Geo-visualisatie/Inleiding GIS: verschil tussen versies
start hoofdstukje over queries / slim gebruik van attributen. |
k opmaak beter, tekst beter, figuren erbij |
||
Regel 209: | Regel 209: | ||
Let op: buiten deze twee bovenstaande paragrafen wordt niet specifiek over GIS-data gesproken. Gekozen is om de term geo-informatie te gebruiken, een algemeen geaccepteerde, neutrale term. Vaak zal echter wel bedoeld worden: GIS-data, omdat dit voor een GIS-specialist de meest ideale geo-informatie is. |
Let op: buiten deze twee bovenstaande paragrafen wordt niet specifiek over GIS-data gesproken. Gekozen is om de term geo-informatie te gebruiken, een algemeen geaccepteerde, neutrale term. Vaak zal echter wel bedoeld worden: GIS-data, omdat dit voor een GIS-specialist de meest ideale geo-informatie is. |
||
== |
==Gebruik maken van attributen: over queries of 'zoekvragen'== |
||
Attributen zijn de kracht van geo-informatie. Een GIS kan hier op meerdere manieren slim gebruik van maken. Zoals gezegd, in deel B (thematische kaarten) en deel C (o.a. bij het labellen) zal |
Attributen zijn de kracht van geo-informatie. Een GIS kan hier op meerdere manieren slim gebruik van maken. Zoals gezegd, in deel B (thematische kaarten) en deel C (o.a. bij het labellen) zal op de daadwerkelijke toepassing terug gekomen worden. Hieronder nog wat theoretische achtergrond, die nodig zal zijn om er überhaupt gebruik van te kunnen maken. |
||
Hieronder een voorbeeld hoe een goed doordacht (maar zeer simpel) GIS-model er voor zorgt dat er snel en plezierig gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden die een GIS biedt. |
|||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
[[Afbeelding:Gis attributen alle steden tabel voorbeeld slim gebruik van.PNG|thumb|center|800px|'''Tabel-representatie van een GIS-bestand van een aantal grote Nederlandse steden.''']] |
|||
⚫ | |||
[[Afbeelding:Slim gebruik maken van GIS model Steden gelabeld.PNG|thumb|center|800px|'''Drie kaarten van steden van Nederland''' op basis van dezelfde hierboven getoonde data (klik op het figuur voor meer detail).]] |
|||
Over de kaart met steden en provinciehoofdsteden: |
Over de kaart met steden en provinciehoofdsteden: |
||
Regel 223: | Regel 229: | ||
In tegenstelling wat een beginnende GIS-ser of - eerder - een buitenstaander misschien zou verwachten, hoeven voor de drie kaarten die gemaakt zijn niet verschillende bestanden (één met hoofdsteden, één met alle steden, en misschien wel één met overige steden) te worden gemaakt. Het mag duidelijk zijn dat de opbouw van zo'n steden bestand moet aangepast zijn op basis van wat nodig is voor analyese en kaarten maken. De exacte opbouw van zo'n GIS-bestand is een simpel voorbeeld van een GIS-model. Zonder over die opbouw vooraf goed (en eenmalig) na te denken, kan je later wel eens enorm veel moeite blijken te hebben met het maken van goede analyses en kaarten. |
In tegenstelling wat een beginnende GIS-ser of - eerder - een buitenstaander misschien zou verwachten, hoeven voor de drie kaarten die gemaakt zijn niet verschillende bestanden (één met hoofdsteden, één met alle steden, en misschien wel één met overige steden) te worden gemaakt. Het mag duidelijk zijn dat de opbouw van zo'n steden bestand moet aangepast zijn op basis van wat nodig is voor analyese en kaarten maken. De exacte opbouw van zo'n GIS-bestand is een simpel voorbeeld van een GIS-model. Zonder over die opbouw vooraf goed (en eenmalig) na te denken, kan je later wel eens enorm veel moeite blijken te hebben met het maken van goede analyses en kaarten. |
||
Hier boven is twee maal gesproken over selecteren. Het (automatisch) '''selecteren''' gebeurt met zogenaamde queries (Engels, spreek uit: kwèries) of in het Nederlands 'zoekvragen'. |
Hier boven is twee maal gesproken over selecteren. Het (automatisch) '''selecteren''' gebeurt met zogenaamde queries (Engels, spreek uit: kwèries) of in het Nederlands 'zoekvragen'. Een query beperkt het objecten dat voorkomt in een geheel databestand op basis van één of meerdere voorwaarden. Queries maken gebruik van zogenaamde SQL-statements (Standard Query Language). GIS-pakketten zorgen vaak dat je met een wizard of op een andere manier deze selecties makkelijk kan maken. Vaak heb je het snel onder de knie. Een beperkte hoeveelheid kennis over SQL kan jou effectiviteit en de functionaliteit van je GIS vergroten. Hieronder wordt alleen een zeer summiere uitleg en het hierboven gebruikt voorbeeld gegeven. |
||
Een SQL-query (of: ''select-statement'' in dit geval) ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: |
|||
SELECT * FROM tabelnaam WHERE kolomnaam=...VOORWAARDE... |
|||
:Uitleg over deze opbouw: |
|||
:*SELECT: 'selecteer'; hierachter wordt in een GIS meestal een * genoteerd: dat betekent alle velden. |
|||
:*FROM: 'uit'; hierachter komt de naam van de tabel |
|||
:*WHERE: 'waar voor geldt'; hierachter komen de veldnamen met waarden waaraan de velden moeten voldoen. Hier wordt gebruikt gemaakt van 'Boleaanse' operatoren, zoals = <>, >, <. |
|||
In het voorbeeld van hierboven is bij de 2e en 3e kaart dit select-statement gebruikt: |
|||
SELECT * FROM hetnederlandsestedenbestand WHERE [STATUS] = 'provinciehoofdstad'. |
|||
Dankzij deze 'select-statements' hoeven we niet twee aparte bestande te beheren; één met provinciehoofdsteden en een ander met de overige steden. |
|||
<div style="background:#FFDAB9;"> |
|||
'''SAMENVATTING:''' Door vooraf te weten wat je met een GIS wilt, kan je definiëren welke attributen nodig zijn in een bestand. Door SQL (queries of zoekvragen) kan je uit GIS-bestanden beperkte subsets halen, die je vervolgens gebruikt voor visualisatie van deze objecten of voor hun labels. |
|||
</div> |
|||
<div style="background:#FFEFD5;"> |
|||
'''TIP:''' De notaties die GIS-pakketten bij queries gebruiken wijken soms licht af van de officiële SQL-schrijfwijze. Doorgaans zal je daar geen last van hebben. De ene keer moet je een " vervangen door een ' of omgekeerd. Meer informatie kan je vinden op [http://nl.wikipedia.org/wiki/Sql| Wikipedia over SQL], of op [http://nl.wikipedia.org/wiki/Booleaanse_operator Wikipedia over Operatoren], maar wellicht is je eigen GIS-handleiding al voldoende. Een zware wiskundige achtergrond of programmeerkennis is niet echt nodig; een GIS-specialist heeft aan een beperkte, beginnende hoeveelheid 'SQL'-kennis voldoende. |
|||
</div> |
|||
==Eigenschappen van geo-informatie== |
==Eigenschappen van geo-informatie== |
Versie van 17 nov 2007 16:40
| |||||||||||||||||||||
Bestand:Boek.gif Doelstellingen van deze module 'Inleiding GIS': Na het lezen van deze module kent de lezer de belangrijkste GIS-begrippen en - principes tot op een niveau waarmee zowel een gemiddelde GIS-software-handleiding is te begrijpen, als waarmee de rest van dit handboek begrepen kan worden. De lezer kent de kracht van geo-informatie en hij kan de beperkingen van geo-informatie als input noemen, voorzover die bij het maken van analyses én kaarten van belang zijn.
Wat is GIS?GIS betekent Geografisch Informatie Systeem. GIS is een techniek waarbij ruimtelijke gegevens kunnen worden gegenereerd, gevisualiseerd, bewerkt en geanalyseerd. In een GIS kunnen diverse (informatie)lagen over elkaar worden gelegd. In het spraakgebruik, ook door GIS-specialisten zelf, wordt met GIS vaak nog in een bredere definitie bedoeld. De visualisatie van een GIS gebeurt meestal in kaartvorm. Zo ontstaan ruimtelijke relaties tussen de verschillende informatielagen, relaties die zonder locatiecomponent niet gemaakt konden worden en die zonder gebruik van een GIS dus verborgen zouden blijven. Bij de definitie van GIS alleen denken aan een kaartengenerator is veel te beperkt. Daarnaast kaarten kunnen namelijk met een GIS ruimtelijke analyses worden uitgevoerd met die lagen. Sterker, sommige cartografen vinden nog steeds dat een GIS helemaal geen goede kaarten kan maken. GIS is destijds in de tachtiger jaren ook ontstaan als meer een ruimtelijk, analytisch rekensysteem dan als een 'kaartengenerator'. Een hoogtekaart kan bijvoorbeeld om worden gerekend naar een hellingpercentagekaart. Vijf kaarten bij elkaar - locaties van supermarkten, wegen, aantal inwoners, gemiddeld inkomen per adres of wijk en de grondprijs - kunnen omgerekend worden naar een geschiktheidskaart voor de beste plekken voor een nieuwe supermarkt. In plaats van dat GIS als 'techniek' wordt gedefinieerd, wordt GIS ook vaak gebruikt voor een afdeling van een bedrijf, of een proces, inclusief 'data-, hard-, soft-, org- en humanware'. GIS wordt ook wel eens als synoniem gebruikt voor de complete geo-informatie voorziening. Daar valt dan ook onder de inwinning (het beheer) van geo-informatie en de ontsluiting met behulp van zogenaamde viewers aan werknemers of klanten. Soms worden vreemd genoeg ook landmeetkundige activiteiten, de landmeters zelf en vastgoedafdelingen van gemeentes tot GIS en de afdeling GIS gerekend. GIS-software maakt per definitie gebruik van een geo-informatie, en als het goed is, is die geo-informatie samenhangend ingebed in een GIS-model / de processen die een GIS moet ondersteunen voor een onderzoeksdoel of organisatie ('orgware'). Volgens J. Maantay en J. Ziegler[1] zou in elke willekeurige definitie van GIS nooit de GIS-gebruiker mogen ontbreken, omdat deze essentiële expertkennis toevoegt, door het bedienen ervan, door de selectie van geo-informatie, de keuze van de GIS-functionaliteit en de representatie van het resultaat. Uit het voorgaande blijkt dat er geen eenduidigheid is over de definitie van GIS. Afhankelijk van de betrokkenheid, de kennis of het doel zijn de vele definities wel in drie soorten in te delen (zie figuur):
Die laatste definitie is letterlijk beperkt te noemen, omdat de software die de fabrikant levert niets kan zonder data en een logisch model (de gebruikelijkere definities) en iemand die het GIS kan bedienen met de juiste GIS-tools (de bredere definities). Merk op dat de werkelijkheid niet tot een GIS behoort, zoals dat met geen enkel informatiesysteem het geval zal kunnen zijn. In de module Communicatie voor Cartografen zal hier verder op worden ingegaan. Wat kan met een GIS?De belangrijkste soorten toepassingsmogelijkheden van GIS-software zijn:
Met een aantal voorbeelden uit de gemeentelijke wereld wordt dit hieronder verder duidelijk gemaakt. Dit gebeurt zonder hierbij de indruk te willen wekken een volledige opsomming van alle mogelijkheden van een GIS te noemen. Wel zal de kracht en verscheidenheid van GIS in zijn volledige breedte duidelijk worden. Het voorbeeld komt uit de beheertaken van de gemeente, die verantwoordelijk is voor het beheer van de openbare ruimte, zoals lantaarnpalen, de ondergrondse leidingen, en communicatie met de rechthebbenden van de percelen. Ad Visualisatie:
Ad Analyses:
Ad Berekeningen:
Ad beheer:
Dit zijn voorbeelden van een aantal zeer gangbare functionaliteiten van GIS-software. De werkelijke mogelijkheden zijn véél groter. GIS als software bestaat als sinds de 80-er jaren. De ontwikkelingen zijn met name sinds 1990 zeer hard gegaan, en zijn betaalbaar geworden. Op het gebied van beheer, 3D-visualisatie, geo-statistiek, geo-coderen, cartografie, geo-processing, netwerk-analyses zijn de functionaliteiten zeer breed en specialistisch te noemen. GIS-toepassingen zijn onder meer te vinden in / bij:
:* bezig met uitbreiden en sorteren... NB: Dit handboek richt zich met name op het (goed) visualiseren van geo-informatie. Analyses en (beheer)toepassingen zijn vaak én zeer specifiek, én worden als mogelijkheden vaak al in de GIS (software) boeken uitgebreid uitgelegd. Daarnaast zijn die functionaliteiten per GIS-pakket zeer verschillend en worden ze verschillend genoemd. Wat is een GIS-model?Voordat er een kaart gemaakt kan worden heb je - zoals eerder opgemerkt- een GIS-model nodig. Simpel gezegd is een GIS-model een verzameling (kaart)gegevens, verkregen uit metingen of berekeningen, meestal van een beperkt gebied; geo-informatie. GIS-modellen bestaan uit gestapelde, digitale lagen (geo-)informatie (datasets). De lagen liggen in één overeenkomstig assenstelsel. Elke laag bevat (de locaties) van objecten. Elke locatie of object is gelinkt aan een database met attribuut-informatie (in het figuur de Z-as). De 'Z'-as is in dit verband niet per definitie een 'hoogte'as, maar geeft - voor welke laag dan ook - de attribuutwaarde weer. Bijvoorbeeld de hoogte, het grondgebruik, de onderhoudstatus of de aanwezige of toekomstige infrastructuur. Op basis van overeenkomstige Z- en Y-waarden kunnen de Z-waarden in een model verder verwerkt of gebruikt worden. Het kunnen combineren van de kaartlagen geldt dus niet alleen voor het kaarten maken, maar ook voor verdere analyses. De attribuutwaarden zelf kunnen namelijk geherclassificeerd worden. Of ze kunnen samen met attribuutwaarden van andere lagen gecombineerd worden, door zogenaamde ruimtelijke analyses. Hierboven werd al een voorbeeld genoemd waarbij een nieuwe supermarktlocatie moest worden bepaald met een GIS. Gezien de input - er werd over vijf soorten informatielagen gesproken - was er in die 'case' al een (sociaal-economisch) GIS-model bekend. GIS-modellen kennen blijkbaar niet alleen een ruimtelijke component (jouw input) maar ook een vakinhoudelijke kant. Kijk eens naar het figuur met de foto van een Oostenrijks dal. Hier is de plaats van een GIS-model te zien bij de totstandkoming van een GIS-opdracht. De GIS-opdracht was simpel; laat zien waar de mogelijkheden zijn om een weg aan te leggen om het dorp heen, gezien alle daar geldende beperkingen. Met de nodige vakkennis (het brein rechtsboven) van een planoloog of fysisch geograaf worden de benodigde informatielagen in stelling gebracht. Zoals maximaal mogelijke hellingshoeken, belemmerende regelgeving, bebouwing, enzovoort. Merk op dat al deze input (informatielagen) een ruimtelijke component hebben. Zelfs regelgeving is in een informatielaag weer te geven.Soms lees je dat het ontwerpen van een GIS-model (of de fysieke database ervan, of het verzamelen van een set data nodig voor een kaart) hetzelfde is als het zoeken naar de beste representatie van de werkelijkheid buiten. Eigenlijk is dat zéér fout. Omwille van kostenefficiency én om moeite te besparen ga je namelijk vooral niet 'alles wat je buiten ziet' in kaart brengen. Je zult nét zo nauwkeurig data willen inwinnen, of die data aanschaffen, die nét nog voldoende is voor het beantwoorden van je vraag. Wat wél bedoeld wordt, is dat de werkelijkheid buiten - voorzover die nodig is voor het beantwoorden van vragen - zo goed mogelijk beschreven moet worden. Wat is geo-informatie?In dit handboek wordt geo-informatie gezien als input voor een GIS, noodzakelijk om een thema te visualiseren of een kaart te maken. Kennis over geo-informatie is nodig om voor de juiste input te kunnen zorgen, zodat de kwaliteit van het eindproduct - de analyse of de kaart - vooraf gegarandeerd kan worden richting de opdrachtgever en de doelgroep. Hieronder volgen daarom:
Objectsoorten en opslag van geo-informatieGeo-informatie beschrijft de werkelijkheid door een beschrijving er van in drie objectsoorten:
Deze objecten kunnen op twee manieren in bestanden of databases worden opgeslagen: als
Bij de opslag worden de objectgegevens vaak in twee delen beschreven:
De reden dat geografische en administratieve gegevens in twee aparte delen worden beschreven, heeft te maken met het feit dat het lezen, opslaan en vooral rekenen met geografische gegevens veel efficiënter en sneller kan indien die gegevens in aparte, binaire formaten worden opgeslagen. Dit apart opslaan gebeurt zowel in bestandsgeoriënteerde opslag als bij ruimtelijke databases, ook al lijkt het soms om één bestand of één tabel in de database te gaan. Naast de geografische en administratieve objectgegevens kunnen bij de geo-informatie ook andere, extra gegevens worden opgeslagen, zoals:
Rechts een voorbeeld van hoe de kwaliteit van data achteruit kan gaan bij conversies. Hier betreft het eerst een 'vector-naar-raster' conversie, daarna een 'raster-naar-vector' conversie.
SAMENVATTING: Objecten kunnen met geo-informatie middels punten, lijnen en vlakken worden beschreven. De beschrijving bestaat meestal uit zowel hun de coördinaten van de objecten, als uit andere objectkenmerken en -beschrijvingen. De objecten kunnen als rasters en als vectoren worden opgeslagen. Een mogelijke conversie van rasterformaat naar vectorformaat zorgt niet voor verlies van kwaliteit, maar wel verlies van kennis over die kwaliteit. Een conversie andersom, van vector naar raster formaat, zorgt bij te grote rastercellen al gauw voor verlies aan kwaliteit. TIP: In het algemeen geldt: zorg dat je kennis hebt over hoe de kaarten die jij gebruikt tot stand zijn gekomen. CAD-data en GIS-dataVaak wordt door GIS-specialisten gesproken over de term 'GIS-data', als verbijzondering van geo-informatie. Ze doen dat bewust, omdat niet alle soorten geo-informatie met een GIS eenvoudig tot een kaart zijn om te vormen. Geo-informatie is namelijk een verzamelterm voor alle informatie met en geografische component. Dus ook CAD-(Computer Aided Design) gegevens vallen onder geo-informatie. Het bijzondere van GIS-data is dat niet alleen de punten, lijnen en vlakken worden opgeslagen, ook de bij die objecten horende attributen. Vandaar dat GIS-data, boven CAD-data, ook wel 'intelligente' data worden genoemd. Daardoor zijn er binnen een GIS plotseling veel meer mogelijkheden, zowel op het gebied van visualisaties (zie volgende paragraaf) als op het gebied van ruimtelijke en administratieve analyses. Overigens, met 'administratief' wordt bedoeld niet de ruimtelijke gegevens van objecten in GIS-data, maar de tegenhanger ervan, de tekstuele en numerieke tabelgegevens. Enkele eigenschappen van CAD-data en GIS-data:
GIS-specialisten hebben dus het liefst GIS-data, ook wel intelligente of 'GIS-waardige' data genoemd. Overigens, in de meeste GIS-pakketten is ook CAD-data in te lezen. GIS-pakketten hebben er echter wel vaak moeite mee. De in CAD-data opgeslagen visuele eigenschappen als lijndikte, lijnstijl en kleur en gebruikte puntsymbolen gaan dan verloren. Is CAD-data objectgeoriënteerd, dan kan deze met wat moeite omgezet worden in GIS-data. Ontwikkelaars van CAD-software slagen er steeds meer in om ook met hun CAD objectgeoriënteerd bestanden te kunnen leveren, waar wél attribuutdata in opgeslagen is en die wél goed is in te lezen in een GIS. CAD en GIS groeien daarmee steeds meer naar elkaar toe. Soms lezen ze dezelfde data in. In de praktijk zal echter voorlopig nog steeds gelden: werk je met een GIS, zoek dan in eerste instantie naar GIS-data. ObjectgeoriënteerdMet name bij CAD-data worden lijnen van objecten niet altijd netjes exact op elkaar aangesloten (zogeheten undershoots). Dat is ook niet erg wanneer deze data 'slechts' voor visualisatie wordt gebruikt, zolang er maar niet te ver op wordt ingezoomd. Het is dan ook niet erg dat de tekenaars de lijnen te ver doortrekken daar waar ze op een andere lijn hadden moeten eindigen (overshoots). Met andere woorden CAD-bestanden worden lang niet altijd wat we noemen 'objectgeoriënteerd' opgebouwd. Bij verwerking in een GIS is dit objectgeoriënteerd zijn echter vrijwel een noodzaak. Met objectgeoriënteerd (ook vaak objectgericht genoemd) wordt bedoeld dat de lijnen niet getekend zijn om allerlei grenzen aan te geven, maar om de objecten aan te geven. Begin- en eindpunten van lijnen zijn niet lukraak gekozen, maar stoppen en starten daar waar het object ook begint en eindigt. Ook voor vlakken geldt dat die niet omgeven worden door lukraak getekende lijnen, maar door één omhullende lijn. Twee rechthoekige aangrenzende percelen worden niet weergegeven door 7 of 8 lijnen, maar door 2 vlakken (zie figuur). Tijdens het digitaliseren met CAD-software of achteraf met een GIS is middels topologische regels af te dwingen dat lijnen en vlakken objectgeoriënteerd worden getekend of opgeslagen. Er is bijvoorbeeld in te stellen dat lijnen op minimaal twee andere lijnen moeten aansluiten, anders had die lijn één lijn moeten zijn. Of dat vlakken (in het geval van grondgebruik of percelen) elkaar niet mogen overlappen. Zie verder de toelichting bij de figuur. TIP: Wil je verstoken blijven van problemen of conversies met je GIS om CAD-data om te zetten naar GIS-(waardige) data, zorg dan dat de CAD-data die je krijgt objectgeoriënteerd is, of, veel beter, dat je GIS-(waardige) data krijgt. Ben je toch afhankelijk van niet-objectgeoriënteerde CAD-data, dan kan je die in een GIS waarschijnlijk alleen als achtergrondkaart gebruiken. Veel berekeningen of een ingewikkelde visualisatie op basis van verschillende lijn- of vlak-soorten zullen niet lukken. Het bijzondere van GIS-data: de attributenHieronder, om elk misverstand uit te sluiten, hoe objecten uit werkelijkheid en de attributen van die objecten worden opgeslagen in een GIS-bestand. In het figuur hieronder wordt duidelijk dat GIS-data uit een geografische en een administratieve component bestaat: ![]() Wanneer je in een GIS-pakket GIS-data laadt, zal eerst voor alle objecten uit een GIS-bestand één willekeurige kleur worden getekend. Alle objecten (bijvoorbeeld: alle punten) hebben dan dezelfde kleuren. Op basis van de thematische / administratieve gegevens uit de tabel zijn de individuele objecten dan andere kleuren of symbolen toe te kennen. Dat is te zien in de figuur hier rechtsboven. Duidelijk is dat de attribuutwaarden van de verschillende objecten, samen met de inventiviteit van de GIS-specialist, bepalen hoe de objecten uit de GIS-data gevisualiseerd worden. De mogelijkheden zijn 'eindeloos'. Richtlijnen over hoe dat moet gebeuren staan in de delen B en C van dit handboek. Let op: buiten deze twee bovenstaande paragrafen wordt niet specifiek over GIS-data gesproken. Gekozen is om de term geo-informatie te gebruiken, een algemeen geaccepteerde, neutrale term. Vaak zal echter wel bedoeld worden: GIS-data, omdat dit voor een GIS-specialist de meest ideale geo-informatie is. Gebruik maken van attributen: over queries of 'zoekvragen'Attributen zijn de kracht van geo-informatie. Een GIS kan hier op meerdere manieren slim gebruik van maken. Zoals gezegd, in deel B (thematische kaarten) en deel C (o.a. bij het labellen) zal op de daadwerkelijke toepassing terug gekomen worden. Hieronder nog wat theoretische achtergrond, die nodig zal zijn om er überhaupt gebruik van te kunnen maken. Hieronder een voorbeeld hoe een goed doordacht (maar zeer simpel) GIS-model er voor zorgt dat er snel en plezierig gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden die een GIS biedt. Het eerste figuur toont één tabel (gegevensbestand of geo-informatie) met grote steden van Nederland. Merk op dat er een kolom 'Status' in staat: Voor die steden die een provincie-hoofdstad zijn, is dit in deze kolom 'Status' aangegeven. Met dit (gedeeltelijk getoonde) bestand zijn drie kaarten gemaakt. Door slim gebruik te maken van de attributen zijn met dit bestand verschillende soorten kaarten te maken: Over de kaart met steden en provinciehoofdsteden:
In tegenstelling wat een beginnende GIS-ser of - eerder - een buitenstaander misschien zou verwachten, hoeven voor de drie kaarten die gemaakt zijn niet verschillende bestanden (één met hoofdsteden, één met alle steden, en misschien wel één met overige steden) te worden gemaakt. Het mag duidelijk zijn dat de opbouw van zo'n steden bestand moet aangepast zijn op basis van wat nodig is voor analyese en kaarten maken. De exacte opbouw van zo'n GIS-bestand is een simpel voorbeeld van een GIS-model. Zonder over die opbouw vooraf goed (en eenmalig) na te denken, kan je later wel eens enorm veel moeite blijken te hebben met het maken van goede analyses en kaarten. Hier boven is twee maal gesproken over selecteren. Het (automatisch) selecteren gebeurt met zogenaamde queries (Engels, spreek uit: kwèries) of in het Nederlands 'zoekvragen'. Een query beperkt het objecten dat voorkomt in een geheel databestand op basis van één of meerdere voorwaarden. Queries maken gebruik van zogenaamde SQL-statements (Standard Query Language). GIS-pakketten zorgen vaak dat je met een wizard of op een andere manier deze selecties makkelijk kan maken. Vaak heb je het snel onder de knie. Een beperkte hoeveelheid kennis over SQL kan jou effectiviteit en de functionaliteit van je GIS vergroten. Hieronder wordt alleen een zeer summiere uitleg en het hierboven gebruikt voorbeeld gegeven. Een SQL-query (of: select-statement in dit geval) ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: SELECT * FROM tabelnaam WHERE kolomnaam=...VOORWAARDE...
In het voorbeeld van hierboven is bij de 2e en 3e kaart dit select-statement gebruikt: SELECT * FROM hetnederlandsestedenbestand WHERE [STATUS] = 'provinciehoofdstad'. Dankzij deze 'select-statements' hoeven we niet twee aparte bestande te beheren; één met provinciehoofdsteden en een ander met de overige steden. SAMENVATTING: Door vooraf te weten wat je met een GIS wilt, kan je definiëren welke attributen nodig zijn in een bestand. Door SQL (queries of zoekvragen) kan je uit GIS-bestanden beperkte subsets halen, die je vervolgens gebruikt voor visualisatie van deze objecten of voor hun labels. TIP: De notaties die GIS-pakketten bij queries gebruiken wijken soms licht af van de officiële SQL-schrijfwijze. Doorgaans zal je daar geen last van hebben. De ene keer moet je een " vervangen door een ' of omgekeerd. Meer informatie kan je vinden op Wikipedia over SQL, of op Wikipedia over Operatoren, maar wellicht is je eigen GIS-handleiding al voldoende. Een zware wiskundige achtergrond of programmeerkennis is niet echt nodig; een GIS-specialist heeft aan een beperkte, beginnende hoeveelheid 'SQL'-kennis voldoende. Eigenschappen van geo-informatieUit bovenstaande paragrafen zal het nu duidelijk zijn waarom geo-informatie géén kaartlaag genoemd mag worden. Geo-informatie staat in dienst van een GIS-model. Een GIS-model om analyses of kaarten te maken. Een (digitaal gemaakte) kaart bestaat uit één of meer geo-informatie bestanden / datasets, die geheel of gedeeltelijk in een kaart gebruikt of getoond kunnen worden. Zo kan een GIS-data bestand 'topografie' ook gebruikt worden om op een kaart alleen straten weer te geven. Een GIS beschrijft de werkelijkheid - voor zover de mens die al kan kennen - met allerlei beperkingen. Jij als GIS-specialist moet die altijd in het achterhoofd houden. Een GIS beschrijft niet de werkelijkheid. Dat komt omdat de geo-informatie die er in zit (vaak foutief dus kaartlagen genoemd; datasets is beter) een gedwongen beperking van die werkelijkheid is. Hier volgen een aantal van die eigenschappen, die beperkingen kunnen zijn.
Wanneer jij bovenstaande beperkingen kent, weet je welke kaartlagen wel of niet mogen worden gecombineerd, welke conclusies mogen worden getrokken en - eventueel - welke waarschuwingen je de gebruiker mee moet geven met de kaart. In Deel B en C zullen aan deze beperkingen cartografische principes worden verbonden. Zoals - in het geval van de boom - met welke schaal en dikte je bepaalde symbolen moet weergeven. En in hoeveel verschillende klassen classificeer je de bevolkingsdichtheid van 12 provincies of honderden gemeenten?
SAMENVATTING: De mens denkt in hokjes. Dat is nuttig; daardoor wordt immers de complexe werkelijkheid begrijpelijk, overzichtelijk en te beschrijven in datasets. Dat dit een model is, dient te allen tijde beseft te worden. Niet omdat die data niet betrouwbaar zou zijn, maar omdat die data om allerlei redenen misschien niet (her)gebruikt kan worden voor elk willekeurig doel.
TIP: Bedenk als GIS-specialist elke keer weer opnieuw of de dataset die je krijgt of al hebt wel voldoende is voor waar je het nu weer voor gebruikt. Je opdrachtgever zal dit niet altijd voor je doen. Jij wordt geacht te weten welke kenmerken de geo-informatie heeft die gebruikt. Het kan beperkingen met zich meebrengen die de opdrachtgever en de kaartlezer dienen te kennen. Informatie over nauwkeurigheid, toepassingsmogelijkheden en mogelijke beperkingen zijn te vinden in de metadata van die dataset. Vraag daarnaar bij de bron. Zoek eventueel naar alternatieve geo-informatie zonder die beperkingen. Zoek niet naar de beste (dure) informatie, maar naar geschikte informatie. Toepassingscontext
De input die je gebruikt in een GIS is vaak niet (geheel) door jou of jouw bedrijf zelf ingewonnen. Of de data is afkomstig uit een afdeling die jij niet kent. Bekijk bijvoorbeeld eens bovenstaande tabel. Stel je bent redacteur van een krant in Noord-Holland. Je moet een kaartje maken van de belangrijkste steden van Noord-Holland, als illustratie bij een artikel. De data krijg je via de mail van een behulpzame collega. Die heeft de data - heel handig - van de website van het busvervoerbedrijf 'Synnexxion' gehaald. Wanneer hier snel met een GIS een kaartje van wordt gemaakt, is het kaartje rechts wellicht het resultaat. Keurig met titel. Niet gevraagd, maar toch gedaan: je hebt de grootte van de cirkels op de één of andere manier laten afhangen van het aantal inwoners. En je hebt ook mooi een legenda toegevoegd. GIS is prachtig gebruikt. Of toch niet? Je mag hopen dat de redactie de klachten van de lezers voor is. Wat is er fout gegaan? Het aantal inwoners klopt niet. Dat stond wel in de kolomnaam van die tabel, maar bedoeld werd het aantal inwoners relevant voor Synnexxion. Namelijk, het aantal inwoners dat binnen een straal van 500 meter woont in de omgeving van de bushaltes. Notabene, steden als Zaanstad en Den-Helder staan er niet in. Waarom niet? Omdat deze tabel alle steden bevatte in Noord-Holland waar het fictieve bedrijf Synnexxion een aanbestedingscontract heeft voor het openbaar vervoer. Toch was de tabel voor Synnexxion vrijwel foutloos. Het aantal inwoners, zoals door Synnexxion gedefinieerd, klopte wel degelijk. Waarom mag zo'n tabel toch niet gebruikt gebruik worden? Er is sprake van een andere toepassingscontext. Voor het bedrijfsmodel van Synnexxion is ook de geringe precisie van de aantallen en het tweetal spelfouten in de namen geen enkel probleem. In 'jouw' kaart staan die fouten wél te veel. De kaart binnen de muren van synnexxion is goed, er buiten is die kaart fout. Blijkbaar hebben data en kaarten een toepassingscontext. Overigens, dat er meer mis is met de kaart van Noord-Holland (symbolen, uitlijning va de elementen, ontbreken van essentiële onderdelen), wordt in Deel B en C duidelijk. Er zijn ook twee opdrachten over. SAMENVATTING: Gegevens worden ingewonnen voor een bepaalde - per definitie - beperkte toepassingscontext. Niet elke dataset die ergens voor geschikt lijkt, is dat ook. De wegendataset die in een TomTom (autonavigatiesysteem) wordt gebruikt is Nederlandsdekkend, is voor de autogebruiker je-van-het, maar is onbruikbaar voor het uitzetten van wandelroutes. TIP: Bespreek met de bron van de dataset de betekenis van de velden, ga de bron na, raadpleeg de metadata bij deze dataset. TIP: Ook al is de bron wél bruikbaar. Jij bent óók verantwoordelijk voor de output. In het voorbeeld zijn labels gebruikt. Labels op basis van een tabel die voorheen niet gebruikt werd voor externe communicatie. Er zitten twee fouten in de stadsnamen, dus ook in de labels die jij gegenereerd hebt. Een GIS neemt die fouten namelijk onverkort over. Controleer dus altijd de output. Ga niet klakkeloos uit van de juistheid van een bestand. Referenties
LiteratuurZie voor literatuur: het laatste deel van dit handboek.
|