Samenleving

Uit Wikibooks
Breda

De samenleving[bewerken]

Met de samenleving wordt het land of de regio waarin mensen leven bedoeld. Een samenleving bestaat uit alle mensen die in een bepaald gebied wonen, werken en met elkaar omgaan.

Geschiedenis[bewerken]

Rond 5600 jaar voor Christus ontstonden de eerste dorpen in het oude messopotamië. En niet lang daarna - rond 3500 voor Christus - de eerste stedelijke gemeenschappen met tussen de 10.000 en 50.000 inwoners. We spreken in dit verband ook wel van stadstaten.

Waarden, normen en gewoonten[bewerken]

Elke samenleving of groep heeft zijn eigen waarden, normen en gewoonten. Hierbij kun je denken aan respect voor ouderen (waarde), achter in de rij aansluiten (norm) en eten rond een bepaalde tijd (gewoonte).

Maatschappelijke normen[bewerken]

Met maatschappelijke normen bedoelen we de ongeschreven regels in de samenleving. De overheid schrijft rechtsnormen voor (wetten) en maatschappelijke normen zijn verbonden met de cultuur van een samenleving.

Maatschappelijke vraagstukken[bewerken]

Bij een maatschappelijk vraagstuk zijn meerdere groepen (actoren) betrokken in de samenleving. Men is het vaak (nog) niet eens over de oorzaken en aanpak van het probleem en het is alleen gemeenschappelijk op te lossen. Ook de overheid is een partij (actor) bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. Vaak zijn er nieuwe wetten nodig om problemen op te lossen en een samenwerking met provicies en gemeenten.

Voorbeelden van maatschappelijke vraagstukken[bewerken]

  • Dagelijkse files op de snelwegen
  • De uitstoot van CO2
  • Werkloosheid
  • Voortijdig schoolverlaten
  • De opvang van vluchtelingen
  • Het tekort aan orgaandoneren

Cultuur[bewerken]

Socialisatie[bewerken]

Groepsgevoel[bewerken]

Mensen zijn sociale wezens. We hebben elkaar in meer of mindere mate nodig om te overleven. Van nature hebben we aandacht voor elkaar en bieden elkaar hulp als dit nodig is. (De Waal, 2022)

Sociale identificatie[bewerken]

Sociale identificatie is een gevoel van vereenzelviging met een persoon, groep, instantie of zaak. Bij identificatie herken je bepaalde kenmerken van jezelf in de ander. Het kan gezien worden als het proces waarin bij mensen het gevoel ontstaat dat sommigen ‘hetzelfde’ zijn als zij en anderen daarentegen juist heel verschillend. (De Swaan, 1994)

Bindingen[bewerken]

Mensen zijn onderdeel van een netwerk van sociale bindingen en interacties. Daarin zijn zij op allerlei manieren afhankelijk van elkaar. We leven in groepsverbanden met een gemeenschappelijke identiteit; een wij-gevoel. Binnen gemeenschappen hebben we te maken met insluiting (emotionele betrokkenheid) en uitsluiting (distantiëring). Hierbij spelen taal, symbolen, gewoonten, waarden, gedragsregels, belangen, macht, etc. een belangrijke rol. (De Swaan, 2015)

Groepsidentificatie[bewerken]

Van sociale identificatie op basis van familiebanden was reeds sprake in de prehistorie. Gemeenschappen van mensen leefden 300.000 jaar geleden in groepen van enkele tientallen personen. Zij hadden vaak geen vaste verblijfplaats en werkten nauw samen om hun overlevingskansen te vergroten. Vanaf ongeveer 10.000 jaar geleden gingen mensen geleidelijk steeds vaker op één plek wonen om gewassen te verbouwen en lieten het nomadenbestaan achter zich. Ruim 5000 jaar voor Christus ontstonden de eerste dorpen en rond 3500 v.Chr. de eerste stedelijke gemeenschappen.

Deze naburigheid zorgde voor nieuwe omgangsvormen waarin het sociale verkeer tussen mensen veranderde. Door de ontwikkeling van een gemeenschappelijke religie identificeerde men zich met dezelfde goden, rituelen en verhalen. Maar ook ontwikkelingen op het gebied van cultuur, handel, techniek en later ook wetenschap veranderden de sociale orde.

Tegenwoordig leven we in natiestaten in een geglobaliseerde wereld. Naast verbondenheid met familie, vrienden en bekenden, identificeren we ons steeds meer met groepen mensen en (sub)culturen buiten onze directe sociale omgeving. Net zo goed is het mogelijk om verbondenheid te ervaren met meer abstracte zaken zoals instellingen, bedrijven en politieke denkbeelden. (Harari, 2016)

Desidentificatie[bewerken]

Nature en Nurture[bewerken]

Identiteit en rollen[bewerken]

Relaties[bewerken]

Moraal en seksualiteit[bewerken]

Dubbele moraal[bewerken]

Plaats, tijd en groep[bewerken]

Sociale verschillen[bewerken]

De maatschappelijke ladder[bewerken]

Sociale mobiliteit[bewerken]

Belangen en belangentegenstellingen[bewerken]

Overheidsbeleid[bewerken]

Macht[bewerken]

Macht in de samenleving[bewerken]

Machtsmiddelen[bewerken]

Belonen en straffen[bewerken]

Insluiting en uitsluiting[bewerken]

Relaties en machtsverhoudingen[bewerken]

Seksuele moraal[bewerken]

Beeldvorming[bewerken]

Communicatie en media[bewerken]

Nieuws[bewerken]

Referentiekader en selectieve waarneming[bewerken]

Reclame en beïnvloeding[bewerken]

Rechtsstaat[bewerken]

De grondwet[bewerken]

De grondwet is de basis van alle andere wetten. Het is de wet die in grote lijnen het bestuur van een land bepaalt. In de grondwet staan onder andere de regels waar mensen zich aan moeten houden. De eerste regel in de grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Dit betekent dat iedereen voor de wet gelijk is, het maakt niet uit wie je bent, of hoe je er uit ziet, iedereen is gelijk.

Bron: https://wikikids.nl/Grondwet

Strafrecht[bewerken]

Uitlokking[bewerken]

Met uitlokking wordt bedoeld dat een een politie agent een verdachte verleidt om een misdaad te plegen. Bijvoorbeeld door een mooie fiets zonder slot op een bepaalde plek te zetten en deze vervolgens goed in de gaten te houden. Als de fiets gestolen wordt, kan de dief gelijk opgepakt worden. Bij uitlokking moet wel rekening gehouden met het feit dat de dader de misdaad mogelijk niet gepleegd zou hebben als deze er niet tot verleid was.

Straffen[bewerken]

Bijkomende straffen[bewerken]

Een bijkomende straf heeft vaak iets t emaken met het gepleegde delict. Een rechter kan bijvoorbeeld een rijbewijs intrekken of iemand een stadionverbod geven. Er kan zelfs een beroepsverbod opgelegd worden. Bijvoorbeeld een tandarts die bij ernstige nalatigheid niet langer als tandarts mag werken.

Digitale technologie[bewerken]

Digitale monitoring[bewerken]

Werkgevers kunnen apperatuur en software gebruiken om hun hun werknemers in de gaten te houden. Dit met het idee om bijvoorbeeld de dienstverlening te verbeteren of om ervoor te zorgen dat werknemers wel productief genoeg zijn. De regels over wat mag en wat niet mag verschilt per sector maar er zijn wel twee algemene wettelijke regels waaraan organisaties zich moeten houden:

  1. Werknemers moeten van te vorden geïnformeerd worden over bijvoorbeeld een gps-tracker in een bedrijfsauto of software op je pc die je werkzaamheden volgt.
  2. De organisatie moet goede en zwaarwegende argumenten hebben voor het gebruik van monitoring.

Parlementaire democratie[bewerken]

Overheid en politiek[bewerken]

De samenstelling en taken van de overheid, regering, het kabinet en parlement in Nederland.

Politieke stromingen[bewerken]

Democratie[bewerken]

Verschillen in democratie[bewerken]

Kiesrecht[bewerken]

Politieke partijen[bewerken]

Links en rechts[bewerken]

Progressief en conservatief[bewerken]

Regering en kabinet[bewerken]

Pluriforme samenleving[bewerken]

De dominante cultuur en subculturen[bewerken]

Stereotypering en vooroordelen[bewerken]

Discriminatie[bewerken]

Migratie[bewerken]

Individualisme en collectivisme[bewerken]

Assimilatie, segregatie en integratie[bewerken]

Vrijheid van meningsuiting[bewerken]

Vrijheid van geloof[bewerken]

Fundamentalisme[bewerken]

Verzorgingsstaat[bewerken]

In een verzorgingsstaat bemoeit de overheid zich actief met de welvaart en het welzijn van zijn inwoners. De kosten voor onderwijs en gezondheidszorg worden voor in Nederland bijvoorbeeld voor een deel door de staat betaald. Daarnaast zijn tegemoetkomingen en uitkeringen voor mensen die met weinig geld of die werkloos zijn geraakt. Maar ookk als je vanwege bijvoorbeeld een chronische ziekte kun je aanspraak maken op een tegemoetkoming.

Niet alle verzorgingsstaten zijn hetzelfde. De Nederlandse verzorgingsstaat verschilt sterk van Italliaanse verzorgingsstaat. Dit heeft vooral te maken met de politieke structuur en cultuur van een land ten tijde dat verzorgingsstaten opkwamen en zich ontwikkelden tot nu. Daardoor kan bijvoorbeeld de werking van het pensioenstelsel of de hoogte van het eigen risico in de gezondheidszorg tussen landen erg verschillend zijn.

We spreken in een verzorgingsstaat wel van collectieve herverdeling. Van de belastinggelden waaraan alle burgers bijdragen, worden collectieve goederen zoals onderwijs en de gezondheidszorg deels bekostigd. Deze belastingen betaal je bij de aanschaf van producten en je betaalt ook belasting over je inkomsten en bezit. Mensen met een hoog inkomen betalen daarnaast ook relatief meer belasting dan mensen met een laag inkomen.

Welvaart, welzijn en solidariteit[bewerken]

Sociale grondrechten[bewerken]

Sociale zekerheid[bewerken]

Maatschappelijk middenveld[bewerken]

Werk[bewerken]

Behoeften[bewerken]

De arbeidsmarkt[bewerken]

Maatschappelijke positie[bewerken]

Rechten en plichten[bewerken]

Zie ook[bewerken]

Literatuur[bewerken]

  • Cleiren, T.; Hol, A. (2018): Elementaire Deeltjes 59 - Strafrecht, Amsterdam University Press.
  • Hellemans, B. (2014): Elementaire Deeltjes 4 - Cultuur, Amsterdam University Press.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.