1. Hoe luidt de reactievergelijking van kwik met een overmaat zuurstof, waarbij kwik(II)oxide ontstaat? |
2. Hoeveel gram koper(I)oxide kan ontstaan als een overmaat koper met 4,00 gram zuurstofgas reageert?
35,774 gram
- 1. Reactievergelijking:
- 2.
Over koper(I)oxide moet je iets weten, van zuurstof weet je de massa
- 3.
- 1.
- 2.
- 4.
- 5.
- Invullen geeft nu:
- 6.
- 7.
- 8.
|
3. Als calciumcarbonaat verhit wordt tot 960°C ontleed het in calciumoxide (dat als vaste stof achterblijft) en koolstofdioxide (dat in de lucht vervliegt). Na afloop van het experiment blijkt er 1,1642 gram calciumoxide over. Met hoeveel gram calciumcarbonaat is dit experiment gestart?
2,078 gram
- 1. Reactievergelijking:
- 2.
Over calciumcarbonaat moet je iets weten, van calciumoixide weet je de massa
- 3.
- 1.
- 2.
- 4.
- 5.
- Invullen geeft nu:
- 6.
- 7.
- 8.
|
4. Hoeveel gram zuurstof is er nodig om 7,22 gram ijzer volledig in ijzer(III)oxide om te zetten?
3,103 gram
- 1. Reactievergelijking:
- 2.
- Van zuurstof wil je iets weten, van ijzer weet je de massa
- 3.
- 1.
- 2.
- 4.
- 4.
- Invullen geeft nu:
- 6.
- 7.
- 8.
|
5. Koper(I)sulfaat kan gevormd worden uit het overeenkomstige koperoxide en zwavelzuur. Hoe luidt de reactievergelijking? |
6. Koper(II)nitraat kan gevormd worden uit het overeenkomstige koperoxide en salpeterzuur. Hoe luidt de reactievergelijking? |
7. Koper(II)sulfide kan met lucht omgezet worden in koper(II)oxide en gasvormig zwaveldioxide.Hoe luidt de reactievergelijking? |
8. Chroom(III)sulfide kan met lucht omgezet worden in Chroom(III)oxide en gasvormig zwaveldioxide.Hoe luidt de reactievergelijking? |
9. Natriumoxide reageert met water. Hoe luidt de reactievergelijking. Er ontstaat een oplossing.
Als tussenstap mag het het ongedissocieerde zuur genoemd worden, uiteindelijk dienen de ionen in oplossing genoteerd te worden.
|
10. Bariumoxide reageert met water. Hoe luidt de reactievergelijking. Er ontstaat een oplossing.
Als tussenstap mag het het ongedissocieerde zuur genoemd worden, uiteindelijk dienen de ionen in oplossing genoteerd te worden.
|
11. Zwaveltrioxide reageert met water. Hoe luidt de reactievergelijking. Er ontstaat een oplossing.
Als tussenstap mag het het ongedissocieerde zuur genoemd worden, uiteindelijk dienen de ionen in oplossing genoteerd te worden.
|
12. Dichloorhepta-oxide reageert met water. Hoe luidt de reactievergelijking. Er ontstaat een oplossing.
Als tussenstap mag het het ongedissocieerde zuur genoemd worden, uiteindelijk dienen de ionen in oplossing genoteerd te worden.
|