Bigband/Centra van swing

De band van Count Basie met vocalist Ethel Waters, uit de film Stage Door Canteen (1943)

Het fenomeen van de swing in de jaren dertig van de 20e eeuw stimuleerde de verdere ontplooiing en popularisering van bigbandmuziek. Het leidde ook tot de oprichting van honderden nieuwe orkesten. Twee types bigbands floreerden naast elkaar:

1. In New York speelden orkesten complexe arrangementen op een algemeen 'zachtere' toon, en zij gaven solisten slechts een beperkte rol. Hun leden hadden veelal gestudeerd aan de universiteit: Benny Goodman, Fletcher Henderson, Coleman Hawkins...

1. De Territory Bands, orkesten waarvan de muziek beïnvloed was door blues en minder gekunsteld was. Oorspronkelijk afkomstig uit het midwesten en het zuidwesten (Chicago), telden ze onder hun leden bijzonder getalenteerde solisten die ze de gelegenheid gaven om te schitteren. Deze rondtrekkende dance bands doorkruisten in jaren 1920 tot de jaren 1960 specifieke regio's van de Verenigde Staten. Heel wat van deze groepen trokken rond in bussen, op zoek naar een volgend optreden, typisch slechts voor één nacht. De omstandigheden waren niet altijd ideaal en wisselden sterk. De ene dag verbleven ze in een smerig casino, de volgende dag in een luxe hotel. Uitgeput door de lange afstanden, gestresseerd door de ijzeren discipline die hun orkestleider hun oplegde, en – omdat het gewoonlijk ging om zwarte muzikanten – in de zuidelijke staten geconfronteerd met rassenhaat en segregatie leefden ze in vaak abominabele omstandigheden. Toch moesten zij elke avond opnieuw met dezelfde passie voor swing een show ten beste geven.

De bigbands in New York

Voor de meeste jazzmusici die wilden doorbreken, was de enige oplossing om te verhuizen naar New York. Het was in New York dat de geschiedenis van Swing werd gemaakt. De geschiedenis van de bigband begint echter pas echt met Fletcher Henderson in de late jaren twintig. Count Basie, Benny Goodman en Fletcher Henderson behoren tot de voorlopers en zij werden de helden van de swing in de jaren dertig. New York was het centrum van de platenindustrie, en de muziek van de bigbands veroverde de danszalen in het hele land. Nooit meer in haar geschiedenis zou de jazzmuziek nog zo innig verbonden zijn met het leven van de gewone Amerikanen.

In 1935, het begin van de gouden eeuw van de bigband, waren de belangrijkste jazzdirigenten verhuisd naar New York. Ook is het geen toeval dat het gouden tijdperk van de bigband samenvalt met dat van de radio. Door middel van de radio werden bigbands doorheen het hele land bekend, want meer dan negentig miljoen Amerikanen luisterden naar de radio. Van New York tot Los Angeles en Chicago hadden zij nu de kans om de swing te ontdekken.

De bigbands in Chicago

De muziek van dansorkesten uit Chicago was zachter en meer commercieel. Ze was vooral bij een blank publiek in trek dat naar dancings en balzalen trok waar de bigbands optraden. Deze bands hadden met verfijnde arrangementen ook deel aan het succes van de bigbands.