Nederlands/Spelling/Spelling voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs
Uiterlijk
< Nederlands | Spelling
Ga terug naar Nederlands voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs
Hoofdletters en leestekens
[bewerken]Je gebruikt hoofdletters en leestekens om een tekst beter leesbaar te maken.
Hoe gebruik je hoofdletters?
- Aan het begin van een zin: Deze vloer staat netjes in de was.
- Bij namen: Ruud, Hogeschool van Amsterdam, het Domplein.
Hoe gebruik je leestekens?
- Je eindigt een zin altijd met een punt, uitroepteken of een vraagteken.
- Bij gewone zinnen gebruik je een punt: Ik ga morgen naar de kapper.
- Na een vraag zet je een vraagteken: Wat vond je van de wedstrijd?
- Met een uitroepteken geeft je de zin nadruk: Dat is briljant!
Leerdoelen
[bewerken]Vaardigheden
[bewerken]Basisvaardigheden
[bewerken]- ▢ Ik kan 1000 basiswoorden spellen.
Oriënteren
[bewerken]- ▢ Ik kan aangeven wanneer hoofdletters gebruikt worden.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer leestekens gebruikt worden.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer punten gebruikt worden.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer vraagtekens gebruikt worden.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer uitroeptekens gebruikt worden.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer komma's gebruikt worden.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer een dubbelepunt gebruikt wordt.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer een puntkomma gebruikt wordt.
- ▢ Ik kan aangeven wanneer aanhalingstekens gebruikt worden.
- ▢ Ik kan aangeven hoe een citaat weergeven wordt.
- ▢ Ik kan uitleggen wanneer een woord op -t of -d eindigt.
- ▢ Ik kan de stam van een werkwoord vinden.
- ▢ Ik kan de infinitief in een zin herkennen.
- ▢ Ik kan het voltooid deelwoord in een zin herkennen.
- ▢ Ik kan het verschil aangeven tussen de infinitief en het voltooid deelwoord.
- ▢ Ik kan uitleggen hoe je spelling controleert.
Voorbereiden
[bewerken]Uitvoeren
[bewerken]- ▢ Ik kan hoofdletters gebruiken.
- ▢ Ik kan leestekens gebruiken.
- ▢ Ik kan punten gebruiken.
- ▢ Ik kan vraagtekens gebruiken.
- ▢ Ik kan uitroeptekens gebruiken.
- ▢ Ik kan komma's gebruiken.
- ▢ Ik kan een dubbelepunt gebruiken.
- ▢ Ik kan een puntkomma gebruiken.
- ▢ Ik kan aanhalingstekens gebruiken.
- ▢ Ik kan een citaat weergeven.
- ▢ Ik kan woorden opzoeken in een woordenlijst of woordenboek.
- ▢ Ik kan bepalen of een woord op -t of -d eindigt.
- ▢ Ik kan voltooide deelwoorden spellen.
- ▢ Ik kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- ▢ Ik kan de verleden tijd maken van sterke werkwoorden.
- ▢ Ik kan een schema voor werkwoordspelling gebruiken.
- ▢ Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
- ▢ Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
- ▢ Ik kan zinnen met twee persoonsvormen maken.
- ▢ Ik kan het meervoud van woorden schrijven.
- ▢ Ik kan het meervoud van woorden schrijven die op -en eindigen.
- ▢ Ik kan het meervoud van woorden schrijven die op -s eindigen.
- ▢ Ik kan het meervoud van woorden schrijven die op 's eindigen.
- ▢ Ik kan het meervoud van woorden schrijven die op -ie eindigen.
- ▢ Ik kan het meervoud van woorden schrijven die op -ee eindigen.
- ▢ Ik kan bijvoeglijke naamwoorden spellen.
- ▢ Ik stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden spellen.
- ▢ Ik kan spelling controleren.
- ▢ Ik kan afkortingen gebruiken.
- ▢ Ik kan afkortingen waarvan je de woorden volledig uitspreekt gebruiken.
- ▢ Ik kan 'aanstaande' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'alstublieft' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'door middel van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'dat wil zeggen' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'een en ander' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'en dergelijke' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'enzovoort' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'in plaats van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'in verband met' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'met andere woorden' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'met betrekking tot' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'met ingang van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'met name' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'met uitzondering van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'naar aanleiding van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'namelijk' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'nader overeen te komen' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'nummer' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'onder andere(n)' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'per persoon' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'post scriptum' als afkorting gebruiken in een brief.
- ▢ Ik kan 's’il vous plait' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'ter attentie van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'ten behoeve van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'ten gevolge van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'ter name van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'ten opzichte van' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'te zijner tijd' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'volgende' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'voornamelijk' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'vice versa' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'zogenaamd' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'zo goed als nieuw' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'zie ommezijde' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan 'zo spoedig mogelijk' als afkorting in een zin schrijven.
- ▢ Ik kan afkortingen waarvan je de woorden volledig uitspreekt gebruiken.
- ▢ Ik kan afkortingen in combinatie met andere woorden gebruiken.
- ▢ Ik kan afkortingen in combinatie met andere woorden gebruiken met een verbindingsstreepje.
- ▢ Ik kan afkortingen in combinatie met andere woorden gebruiken zonder een verbindingsstreepje.
Reflecteren
[bewerken].