Schaken voor beginners/Regels
Dit boek is in ontwikkeling. Volg de wijzigingen door bij elk hoofdstuk op de ster te klikken of gebruik de toetscombinatie [alt+shift+w].
Schaken is een strategisch bordspel waarbij twee spelers, wit en zwart, elkaar bevechten met stukken op een schaakbord. De bedoeling is om de koning van je tegenstander schaakmat te zetten. Er zijn verschillende strategieën die je kunt gebruiken om dit te bereiken. Schaken wordt al eeuwenlang gespeeld en is een van de oudste bordspellen. Het is een uitdagend spel dat veel denkwerk vereist, waardoor het populair is bij zowel beginners als gevorderde spelers.
Oorsprong
[bewerken]Voorloper
[bewerken]De precieze oorsprong van het schaken is onbekend. Volgens de breedst gedragen theorie stamt het spel uit India en is het vóór de 6e eeuw n.Chr. ontstaan. Een directe voorloper van het huidige westerse schaken was het oorlogsspel Chaturanga, dat werd gespeeld op een ashtapabord (speelbord van 8x8 velden) door vier spelers.
Ontwikkeling
[bewerken]De ontwikkeling van het schaakspel kan men indelen in de volgende perioden:
- Voorlopers: 4000-400 v.C.
- India, Iran, Arabië: 400 v.C. - 750 n.C.
- Europa: middeleeuwen
- Moderne schaken : 1471 n.C. - heden
Het moderne schaken is gebaseerd op het Göttingen manuscript uit circa 1471 waarin de oudst genoteerde moderne schaakpartij is opgenomen.
Materiaal
[bewerken]Bord
[bewerken]a | b | c | d | e | f | g | h | ||
8 | 8 | ||||||||
7 | 7 | ||||||||
6 | 6 | ||||||||
5 | 5 | ||||||||
4 | 4 | ||||||||
3 | 3 | ||||||||
2 | 2 | ||||||||
1 | 1 | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h |
h | g | f | e | d | c | b | a | ||
1 | 1 | ||||||||
2 | 2 | ||||||||
3 | 3 | ||||||||
4 | 4 | ||||||||
5 | 5 | ||||||||
6 | 6 | ||||||||
7 | 7 | ||||||||
8 | 8 | ||||||||
h | g | f | e | d | c | b | a |
Het schaakspel wordt gespeeld op een vierkant schaakbord met 8 rijen en 8 kolommen resulterend in 64 velden afwisselend donker of licht. Een veld wordt in het schaken gelabeld door de kolom nummer en de rij letter. Let op, de nummers lopen van onder naar boven op!
Via Lichess, een open website om schaken te oefenen en te spelen met anderen, kun je deze coördinaten oefenen. Een gemiddelde score van 15 is minimaal nodig om instructievideo's en andere live commentaren redelijk te kunnen volgen.
Doel
[bewerken]Bij schaken draait het niet om kans, maar alleen om de strategie die beide spelers kiezen. Behalve bij de toss aan het begin on te bepalen wie met de witte schaakstukken speelt. Wit heeft enig voordeel omdat die mag beginnen. Deze voorsprong kan zeker bij topschakers het verschil maken.
De enorme hoeveelheid mogelijke schaakopstellingen maakt dat zelfs krachtige schaakcomputers deze niet allemaal bij langs kunnen lopen. Een keuze aan het begin is dus niet alles zeggend over het eind.
Het eind van het spel is bereikt als een van de koning wordt veroverd of dat het onmogelijk is om dat te doen. In het eerste geval spreekt men van schaakmat en wint de partij die de zet tot de schaakmat heeft gedaan. In het andere geval is er remise of gelijkspel. De koning wordt veroverd als hij wordt aangevallen ("schaak") en het schaak niet kan worden opgeheven. We spreken dan van schaakmat of kort van mat. In dat geval is er dus een winnaar. Er is automatisch geen winnaar of remise als
- de spelers dat onderling overeenkomen.
- een speler geen legale zet kan doen, maar geen schaak staat.
- alleen twee koningen over zijn gebleven.
- alleen twee koningen met een enkele paard of een enkele loper zijn overgebleven.
Er is op verzoek van een speler remise als
- er drie keer dezelfde opstelling ontstaat met dezelfde speler aan zet.
- er 50 zetten lang geen pion is verzet en niets is geslagen.
Schaakstukken
[bewerken]Hoe ziet de beginopstelling vanuit zwart gezien eruit?
Een schaakspel telt 16 stukken voor elke kleur (wit en zwart). Van de koning en koningin is er maar 1. Er zijn 8 pionnen. De rest van de stukken, paard, loper en toren, komen in paren. We zoomen op de individuele stukken verder in door te kijken naar hun mogelijkheden. De kruisjes geven de bewegingsvrijheden aan! De volgorde de belangrijkheid van het schaakstuk. Met punten duiden schakers de sterkte van een schaakstuk aan.
- Koning: De koning mag één positie opschuiven naar alle kanten zolang die velden vrij zijn. Een koning is het niet te verliezen stuk en zou je daarom oneindig veel punten kunnen toekennen.
- Wat zijn de velden die hij kan bereiken als hij op e4 staat en hoeveel zijn dat er?
Oplossing
Deze positie is als er nog veel schaakstukken van de tegenstander (met name de sterke koningin) niet handig, want als je koning verliest dan heb je de partij ook verloren! Als er niet veel tegenstand meer is dan kan de koning juist waardevol meevechten.
- Dame: De dame mag net zo veel posities opschuiven naar alle kanten als er ruimte is (geen andere stukken de weg belemmeren). Een dame kent men 9 punten toe.
- Wat zijn de velden die de dame kan bereiken als zij op e4 staat en hoeveel zijn dat er?
Oplossing
- Toren: De toren mag naar voren, naar achteren, naar links en naar rechts, zo ver als hij kan (geen andere stukken tegenkomt), maar niet schuin. Een toren heeft 5 punten.
- Wat zijn de velden die de toren kan bereiken als hij op e4 staat?
Oplossing
- Loper: De loper mag alleen schuin bewegen zo ver als hij kan zonder andere stukken tegen te komen. Aan een loper worden 3 punten als waarde gegeven.
- Wat zijn de velden die de loper kan bereiken als hij op e4 staat en hoeveel zijn dat er?
Oplossing
- Paard: Het paard beweegt via een L (1 stap de ene richting op en 2 stappen haaks erop) en mag als enige over andere stukken springen. Een paard heeft net als een loper 3 punten.
- Wat zijn de velden die het paard kan bereiken als hij op e4 staat en hoeveel zijn dat er?
Oplossing
- Pion: Een pion kan alleen maar 1 veld naar de overkant bewegen als er geen stuk in de weg staat. In het begin mag het echter ook twee velden opschuiven. Als het de overkant bereikt moet het onmiddellijk promoveren naar een ander schaakstuk. Pionnen zijn de enige schaakstukken die niet slaan zoals ze normaal gesproken bewegen (verticaal naar de overkant), maar schuin naar beide kanten in de bewegingsrichting. Daarnaast kunnen ze een pion die door ineens twee zetten te doen naast hen staat ook direct schuin slaan (en passant slaan). Een pion heeft slechts 1 punt aan waarde.
- Wat zijn de velden die een pion kan bereiken als hij op e4 staat en hoeveel zijn dat er? Hoe zit dat met de pion die aan het begin op a7 staat? Welke pion kan de a7 pion en passant slaan?
Oplossing
Acties
[bewerken]Slaan
[bewerken]Alle bovenstaande stukken mogen (hoeven dat niet zoals bij het dammen) slaan. Dat betekent dat ze de plek innemen van het stuk dat op een veld staat dat ze aanvallen. Aanvallen betekent dat jouw stuk op een veld terecht kan komen (zie de bewegingsvrijheid) die door een stuk van de tegenstander wordt ingenomen. Wanneer je besluit te slaan neem je de plek in van het stuk van de tegenstander die meteen van het bord verdwijnt. Let op: de enige uitzondering op de regels van het slaan is bij het en-passant slaan.
Dekken
[bewerken]Een stuk kun je dekken door een ander stuk zo te plaatsen dat mocht een tegenstander jouw gedekte stuk slaan, jij deze door het andere stuk kunt terugslaan.
Zetten
[bewerken]Spelers doen om en om een zet met één schaakstuk (alleen legale bewegingen zijn toegestaan zie hier boven) zonder een beurt te mogen overslaan. Daarbij mag elk veld maar door één schaakstuk worden bezet. Als de koning van de tegenstander door een zet wordt aangevallen, spreekt men van 'schaak'. De tegenstander moet elke schaak meteen opheffen. Als dat niet kan, is er sprake van schaakmat en verliest de tegenstander.
Wit begint. Wie wit speelt wordt of vooraf afgesproken of met een [w:Kruis_of_munt|toss]] bepaald. In het schaken tost men door een speler een witte en zwarte pion in zijn linker- en rechtervuist te laten verstoppen en de andere speler laat kiezen. Dit zou eerlijk moeten leiden tot evenveel kans op wit of zwart, hoewel Victor Mids van Mindf*ck in zijn Tv-programma laat zien dat dit niet het geval hoeft te zijn.
Aanraken is zetten (Pièce touchée), dus je moet het eerste stuk dat je aanraakt - ook al gaat het per ongeluk - gebruiken voor je volgende zet als dat kan.
Rokeren
[bewerken]Een uitzondering op de regel dat slechts één schaakstuk mag worden verplaatst per zet is de rokade. De rokade kan plaatsvinden mits een toren en de koning van een kleur nog niet eerder zijn verplaatst en de koning niet schaak staat of tijdens de beweging schaak komt te staan. In dat geval mogen ze (als de weg tussen hen vrij is) van plaats wisselen door de koning 2 velden opzij te bewegen in richting van de toren, waarna de toren over de koning heen springt en er aan de andere kant naast gaat staan.
Wat is de kortste (toren en koning bewegen het minst) rokade voor wit?
Oplossing
Wat is de langste (toren en koning bewegen het meest) rokade voor wit?
Oplossing
Bronnen
[bewerken]Zie ook
- Wikikids pagina over schaken
- Jeugdschaakpagina om schaken te leren in een half uur.
- Spreekbeurt over schaken.
- Filmpjes om te leren schaken
Verdieping
[bewerken]De volgende open en gratis bronnen kunnen helpen bij verdere verdieping in deze materie:
Verwijzingen
[bewerken]Organisaties
Begrippen
Referenties