Samenleving/Begrippen
Uiterlijk
Wat is maatschappijleer?
[bewerken]maatschappelijk vraagstuk |
Een ongewenste situatie in de samenleving waarbij de overheid betrokken is (of zou moeten zijn). |
compromis |
Het vinden van het midden tussen twee tegenovergestelde meningen. Alle parijen geven een beetje toe. |
politiek probleem |
een probleem in de samenleving waarbij de politiek betrokken is, of betrokken zou moeten zijn |
dilemma |
een lastige keuze tussen twee of meer opties |
rechtsstaat |
Een rechtsstaat is een staat waarin vrijheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de burger heel belangrijk zijn. Bovendien geniet de burger bescherming van zijn rechten en vrijheden, tegen medeburgers én tegen de overheid. |
parlementaire democratie |
Nederland is een parlementaire democratie. Burgers stemmen tijdens verkiezingen op de volksvertegenwoordigers van politieke partijen die hen het meeste aanspreken. |
pluriforme samenleving |
Nederland heeft een pluriforme samenleving. Dat betekent dat er mensen met verschillende culturen, levensstijlen en religies naast elkaar leven. |
verzorgingsstaat |
In een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor welvaart en welzijn voor alle burgers in de samenleving. |
De maatschappij onderzoeken
[bewerken]waarde |
Een uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven. |
norm |
Normen zijn regels over hoe je je in een bepaalde situatie hoort te gedragen. |
sociale verplichting |
Een verplichting die je in bepaalde situaties wordt opgelegd door je omgeving. |
sociale controle |
De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan normen te houden. |
belang |
Het voordeel dat iemand ergens bij heeft. |
belangentegenstelling |
Het belang van de één botst met het belang van de andere. Mensen hebben tegengestelde opvattingen. |
macht |
Het vermogen om het gedrag en/of denken van anderen te beïnvloeden. |
gezag |
Gelegitimeerde macht. Macht op basis van functie, broep of maatschappelijke positie. |
machtsmiddel |
Manieren/middelen om het gedrag van anderen te beïnvloeden. |
sociale ongelijkheid |
De ongelijke verdeling in de maatschappij/samenleving van kennis, inkomen, status, en (politieke) macht. |
sociale cohesie |
De mate waarin mensen zich verbonden voelen in met elkaar (datgene wat mensen in de samenleving bij elkaar houdt). |
Media en nepnieuws
[bewerken]nepnieuws |
Nieuws dat niet op waarheid berust. Niet berustend op vaststaande feiten. |
manipulatie |
Het opzettelijk verdraaien of weglaten van feiten, vaak zonder dat de lezer of kijker zich ervan bewust is. |
propaganda |
Men geeft bewust eenzijdige informatie met als doel de mening van mensen te beïnvloeden (denk aan reclame). |
indoctrinatie |
Men krijgt langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen opgedrongen met de bedoeling dat zij deze opvattingen kritiekloos overnemen. |
complottheorieën |
Er wordt vanuit gegaan dat bepaalde gebeurtenissen het resultaat zijn van een samenzwering tussen mensen of groepen met kwaadaardige bedoelingen. |
polarisatie |
Het proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen groter worden en ze steeds meer tegenover elkaar komen te staan. |
objectief |
Hoe het werkelijk is. Op basis van vaststaande feiten. |
subjectief |
Wat iemand ergens van vindt. |
filterbubbel |
Websites en zoekmachines stemmen hun zoekresultaten op jouw zoekgedrag. |
algoritme |
Reeks instructies om vanaf een beginpunt een bepaald doel te bereiken. Een alogritme stuurt je een bepaalde kant op. |
big data |
Data die heel groot of heel erg ongestructureerd is. Bedrijven gebruiken big data om gericht reclame te zenden. |
referentiekader |
Alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten |
selectieve waarneming |
Je ziet wat je wilt zien. Je ziet alleen waar je gevoellig voor bent. |
vooroordeel |
Je oordeelt over iets of iemand zonder dat je die persoon of die zaak kent. |
Kritisch denken
[bewerken]kritisch denken |
Het proces om op basis van goed afgewogen informatie tot een beargumenteerde en onderbouwde mening te komen. |
stelling |
Een geformuleerd standpunt. Een uitspraak die door argumenten onderbouwd kan worden. |
argument |
Een uitleg waarom je iets vindt. |
Wat is een rechtsstaat?
[bewerken]Rechtsnormen |
Gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgesteld. |
publiekrecht |
De relatie tussen burgers en overheid. |
strafrecht |
Het recht wat bepaalt wat strafbaar is. |
burgerlijk recht/privaatrecht |
De regels hoe burgers onderling met elkaar omgaan. |
rechtspersoon |
Een persoon, onderneming of instelling die een bepaalde rechtspositie heeft. |
rechtvaardigheid |
De opvattingen die we hebben over goed of kwaad. |
rechtsstaat |
Een rechtssyteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur. |
rechtshandhaving |
De staat zorgt ervoor dat we ons aan de wet houden. |
geweldsmonopolie |
Een geweldsmonopolie houdt in dat de staat het alleenrecht heeft om fysiek geweld te gebruiken |
autoritaire staat |
Een machthebber of kleine groep mensen bepaalt wat de regels zijn. |
dictatuur |
Een dictatuur of alleenheerschappij is een regeringsvorm waarin alle macht (het machtsmonopolie) bij één persoon (een dictator) of bij een kleine groep mensen, bijvoorbeeld een politieke partij, junta of familie, berust. |
Voorwaarden voor een rechtsstaat
[bewerken]grondwet |
In de grondwet staat beschreven wat de grondrechten van burgers zijn en hoe de staat is ingericht. |
grondrechten |
Basisrechten die je nodig hebt om een menswaardig bestaan te leiden. |
mensenrechten |
Basisrechten die je nodig hebt om een menswaardig bestaan te leiden. |
klassiek grondrecht |
Rechten die de overheid moet garanderen (bijvoorbeeld recht op gelijke behandeling). |
Sociaal grondrecht |
De overheid kan deze rechten niet garanderen, maar moet zich er wel voor inspannen (bijvoorbeeld recht op werk). |
trias politica |
De macht is verdeeld over drie afzonderlijke staatsmachten. |
wetgevende macht |
Maakt wetten waar de burgers en overheid zich aan moeten houden. |
uitvoerende macht |
Zorgt voor de uitvoering van goedgekeurde wetten (stuurt ambtenaren aan). |
rechterlijke macht |
Beoordeelt of iemand de wet heeft overtreden en legt eventueel een straf op. |
checks and balances |
De staatsmachten controleren elkaar. |
wraking |
Je verzoekt om een andere rechter omdat je vermoed dat deze partijdig is. |
legaliteitsbeginsel |
De overheid mag alleen vrijheden van de burgers beperken als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd. |
rechtszekerheid |
Iedereen kan nagaan wat de overheid wel en niet mag |
Criminaliteit en opsporing
[bewerken]wetboek van Strafrecht |
Alle regels en wn wetten die in Nederland gelden zijn vastgelegd in wetboeken. |
misdrijf |
Ernstige strafbare feiten noemen we misdrijven. |
overtreding |
Minder ernstige strafbare feiten noemen we overtredingen. |
criminaliteit |
Alle misdrijven die in de wet staan. |
politie |
De politie verzamelt informatie, zoekt naar sporen, hoort getuigen en slachtoffers, houdt verdachten aan en legt alle gegevens vast in een proces verbaal. |
officier van justitie |
De officier van justitie heeft de leiding over over het opsporingsonderzoek en houdt in de gaten of alles zorgvuldig en eerlijk verloopt. |
fouilleren |
Het zoeken in, op of onder de kleding van een persoon of de controle van de bagage van die persoon. |
dwangmiddelen |
Dwangmiddelen zijn bepaalde middelen die door het Openbaar Ministerie gebruikt kunnen worden bij het opsporen van een verdachte gedurende een strafrechtelijke procedure. |
verdachte |
We spreken van een verdachte wanneer er een redelijk vermoeden is van schuld. |
staande houden |
De politie vraagt je om je identiteitsbewijs te laten zien. |
aanhouding |
Bij een aanhouding of arrestatie, moet een verdachte mee naar het politiebureau voor verhoor. |
preventief fouilleren |
Fouilleren zonder dat er sprake is van verdenking. |
infiltratie |
Ook wel 'undercover': het binnendringen in misdaadorganisaties. |
seponeren |
Afzien van verdere rechtsvervolging. |
transactie |
De verdachte betaalt een geldbedrag of krijgt een taakstraf. |
strafbeschikking |
Het OM legt zelf een straf op. |
vervolgen |
De officier van justitie stuurt het dossier van een verdachten naar een rechter en begint een rechtszaak. |
rechter |
Een rechter stelt tijdens een strafzaak vast of de verdachte schuldig is. |
onschuldvermoeden |
Je bent onschuldig totdat de rechter heeft vastgesteld dat het tegendeel bewesen is. |
Rechtspraak en straffen
[bewerken]meervoudige strafkamer |
Bij ingewikkelde of zware strafzaken zijn |
zitting |
Het moment waarop rechters een zaak behandelen noemen we een zitting. |
advocaat |
Deze controleert of de politie en het OM zich aan de regels houdenbij het proces van opsporing en vervolging. |
dagvaarding |
Voorafgaand aan een zitting krijgt de verdachte een oproep. |
gerechtshof |
Als je in hoger beroep gaat, dan behandelt het gerechtshof de strafzaak opnieuw. |
Hoge Raad |
Als je incassatie gaat dan kijkt de Hoge Raad of het recht op de juiste manier is toegepast. |
wraak en vergelding |
Het leed wat iemand een ander heeft toegebracht, wordt vergolden. We spreken ook wel van genoegdoening voor het slachtoffer. Het principe van 'oog om oog, tand om tand'. |
afschrikking |
Het vooruitzicht van een straf, moet mensen afhouden van crimineel gedrag. |
voorkomen van eigenrichting |
In onze rechtsstaat is het de taak van de rechter om te straffen en niet die van burgers. |
resocialisatie |
Met een straf proberen we het gedrag van een crimineel te verbeteren (aan te passen aan de normen van de maatschappij). |
beveiliging van de samenleving |
Zolang een dader vast zit, kan deze geen nieuwe misdrijven meer plegen. |
vrijheidsstraf |
De maximale gevangenisstraf is levenslang. Wel kunnen levenslanggestraften na 25 jaar verzoeken om vrijlating. |
taakstraf |
De rechter kan bij jongeren kiezen tussen een werkstraf en een gedragstraining. |
geldboete |
Een geldboete kan oplopen tot bijna 1 miljoen euro. |
vervangende hechtenis |
Voor elke 50 euro die je niet betaalt, moet je een dag gevangenisstraf uitzitten. |
bijkomende straf |
Een straf die berekking heeft op het misdrijf: intrekken van een rijbewijs of een stadionverbod bijvoorbeeld. |
voorwaardelijk |
Als een dader zich binnen een proeftijd aan bepaalde voorwaarden houdt, krijft deze een deel van de straf niet. Bijvoorbeeld drie maanden celstraf met een proeftijd van twee jaar. |
terbeschikkingstelling (tbs) |
De dader blijkt bijvoorbeeld verminderd toerekeningsvatbaar en de rechter besluit tot opname in een tbs-kliniek. |
jeugdstrafrecht |
Voor jongeren van 12 tot en met 17 voor zowel lichte als zwaardere misdrijven (kinderrechter) |
adolescentenstrafrecht |
Voor jongeren tussen de 16 en 23 jaar. De rechter kan kiezen tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht. |
Conflicten oplossen
[bewerken]mediation |
Bemiddeling: de betrokkenen proberen het onderling op te lossen (met een bemiddelaar). |
burgerlijke rechtszaak |
Een rechtszaak waarbij twee burgers (of rechtspersonen) tegenover elkaar staan. |
eiser |
Degene die de zaak aan de rechter voorlegt. |
gedaagde |
De persoon van wie iets wordt geëist en die daarom voor de rechter wordt gedaagd. |
dagvaarding |
Een schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen. |
verweer |
De reactie van de gedaagde. |
vonnis |
De uitspraak van de rechter. |
dwangsom |
Men moet een boete betalen als men zich niet aan de uitspraak van de rechter houdt. |
immateriële schade |
Emotionele en lichamelijke schade. |
vermogensschade |
Schade aan spullen en ander bezit. |
kort geding |
Een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken. |
bodemprocedure |
Het normale rechtsproces wat na een kort geding plaatsvindt. |
Blik over de grens
[bewerken]uitlokking |
De politie verleidt een verdachte tot het plegen van een misdaad. Daarbij weet men dus niet zeker of de verdachte deze misdaad anders ook had gedaan. |
lokmiddel |
Een middel wat de politie inzet om wetovertreders te verleiden iets strafbaars te doen. Bijvoorbeeld lokfietsen. |
grooming |
Digitaal kinderlokken. |
jury |
Een groep burgers die namens de samenleving bepaalt of een verdachte schuldig is of niet. |
doodstraf |
In twintig landen kun je bij bepaalde misdrijven ter dood veroordeld worden. |
levenslange gevangenisstraf |
Bij een levenslange gevangenisstraf kun je na 25 jaar een verzoek indienen voor vrijlating. |
Uitdagingen voor de rechtsstaat
[bewerken]vrijheid van meningsuiting |
Je mag zeggen wat je vindt binnen de grenzen van de wet. |
vrijheid van geloof |
Je mag geloven wat je wilt en dit uitdragen en verspreiden binnen de grenzen van de wet. |
vrijheid van onderwijs |
Iedereen mag een school oprichten en daarvoor geld krijgen van de overheid als je voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen. |
algoritme |
Wiskundige formules waarnee je snel data kunt analyseren. |
digitale monitoring |
Mensen worden in de gaten gehouden in hun leven of werk door middel van digitale technologie. |