke gebruiker waarde creëert. Om deze gebruikswaarde mogelijk te maken, is het aspect van de ruilwaarde eveneens van belang. Een producent zal namelijk altijd iets produceren in de hoop dat anderen het gebruiken. Daarvoor is er eerst nood aan ruilwaarde, die het mogelijk maakt de producten bij anderen te brengen. Die ruilwaarde is waar het in een kapitalistische samenleving om draait. Facebook geeft toegang aan velen om het goed te gebruiken, maar wordt niet aanzien als tastbaar iets. Dit is de reden dat Facebook gezien wordt als voorbeeld van immateriële productie. Het creëert gebruikswaarde, maar de producenten van Facebook blijven vasthouden aan winst.

Een ander voorbeeld waarbij materiële – en immateriële productie hand in hand gaan is het voorbeeld van Wikispeed. Dit is een peer-to-peer project dat aangestuurd wordt door een internationaal team ingenieurs. Het begon als een wedstrijd om een eigen wagen te ontwerpen. De Amerikaan, Joe Justice, startte hiermee en hield tegelijkertijd een blog bij. Door gebruik te maken van sociale media vond hij al snel een team dat samen met hem aan de slag ging om de moeilijkheden op te lossen en zo een bijna perfecte wagen te ontwerpen. Door de samenwerking met honderden specialisten, die leefden in verschillende regio’s, kon de wagen elke dag verbeterd worden. Door de grote spreiding van plaatsen waar de ingenieurs werkzaam waren, maakten ze gebruik van open source software. Dit proces lijkt op het eerste zicht puur immaterieel. Toch wordt er volop gebruik gemaakt van computers en internet. Door de snelle technologische ontwikkelingen van de laatste jaren wordt dit mogelijk. Computers zijn tegenwoordig veel betaalbaarder dan 20 jaar geleden en ook internet is bijna overal te vinden. Zowel het materiële- als immateriële aspect komen kijken bij de ontwikkeling van de (im-)materiële producten, maar ze onttrekken zich steeds meer aan de schaarstelogica omdat materiële producten (onder bepaalde voorwaarden) goedkoper geproduceerd kunnen worden. Via een immaterieel proces, ondersteund door materiële goederen (computer), wordt een materieel eindproduct geproduceerd, namelijk een Wikispeed-auto.

Theoretische duiding

[bewerken]

De geschiedenis van het ontstaan van materiële productie is terug te voeren naar de tijd van Karl Marx. Uiteraard werden er al tastbare goederen geproduceerd in tijden voor Marx, maar het specifieke begrip kan geplaatst worden in de context van de destijds heersende maatschappijstromingen. Hoewel Marx fervente voorstander was van het communisme, wordt de term 'materiële productie' vaak gekoppeld met een kapitalistische samenleving. De productie van goederen in het kapitalisme leidde tot het ontstaan van een standenmaatschappij met langs de ene kant de arbeidersklasse en langs de andere kant de mensen met het kapitaal. Hoewel Marx als communist voorstander was van het vervullen van de behoeften van iedere mens, kon ook het communisme niet aan deze veronderstelling voldoen. In de kapitalistische stroming daarentegen was het voornaamste doelwit het 'streven naar winst'. Deze winst haalden ze uit productie en was in het nadeel van de andere groep. Hierdoor ontstond wat Marx noemt 'de klassenstrijd' ("De ideeën van Karl Marx",2008-2014).

Bauwens meldt dat immateriële productie niet aan de schaarstelogica onderhevig is doordat kennis onuitputtelijk aanwezig is in de hedendaagse maatschappij (Bauwens & Lievens, 2013). Ook andere auteurs pleiten voor een samenleving waarin kennis gedeeld wordt. Dat gegeven maakt alle mensen rijker (Geldof, 2006). Kennis is een immaterieel, onuitputtelijk goed. Toch blijft in een maatschappij van vandaag, waar reeds vele mensen in rijkdom leven, het gevoel van schaarste overheersen. Zo bestaat de kans dat mensen hun leven zien als een eeuwige strijd die onderhevig is aan competitie en de schaarse bestaansmiddelen en -goederen (Geldof, 2006).

De materiële productie daarentegen is volgens Bauwens net wel onderhevig aan deze schaarsteproblematiek, al is dit wel steeds in mindere mate (Bauwens & Lievens, 2013). Met de industriële revolutie werd massaproductie als een normale zaak beschouwd. De voornaamste problemen waar de wereldbevolking mee geconfronteerd worden, zijn materieel van aard. Zo is er een schrijnend tekort aan energie en grondstoffen en een overtolligheid aan afvalbergen en vervuiling. De meest denkbare oplossing hier lijkt dan ook in een materieel domein te liggen (Demeyer, 2012).

Volgens Omlo (2014) heerst er in de hedendaagse maatschappij echter een andere vorm van schaarste. Dit is wat ‘psychologische schaarste’ genoemd wordt. Het gebrek aan tijd en vrienden kent tegenwoordig een belangrijke effect op ons dagelijks denken en handelen en dit omwille van de financiële schaarste door de alomtegenwoordige crisissen (Omlo, 2014). Doordat er schaarste heerst in de voorraad van bepaalde producten kunnen deze producten enkel tegen hoge prijzen geproduceerd worden. Daardoor hebben veel gezinnen last van financiële schaarste (Olmo, 2014). Met de komst van het internet wordt de productie door gelijken (‘peers’) enorm vergemakkelijkt. De massaproductie van internet zorgt er namelijk voor dat vrijwel iedereen er vrij goedkoop kan aan geraken. Het feit dat gelijken daardoor sneller in contact komen, volgt uit het gegeven dat het internet een ruimte creëert voor informele, horizontale contacten, waar geen hiërarchische structuren aan bod komen. Zo is belangrijke open source-software als Linux niet ontwikkeld in één machtig ICT-bedrijf, maar door een grote groep van geëngageerde vrijwilligers die wereldwijd via het net samenwerken (Lievens, 2012). Toch impliceert een overvloed aan kennis niet meteen de totstandkoming van een intelligente en gelukkige wereldburger. Zo moet er door de opkomst van digitale bronnen en sociale media rekening gehouden worden met het feit dat dit eveneens kan leiden tot een lager psychologisch welbevinden waardoor mensen tekorten ervaren in hun sociaal leven.

[bewerken]

De eerste link geeft een beschrijving over immateriële arbeid en diens gevolgen: http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/3492

Dit is een blog van de schrijver van het boek ‘de wereld redden’. De auteur geeft een beeld over waarom de maatschappij van vandaag nood heeft een P2P samenleving: http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/07/24/peer-peer-productie-en-de-komst-van-de-commons

In deze link wordt de nadruk gelegd op kritische kwesties van P2P: http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/10/07/het-dilemma-van-de-peer-peer-economie

Dit geeft een voorbeeld van hoe auteurs gebruik maken van zowel materiële als immateriële productie: https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/17893

Deze link geeft verdieping in het concept van de schaarste en de nieuwe economie: http://arno.unimaas.nl/show.cgi?fid=3402

Referenties

[bewerken]

Bauwens, M., & Lievens, J. (2013). De wereld redden: met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen, België: Houtekiet.


Demeyer, L. (2012). Richting (materiële) oplossingen. Retrieved from http://www.wacbelgium.be/en/node/2083


Geldof, D. (2006). Overvloed, of hoe juiste vragen niet tot juiste antwoorden leiden. Oikos, 37, 40-44.


Lievens, J. (24 juli 2012). Peer-to-peer productie en de komst van de ‘commons’. Retrieved from http://www.dewereldmorgen.be/blogs/jean-lievens/2012/07/24/peer-peer-productie-en-de-komst-van-de-commons


Olmo, J. (2014). Schaarste: hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen [recensie]. Geraadpleegd op http://www.socialevraagstukken.nl/site/recensie/schaarste-hoe-gebrek-aan-tijd-en-geld-ons-gedrag-bepalen/


Onbekend (n.d.). Over de filosofie van Karl Marx: de tuin van het geluk. Retrieved from www.detuinvanhetgeluk.be/publicaties/Over%20Karl%20Marx.doc


Soete, L. (1999). De schaarste voorbij. Zeggenschap: tijdschrift over arbeidsverhoudingen. Retrieved from arno.unimaas.nl

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.