Tolk gebarentaal
Tolk gebarentaal
– een gebruiksaanwijzing –
Introductie
[bewerken]Dit is een kort instructieboekje over inzet van een tolk gebarentaal in de klas of bij vergaderingen, met een korte voorbeeldfilm. Zodat de dove student en/of werknemer en de horende docent en/of collega's elkaar kunnen volgen. Geschreven naar aanleiding van toelating van een dove student tot post-hbo-constructeursopleiding. Veel leesplezier toegewenst.
Korte checklist inzet tolk gebarentaal
[bewerken]- Is er een stoel voor de tolk? Het liefst zonder armleuningen.
- Kunnen de dove en de tolk elkaar goed zien? Daarbij kan gelet worden op achtergrondlicht en de zitplaats van beiden.
- Zit de tolk niet vlak naast een overheadsheet met een hoorbare ventilator?
- Is de tolk vooraf geïnstrueerd over inhoud van het college of de vergadering door een van betrokkenen? Reader en sheets, i.v.m. voorbereiding vertaling van jargon.
- Zijn de docent en/of collega's vooraf geïnstrueerd over de rol van de tolk?
- Zie verder dit instructiefilmpje – lengte 3 minuten.
Achtergrondsituatie Nederland
[bewerken]Een tolk gebarentaal verzorgt de vertaling van gesproken Nederlands naar Nederlandse gebarentaal (en vice versa) zo goed mogelijk. Daarvoor heeft de tolk een vierjarige hbo-opleiding gevolgd in Utrecht; hij/zij krijgt voor haar werk ook een redelijke vergoeding via UWV of Menzis (in opdracht van de overheid).
Eenieder in Nederland heeft recht op goed onderwijs. Om het reguliere (beroeps)onderwijs in Nederland ook toegankelijk te maken voor dove Nederlanders draagt de overheid (vrijblijvend) zorg voor deze toegankelijkheid middels de tolkvoorziening. Dit gebeurt in kader van arbeids(re)integratie, reden waarom Uitvoering Werknemers Verzekeringen (UWV) bij deze voorziening betrokken is. In het voortgezet speciaal onderwijs kunnen dove leerlingen les van gebarentaalvaardige docenten krijgen, van vmbo tot en met vwo. Voor mbo, hbo en academisch onderwijs zijn zij aangewezen op een tolk gebarentaal. In het verleden heeft een klein deel van de dove populatie zonder een tolk en met een enorme persoonlijke inspanning de hogere opleidingen kunnen bereiken. professor Jenny Goldschmidt is daar een voorbeeld van. Sinds de oprichting van de hbo-tolkopleiding in 1997, na afschaffing van de mbo-opleiding, is het aantal professionele tolken toegenomen van 70 mbo-tolken in 2001 naar een kleine 400 in 2009. Volgens een schatting is met 400 er nog een tekort van 300 tolken in Nederland. Een grote meerderheid van deze beroepsgroep is vrouw.
In veel andere landen heeft de overheid de nationale gebarentaal erkend, in Nederland is dit ondanks eerdere toezeggingen van overheidswege nog niet gedaan. Voor een wettelijk recht op een tolk is dit van belang, omdat dit nu ontbreekt in bijvoorbeeld de rechtszaal. Momenteel wordt er overlegd over een (bredere maar niet-juridische) maatschappelijke erkenning van de Nederlandse gebarentaal.
Liplezen, ook wel spraakafzien genoemd, geeft slechts een deel van de informatie. Bij kinderen die (al dan niet gedwongen) zonder gebarentaal opgegroeid zijn, waarbij hun opvoeding en opleiding voor groot deel gericht zijn op spraakafzien en een accentloze stembeheersing van een gesproken taal, kunnen deze vaardigheden iets beter zijn dan gemiddeld.
Inzet tolk gebarentaal
[bewerken]NB: Waar in het artikel zij geschreven wordt, wordt ook hij bedoeld.
Bij een (eerste) kennismaking vooraf met de tolk, zal zij haar rol toelichten; die van een onpartijdige vertaler i.p.v. een gesprekspartner.
Zij zal het gesproken Nederlands vertalen naar Nederlandse gebarentaal, en vice versa.
Zij zit bij voorkeur in de buurt van de spreker, in een klas/collegezaal zit zij dus met haar gezicht gericht op de dove student (en de andere studenten). De dove student zit bij voorkeur vooraan in de klas/zaal, tegenover de tolk. Er moet dan apart een stoel bij geplaatst worden voor de tolk.
Gelet op het visuele karakter van de gebarentaal zal de dove student/collega bij gesprekken minder vaak kijken naar de spreker, hij/zij moet op de gebaren en mondbeeld van de tolk letten. De spreker kan hierbij gewoon de dove aankijken; het verminderde oogcontact is niet bedoeld als bewust wegkijken, hij/zij wil de vertaling volgen.
Als een van de sprekers met een hoog tempo spreekt of onverstaanbaar is voor de tolk, dan zal zij de spreker vragen om het deel wat niet verstaan is van zijn/haar verhaal te herhalen.
Als een spreker onafgebroken achterelkaar een betoog houdt dat langer duurt dan een half uur, zonder oefeningen voor studenten tussendoor, dan zal de tolk na ongeveer een half uur/40 minuten om een korte pauze van een aantal minuten voor haarzelf vragen.
Bij het uitschrijven van vergelijkingen op het bord wordt soms hiernaar verwezen met Vermenigvuldig dit met die, dan die met die en dan krijg je als uitkomst dit. Omdat de tolk niet met haar gezicht naar bord gericht is, moet zij vaker omkijken en tegelijkertijd met de vertaling proberen de berekeningsopbouw te volgen. Dit kan als volgt: vermenigvuldig 2 maal 2, dan 3 maal 3 en krijg je 13 als uitkomst.
Bij het beantwoorden of stellen van een mondelinge vraag is er een vertraging van een paar seconden i.v.m. de vertaling.
De tolk is gebonden aan de beroepscode, waaronder ook zwijgplicht valt. NB Zwijgplicht is iets anders dan zwijgrecht.
Instructiefilm
[bewerken]Voor de versie zonder geluid, klik hier.
Onderstaande tekst is zoals die voor de film gebruikt is. Let op; dit is niet de werkelijke transcriptie van het gesprokene of gebaarde in de film.
– begin tekst –
Hallo,
Dit is een kort voorlichtingsfilmpje over hoe een tolk gebarentaal ingezet wordt.
Ik gebruik Nederlandse gebarentaal, de tolk vertaalt dit naar gesproken Nederlands voor u. Hierbij gebruik ik mijn mondbeeld bij gebaren, gebruikelijk in het Nederlandse gebarentaal. Mijn stem kan ik wel gebruiken, maar dat is niet verstaanbaar genoeg voor iedereen. Dat verschilt per dove.
De tolk vertaalt het gesproken Nederlands in vergaderingen en bij lessen naar Nederlandse gebarentaal, zodat ik alles kan volgen. Om de tolk goed te zien, zit zij bij voorkeur recht tegenover mij. Zonder de tolk moet ik op het mondbeeld, de gebaren en/of sheets afgaan. Hierdoor mis ik mogelijk belangrijke informatie.
Het vertalen en het maken van gebaren kost een paar seconden, de reactie op vragen kan daardoor een aantal seconden achterlopen. De tolk vertaalt zo veel mogelijk, maar kan daarbij onbewust een aantal zaken weglaten of verkeerd vertalen. Ook kan het tempo van snelle sprekers te hoog zijn voor haar, zij zal dan zelf ingrijpen en de spreker vragen om bepaalde stuk te herhalen.
Het tolken is een flinke inspanning; de tolk heeft daarom ook pauze nodig. Bij onafgebroken tolken bij voorkeur om de 3 kwartier een aantal minuten pauze.
Tot slot komt het soms voor dat men de tolk als woordvoerder of gesprekspartner ziet, in plaats van een tolk die alleen de gesprekken vertaalt en zelf niet aan de gesprekken deelneemt.
Bedankt voor het kijken, dag!
– einde tekst –
Wikipedia en externe links
[bewerken]Zie Tolk gebarentaal op Wikipedia. Informatie over bemiddeling en vergoeding (van overheidswege) staat eveneens op Wikipedia.
NBTG is de Nederlandse Beroepsvereniging Tolken Gebarentaal, een organisatie die opkomt voor de belangen van tolken gebarentaal. Hun website bevat informatie over tolk gebarentaal.
Stichting RTGS is een stichting die de kwaliteit van tolken gebarentaal zou moeten bewaken, onder andere middels het aanhouden van een (verplicht) register van afgestudeerde tolken gebarentaal. Ook wordt via deze stichting de nascholing geregeld voor afgestudeerde tolken gebarentaal. Hun website bevat contactgegevens van de meeste tolken gebarentaal.
Tolknet is een semioverheidsorganisatie, een bemiddelingsbureau die tussen klant en tolk gebarentaal bemiddelt voor tolkopdrachten. Zie hun website.
Dovenschap is de Nederlandse organisatie die de belangen van voornamelijk dove volwassenen (meestal vanaf zeer jonge leeftijd doof) zou behartigen.
Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies is de Nederlandse hbo-opleiding voor Tolk en leraar gebarentaal.
Zie ook
[bewerken]Omgaan met dove collega – een korte voorbeeldbrief met instructie voor nieuwe, horende collega's.