Naar inhoud springen

Heraclitus over de natuur/Veelweterij en opschepperij

Uit Wikibooks
Heraclitus over de natuur
  • De Efeziër noemt niet alleen dichters als Homerus en Hesiodus, maar ook andere naar wijsheid strevende mannen, namelijk Pythagoras, Xenophanes en Hecataeus:
(grc)
« πολυμαθίη νόον (ἔχειν) οὐ διδάσκει• Ἡσίοδον γὰρ ἂν ἐδίδαξε καὶ Πυθαγόρην, αὖτίς τε Ξενοφάνεά τε καὶ Ἑκαταῖον. »
(nl)
« Veelweterij leert geen verstand te hebben: want Hesiodus zou het anders geleerd zijn en Pythagoras, anders ook Xenophanes wel en ook Hecataeus. »
(Heraclitus, fragment DK 22 B 40.)

Als zij bekend zijn geraakt met vele losse feiten en dus veel weten, wil dat nog niet zeggen dat zij het universele en ware benaderd hebben, omdat het daarvoor nodig is de verschijnselen in hun eenheid en verband te zien, om zo tot het verstand te komen.

  • In het bijzonder drijft de Efesiër de spot met Pythagoras:
(grc)
« Πυθαγόρης Μνησάρχου ἱστορίην ἤσκησεν ἀνθρώπων μάλιστα πάντων. ἐποιήσατο (ὢν) ἑωυτοῦ σοφίην. »
(nl)
« “Pythagoras, zoon van Mnesarchus, zal zich moeite getroosten om van alle mensen het meeste onderzoek te doen.” Hij vormde aldus zijn eigen wijsheid. »
(Heraclitus, fragment DK 22 B 129.)

Omdat Pythagoras zelf niets heeft geschreven schrijft Heraclitus zelf maar een voorwoord voor hem, dat op dezelfde wijze is opgebouwd als fragment 1a. Deze interpretatie wordt ook bevestigd door Diogenes Laërtius, die het fragment citeert. [1] Pythagoras heeft in zijn eigenwijsheid zijn eigen wijsheid gevormd in plaats van zich te richten op de ene menselijke en de ene goddelijke wijsheid (fg. 2 – 5) en richt zich daarom op het particuliere in plaats van op het universele (fg. 6 - 7). Juist daarom is het gerechtvaardigd de spot met hem te drijven.

  • Doxografisch commentaar:
    • Diogenes Laërtius, VIII, 6: Ἔνιοι μὲν οὖν Πυθαγόραν μηδὲ ἓν καταλιπεῖν σύγγραμμά φασιν διαπεσόντες. Ἡράκλειτος γοῦν ὁ φυσικὸς μονονουχὶ κέκραγε καί φησι• Πυθαγόρης Μνησάρχου ἱστορίην ἤσκησεν ἀνθρώπων μάλιστα πάντων καὶ ἐκλεξάμενος ταύτας τὰς συγγραφὰς ἐποιήσατο ἑαυτοῦ σοφίην, πολυμαθείην, κακοτεχνίην. “Sommigen zeggen dat Pythagoras niet één verhandeling heeft nagelaten. Heraclitus althans, de natuurvorser, schreeuwt het welhaast uit en zegt: Pythagoras, zoon van Mnesarchus, zal zich moeite getroosten om van alle mensen het meeste onderzoek te doen en uittreksels te maken uit die verhandelingen daar, hij vormde zijn eigen wijsheid: veelweterij, gekunsteldheid.”
    • Clemens van Alexandrië, Stromata, I, 21, p. 396 (19e eeuws): Ἡράκλειτος γὰρ μεταγενέστερος ὢν Πυθαγόρου μέμνηται αὐτοῦ ἐν τῷ συγγράμματι. “Want Heraclitus is later geboren dan Pythagoras, hij herinnert aan hem in zijn verhandeling.”
  • Veelweterij wordt dus ten onrechte beschouwd als wijsheid en het is dus een slechte zaak als iemand zie veel weet, zoals Pythagoras, opschept over die kennis en daarin voorop loopt:
(grc)
« φαίνεσθαι τὸν Πυθαγόραν κοπίδων. »
(nl)
« Pythagoras pleegt ons toe te schijnen als de opsnijder. »
(Heraclitus, fragment DK 22 B 81.)
  • Het volgende citaat heeft waarschijnlijk niet alleen betrekking op Pythagoras, maar zal wel in algemene zin bedoeld zijn:
(grc)
« κοπίδων ἐστὶν ἀρχηχός. »
(nl)
« Van de opsnijders is hij de aanvoerder. »
(Heraclitus, fragment DK 22 B 81.)

Noot

[bewerken]
  1. Volgens het doxografisch commentaar hierbij.


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.