Naar inhoud springen

Alchemie/Ondergang van de westerse alchemie

Uit Wikibooks
Alchemie

De ondergang van de westerse alchemie vanaf de 17e eeuw werd veroorzaakt door de opkomst van de moderne wetenschap met haar nadruk op strenge kwantitatieve experimenten en haar minachting voor "oude wijsheid". Hoewel deze ontwikkeling al in de 17e eeuw begon, zou de alchemie nog 200 jaar aanhangers voor zich winnen en in feite beleefde zij in de 18e eeuw nog een hoogtepunt. Nog in 1781 beweerde James Price een poeder gemaakt te hebben dat kwik in zilver of goud kon transmuteren.

Robert Boyle (1627-1691), bekend voor zijn studie van gassen, was de pionier in de toepassing van de wetenschappelijke methode bij chemisch onderzoek. Met hem en wetenschappers als Antoine Lavoisier en John Dalton begon de moderne scheikunde.

Newton en alchemie

[bewerken]
Isaac Newton

Wat velen niet weten, is dat de grote natuurkundige Isaac Newton ook een groot alchemist was en minstens evenveel tijd besteedde aan 'occulte' wetenschappen als astrologie en alchemie als aan zijn wetenschappelijk' werk.

De econoom John Maynard Keynes veilde in 1936 een groot deel van de alchemistische manuscripten van Isaac Newton voor het King's College te Cambridge. 369 boeken uit de persoonlijke bibliotheek van Newton hadden een wetenschappelijk karakter, 170, echter, zijn werken over de Rozenkruisers, de kabbala en alchemie. Keynes riep Isaac Newton later uit als de laatste grote "Renaissance-magiër". Newton had zelf een alchemistische index aangemaakt met 100 auteurs en 150 teksten en 5.000 pagina verwijzingen met 900 trefwoorden aangelegd. Jan Golinski geloofde dat Newton dit had gedaan in de hoop er een samenhangend geheel en een samenhangende leer uit te kunnen afleiden. Betty T. Dobbs zei dat Newton de alchemistische literatuur tot de 17e Eeuw zeer zorgvuldig had bestudeerd en dit gedurende 30 jaar zonder onderbreking. De Newton biograaf Richard Westfall schrijft: "Newton verloor zijn eerste liefde [bedoeld is de alchemie] nooit uit het oog". Westfall gaat ervan uit dat alchemistische overwegingen ook bij Newtons 'Hypothesis of Light' (1675) waren opgenomen en dat Newtons beschouwingen over de banen van de planeten door de alchemie beïnvloed waren. Betty T. Dobbs schrijft: "Zijn herinvoering van het concept van aantrekking in zijn 'Principia', en zijn afwijzing van een zich op de 'Ether' beroepende mechanica als verklaring voor de zwaartekracht leken Westfall en mij een voldoende argument voor de invloed van de alchemie op zijn denken. Veel alchemistische verhandelingen gaan immers uit van niet-mechanische actieve principes die conceptueel vergelijkbaar zijn met de zwaartekrachttheorie van Newton."

John Maynard Keynes, die veel van Newtons alchemistische geschriften had verworven, verklaarde: "Newton was not the first of the age of reason: he was the last of the magicians." (Newton was niet de eerste vertegenwoordiger van het tijdperk van de rede, hij was de laatste van de magiërs).

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.