Onderwijstechnologie/ICT en mindervalide leerlingen

Uit Wikibooks
Inhoudsopgave onderwijstechnologie
Hoofdstukken
  1. ICT in het verleden
  2. Waarom onderwijstechnologie gebruiken?
  3. Doelgroepen in het gebruik van ICT
    1. ICT en jongeren
      1. ICT en sekse
    2. ICT en kansengroepen
    3. ICT in ontwikkelingslanden
    4. ICT en ouderen
      1. ICT en ouderen| De Verhalentafel
    5. ICT en kleuters
  4. Juridische basis en kwesties
  5. Inbedding van ICT in het onderwijs
    1. ICT-eindtermen
    2. Vakgerichte ICT
    3. Digitale leermaterialen
    4. Educatieve software, games, hardware en websites
    5. Elektronische leeromgevingen
    6. Actieve games
    7. Second Life
  6. Klastechnologie
    1. Presentatietips
    2. Videoprojectoren
    3. Digitale schoolborden
    4. Digitale schooltafels
    5. Digitaal toetsen
  7. ICT en afstandsonderwijs in het Vlaamse onderwijs
  8. ICT en beperkingen
    1. ICT en leerstoornissen
    2. ICT en 'doven en slechthorenden'
    3. ICT en mindervalide leerlingen
    4. ICT en laaggeletterden
  9. ICT aspecten
    1. Veiligheid online
    2. Computer onderhouden
    3. Ergonomie
  10. Voorbeelden onderwijstechnologische realisaties
    1. Bewegings-, energie- en lifestyle monitoring systeem
    2. Webhosting
    3. Computer anxiety
    4. Lexicon

ICT en mindervalide leerlingen[bewerken]

Inleiding[bewerken]

Het gebruik van ICT in het onderwijs is dezer dagen een veel besproken onderwerp. De leerkrachten worden dan ook geconfronteerd met een aantal nieuwigheden op ICT-vlak die hun het leven moeten vergemakkelijken. Denk hierbij aan de mooi ogende presentaties maar ook aan de praktische hulp bij het aanbrengen van de leerstof. Niet alleen de leerkracht, maar ook de leerlingen ondervinden van deze vernieuwende onderwijsmethoden voordelen. Denk maar aan de uitgebreide mogelijkheden die de leerplatformen aanbieden (samenwerking/bereikbaarheid van de leerkracht,…), maar ook aan het raadplegen van het lesmateriaal binnen en buiten de klas. Op het eerste gezicht niets dan voordelen. Maar wat als je ICT wilt gebruiken in een klas met doven, blinden en/of slechtzienden, of bij personen met een handicap? Is dat helemaal onmogelijk of bestaan hiervoor alternatieve methodes?

Voor de mindervaliden, de personen met een visuele en auditieve handicap, bestaat er software die het voor hen mogelijk maakt toch op een volwaardige manier aan het schoolgebeuren deel te nemen. In tegenstelling tot wat vaak wordt verwacht; bestaan die hulpmiddelen reeds erg lang. Men kan dan ook een ellenlange lijst opstellen van alle mogelijke toebehoren, merken en accessoires die het deze speciale leerlingen gemakkelijker moet maken. Hier wordt dat echter beperkt tot een algemeen overzicht van de belangrijkste hulpmiddelen.

Bij "leerlingen" wordt vooral aan schoolgaande jeugd en jongeren gedacht. In de huidige maatschappij wordt echter steeds meer aandacht besteed aan het levenslang leren en lifewide learning. Ook in de Europese raad van Lissabon van maart 2000 kwam dit naar voren en wilde men aandacht schenken aan het levenslang leren. Maar wat met mindervalide volwassenen? Hieronder gaan we in op een pilootproject eHospital, waar mensen die langdurig in het ziekenhuis moeten verblijven onderwijs krijgen.

Geavanceerde hulpmiddelen[bewerken]

Een eerste groep geavanceerde hulpmiddelen voor personen met een visuele handicap zijn hulpmiddelen die volledig autonoom functioneren:

- beeldschermloepen
- notitietoestellen
- autonome tekstherkenningssystemen

Software als hulpmiddel[bewerken]

Daarnaast zijn er de hulpmiddelen die functioneren op basis van een computer:

Voor Blinden en Slechtzienden:[bewerken]

- tekstherkenningssoftware
- schermuitleesprogramma's
- vergrotingssoftware
- spraaksyntheseprogramma's
- brailleleesregels en brailleprinters

Personen met een visuele handicap gebruiken hulpmiddelen, die functioneren op basis van een computer, meestal in combinaties.

Tekstherkenningssoftware[bewerken]

Dit is een uitbreiding op de uitvergrotingsprogramma’s waarbij de tekst wordt herkend door de computer en het op die manier mogelijk gemaakt wordt om de tekst te bewerken en zelfs in braille af te printen.

Algemeen principe

Een document op papier wordt met behulp van een scanner en de nodige software omgezet in een digitaal opgeslagen beeld. Dit beeld kan met behulp van een scanner en de nodige software omgezet worden in tekst, die dan verder toegankelijk kan worden gemaakt met behulp van de technische hulpmiddelen die studenten met een visuele functiebeperking hanteren bij computergebruik (vergrotingssoftware, brailleregel, spraakweergave).

Werkwijze

Bij het omzetten van een gedrukt document naar een digitaal document met behulp van scan- en tekstherkenningssoftware, kunnen twee grote fasen onderscheiden worden:

  • het inscannen van het papieren document
  • de toepassing van de tekstherkenningssoftware met mogelijkheden tot aanpassing i.f.v. specifieke noden van de student.

1. Scannen van het papieren document

Een scanner maakt een afbeelding (elektronische foto) van een papieren document, in een vorm waarmee een computer kan werken. Dit houdt in dat een computer deze afbeelding kan opslaan als een beeldbestand, kan tonen op een scherm en kan manipuleren met behulp van programma's.

2. Toepassen van tekstherkenning op een gescand beeldbestand

Het digitale gescande document, dat het resultaat is van de eerste fase, is een grafisch bestand. Het is eigenlijk een afbeelding of foto van het papieren document. Tekst wordt in een dergelijk grafisch bestand niet als tekst herkend door bv. tekstverwerkingsprogramma's. De tekst zit immers vervat in de afbeelding. Om de tekst ook als dusdanig toegankelijk te maken, is het gebruik van een tekstherkenningssysteem vereist. Tekstherkenningssoftware zet het beeld dat een scanner van een papieren document heeft gemaakt om in een standaardcode die het mogelijk maakt om het document te encoderen, zodat het bewerkbaar wordt voor bijvoorbeeld tekstverwerkers zoals Word. Het beeldbestand wordt zodoendered. omgezet in een formaat waarin computers het herkennen als tekst.

Schermuitleesprogramma's[bewerken]

Met behulp van een computerscherm wordt het mogelijk gemaakt om kleinere schermen op de computer te projecteren. Rekenmachines, databanken en grafische tekenprogramma' s voor slechtzienden zijn hier voorbeelden van. Het aansluiten van grafische rekenmachines op de laptop maakt het mogelijk om de berekeningen op een groot scherm te zien, in plaats van op de display van de rekenmachine.

Vergrotingssoftware[bewerken]

Dit is de klassieke vergrotingssoftware waarbij de leerling de schermafbeeldingen kan vergroten. (vergrootglaseffect). Op het net worden verschillende gratis programma’s (open software) aangeboden. In de klassieke Windows computers is reeds een vergrootglas geïntegreerd in de bureau-accesoires-toegankelijkheid.

Spraaksyntheseprogramma's[bewerken]

Dit is een professionele uitbreiding op de klassieke spraaktechnologische en spraakherkenningsprogramma’s. De tekstbestanden of internetbestanden worden door aangepaste software ontleed (bepaling van de taal) om daarna om te zetten in geluid. Hierdoor wordt het mogelijk om de sites te laten voorlezen. Afhankelijk van de software gebeurt dit onmiddellijk bij het gebruik van het internet, of men moet de tekst naar de spraaktechnologische software kopiëren. Vaak worden deze programma’s als aanvulling op de brailleleesregels gebruikt.

Brailleleesregels en brailleprinters[bewerken]

Een brailleleesregel is een toestel dat informatie, afkomstig van het schermbeeld van de computer, in braille kan weergeven door plastic pennetjes naar omhoog te brengen. De informatie die de leesregel weergeeft, krijgt hij aangereikt door een schermuitleesprogramma. Zonder zo'n schermuitleesprogramma kan een brailleleesregel niets aanvangen. Een brailleleesregel wordt, omwille van het complexe visuele basisconcept van Windows, best gecombineerd met spraakweergave. Zo'n combinatie kan immers meer informatie bieden dan een systeem dat uitsluitend op brailleweergave steunt.

Voor Doven en Slechthorenden:[bewerken]

- gebarentaal computer
- spraakherkenning (gesproken naar tekst)
- spraakherkenning (tekst naar gebarentaal)

Slechthorenden kunnen nog gedeeltelijk afgaan op auditieve informatie; er is namelijk nog een restgehoor. Doven daarentegen zijn uitsluitend aangewezen op visuele informatie. Maar allebei - zowel de slechthorende als de dove - maken ze gebruik van liplezen (spraakafzien). Dat omvat meer dan louter het aflezen van het mondbeeld. Ook mimiek, houding en ondersteunende gebaren geven mee gestalte aan de boodschap. Verder zijn er voor deze leerlingen met een auditieve handicap verschillende hulpmiddelen.

Gebarentaal computer[bewerken]

Deze computer herkent de bewegingen van de kinderen en leert hen zo op een snelle manier nieuwe woorden aan en kan ook controleren of de leerlingen het juist doen. Dit ELo project werd ook al in de vorige sectie (ICT en leerstoornissen) aangehaald.

Gebarentaal programma[bewerken]

Dit programma maakt het mogelijk om de woorden die ingetikt zijn, zoals bijvoorbeeld de notities die je bij je presentatieslides maakt, om te zetten in gebarentaal. Het programma maakt daarvoor gebruik van een avatar (computerfiguurtje) die fungeert als gebarentolk. Zo wordt lesgeven aan auditief gehandicapte leerlingen mogelijk zonder zelf gebarentaal te leren.

Spraakherkenning[bewerken]

Dit is het automatisch omzetten van gesproken taal in tekst. Combinatie met het gebarentaal programma maakt het mogelijk ook de gesproken presentatie in gebarentaal om te zetten.

ICT en mindervalide volwassenen[bewerken]

Algemeen[bewerken]

De tijd dat je een diploma haalde en levenslang dezelfde job beoefende, is stilaan aan het verdwijnen. Bijscholing, zelfstudie, omscholing gebeuren steeds meer.

Maar wat met volwassenen die gedurende lange tijd in het ziekenhuis moeten verblijven?

eHospital is een pilootproject, waarbij men aan deze mensen “blended learning” aanbied. Zij kregen de kans om via ICT en afstandsonderwijs en face-to-face learning bij te leren.

eHospital[bewerken]

Dit project vond plaats tussen oktober 2005 en september 2008, onder andere in Oostenrijk, Frankrijk, Zwitserland, Polen en Duitsland. De bedoeling is om het leren dichter bij de mindervalide personen te brengen door blended learning. Dit wil zeggen dat zowel ICT als face-to-face onderwijs wordt aangeboden. Het isolement van de patiënt wordt hierdoor doorbroken, de stap naar het normale leven en/of de terugkeer naar de arbeidsmarkt na hospitalisatie wordt vergemakkelijkt.

Uit dit project kwamen verschillende zaken naar voren.

Patiënten en personeel waren zeer enthousiast, wat wijst op het potentieel van dit project en het belang van initiatieven om de overgang van ziekenhuis naar het normale leven te vergemakkelijken.

Door het inzetten van ICT is men minder tijd- en plaatsafhankelijk, en kan de patiënt dus zelf beslissen wanneer hij wil en kan leren. Ook sociale interactie en communicatie met gelijkgestemden is hierdoor mogelijk, wat het isolement van de patiënt sterk vermindert.

Specifieke leerstrategieën moeten ontwikkeld worden. Blended learning is noodzakelijk. ICT is een hulpmiddel maar er is tevens persoonlijk contact tussen leerling en tutor nodig.

Uiteraard vergt dit project heel wat organisatorische en praktische aanpassingen. Een ziekenhuis en een onderwijsinstelling hebben elk hun specifieke behoeften. Beide instellingen zullen dus op elkaar moeten afgestemd worden.

Toch zijn de eerste ervaringen met dit project zeer positief.

Conclusie[bewerken]

Al deze hulpmiddelen kunnen gecombineerd worden met de reeds bestaande didactische software:

- presentaties
- cursussen
- internet
- Smartboardgebruik

Presentaties kunnen rechtstreeks (via pc-aansluiting van leerling en leerkracht) in de klas gevolgd worden. Lessen kunnen hernomen worden, presentaties kunnen achteraf hergebruikt worden (houvast voor de leerling). Een visueel mindervalide kan op dezelfde manier de lessen volgen als een gewone leerling.

Bronnen

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.