Wereldliteratuur/Chanson de Roland

Uit Wikibooks
De acht fasen van het Chanson de Roland in één beeld; illustratie door Simon Marmion uit een verlucht manuscript van de Grandes Chroniques de France (15e eeuw), momenteel bewaard in het Hermitage Museum in St. Petersburg.

Het anonieme Chanson de Roland is een middeleeuws episch gedicht geschreven rond het jaar 1100. Het is een van de oudste literaire teksten in de Franse literatuur en wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de middeleeuwse literatuur.

Historiciteit[bewerken]

De annalen van het koninkrijk der Franken (Annales regni Francorum) vermelden niet expliciet een nederlaag, alleen een zegevierende expeditie naar Spanje. Twintig jaar later kwam er op initiatief van de Basken een hinderlaag bij, waarbij hooggeplaatste personen omkwamen zonder bij naam genoemd te worden. Éginhard (die een biografie schreef van Karel de Grote) is nauwkeuriger in zijn Vita Karoli Magni: ook hij evoceert de Basken en geeft een meer gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen tijdens de oversteek van de Pyreneeën: "in dit gevecht werden onder meer Eggihardus, bediende aan de koninklijke tafel, en Anselme gedood, graaf van het paleis, en Roland, prefect van de Marche de Bretagne”. Een paar jaar later, in de Vita Hludovici van L'Astronome, wordt verslag gedaan van de strijd, maar de hoofdrolspelers blijven anoniem: “[...] het laatste korps van het koninklijke leger werd afgeslacht op dezelfde berg in de Pyreneeën. Omdat de namen van de omgekomenen bekend waren, sprak ik ze niet uit."

Geschreven Arabische bronnen zijn vrij zeldzaam over het evenement en komen uit kronieken van minstens tweehonderd jaar na de Frankische expeditie.

Hedendaagse historici zijn het er in het algemeen over eens dat de Karolingische ridders bij de Slag bij Ronceveaux niet tegenover het Saraceense leger zouden hebben gestaan, maar tegenover de Baskische militie.

Inhoud en thematiek[bewerken]

Het Chanson de Roland vertelt een episode in de legende van Karel de Grote en zijn ridders, bekend als het Chanson de geste. Het is gebaseerd op echte historische feiten, maar het is ook sterk doordrenkt met legendes en folklore.

Het hoofdthema van het lied draait om de slag bij Ronceveaux, die plaatsvond in het jaar 778. Roland, neef van Karel de Grote en een van zijn beste ridders, heeft de leiding over de verdediging van de doorgang van Ronceveaux in de Pyreneeën tegen de Saracenen. Ondanks het overweldigende numerieke voordeel van de vijand, weigert Roland uit trots om hulp in te roepen en vecht hij dapper door tot de dood. Uiteindelijk komen Karel de Grote en zijn troepen te laat om Roland te redden, maar ze slagen erin zijn dood te wreken.

Het Chanson de Roland draait om thema's als eer, moed, loyaliteit en religie. Het benadrukt ridderlijke waarden en verheerlijkt Rolands heroïsche offer voor zijn koning en zijn land.

Het gedicht is gecomponeerd in achtlettergrepige verzen en is geschreven in een elegante, ritmische stijl. Het werd door de eeuwen heen doorgegeven via mondelinge overlevering en werd uiteindelijk pas in de 12e eeuw opgeschreven.

Het Chanson de Roland had een grote invloed op de middeleeuwse literatuur en wordt beschouwd als een fundamenteel werk van de Franse cultuur. Het heeft door de eeuwen heen veel schrijvers en kunstenaars geïnspireerd en wordt nog steeds bestudeerd en gewaardeerd.

De vier delen van het Chanson[bewerken]

  1. Het verraad van Ganelon: Ganelon, de zwager van Karel de Grote en de schoonvader van Roland, jaloers op de voorkeur van Karel de Grote voor zijn neef aan wie de keizer de achterhoede van zijn legers heeft toevertrouwd, zoekt wraak en verraadt daarmee Frankrijk en zijn opperheer. Hij spant samen met Marsile, koning van Zaragoza, om de dood van Roland te verzekeren door de achterhoede aan het vijandelijke leger uit te leveren.
  2. De slag bij Ronceveaux: Roland en zijn metgezel Olivier, evenals de hele achterhoede van het leger van Karel de Grote, sterven in de strijd en nemen een groot deel van hun aanvallers mee in de dood.
  3. De wraak van Karel de Grote op de Saracenen: Roland had op de hoorn geblazen om Karel de Grote te waarschuwen, maar te laat en wanneer de rest van het leger arriveert om de achterhoede te redden, is de graaf al dood. Karel de Grote wreekt vervolgens zijn neef door de Saracenen te verslaan met de hulp van God.
  4. Het oordeel van Ganelon: Na de slag laat Karel de Grote Ganelon oordelen wie veroordeeld zal worden om gevierendeeld te sterven.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.