Basiskennis chemie 2/Biomoleculen

Uit Wikibooks
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Vorige pagina Inhoudsopgave Volgende pagina  

Biomoleculen

Voor de biologie en de medische wereld is scheikunde een hulpwetenschap. Als biologisch of medisch analist hoef je niet alles van chemie te weten, maar maak je wel vaak gebruik van chemische eigenschappen van stoffen. Ook als chemisch analist is het handig als je iets weet van de effecten van verschillende stoffen op planten, dieren en op jezelf.

Er zijn ontzettend veel verschillende stoffen die in de biologie een rol spelen. Soms zijn dit zouten, maar veel vaker bestaan ze vooral uit koolstof-, waterstof-, zuurstof- en stikstof-atomen. De eigenschap van koolstof om makkelijk lange slierten te vormen is daarbij belangrijk.
Bij het bestuderen van stoffen die in levende systemen voorkomen blijkt dat er in het grote aantal drie grote groepen zijn aan te wijzen, en de "rest".

  • Vetten
  • Eiwitten
  • Koolhydraten
  • de rest

Biomoleculen

 

Weergeven van biomoleculen

In biomoleculen is niet alleen belangrijk welke atomen in het molecuul voorkomen. Ook het aantal en de manier waarop de atomen met elkaar verbonden zijn speelt een belangrijke rol. Een tekening hoe de atomen precies met elkaar verbonden zijn is dan belangrijk. Zo'n tekening heet een structuurformule. Omdat het, ook bij kleinere biomoleculen al snel om tientallen atomen gaat is het bijna geen doen om alle atomen netjes te tekenen. De volgende afspraken zijn gemaakt:
  • Koolstof-atomen worden niet getekend, alleen de bindingen tussen de koolstofatomen. Waar een binding "de hoek omgaat" zit een koolstofatoom.
  • Waterstof-atomen worden meestal niet getekend als ze aan koolstof zitten. Een waterstof-atoom aan een ander atoom dan koolstof wordt altijd getekend. Het aantal waterstof-atomen aan een koolstof-atoom bepaal je door te kijken naar het aantal bindingen dat wel al aan het koolstof-atoom is aangegeven. Koolstof heeft altijd vier bindingen. Staat er maar een binding aangegeven dan betekent het dat er nog 3 waterstof-atomen aanwezig zijn.
  • Andere elementen worden met hun symbool aangegeven.

Koolstof en de waterstof-atomen die daar aan vast zitten worden niet getekend, ze zitten er uiteraard wel. Bij het omzetten van de de structuurformule naar een formule moet je ze dus ook opgeven. Bij het berekenen van de molaire massa moet je ze wel meetellen. Hieronder staan twee biomoleculen (kleintjes!) op de verschillende manieren getekend.






Biomoleculen tekenen

 
In de twee middelste plaatjes stellen de zwarte bollen koolstof-atomen voor, rode staan voor zuurstof en de witte geven waterstof weer.
De middelste en de rechter plaatjes in bovenstaande figuren bevatten de zelfde informatie, alleen in de rechter figuur is die makkelijker te achterhalen.

Vorige pagina Inhoudsopgave Volgende pagina  

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.