Quenya/Locatief
Gebruik
[bewerken]De locatief vervangt de voorzetsels "in" en "op".
Deze wordt altijd gebruikt voor plaatsen:
- ëan coassë "ik ben in een huis"
- i ciryamo ëa i ciryassë "de zeeman is op het schip"
- i aiwi háma olwassë "de vogel zit op een tak"
of voor het moment waarop iets gebeurt:
- utúlien i lómissë "ik ben 's nachts gekomen"
Er zijn twee situaties waarin we de locatief niet gebruiken:
- Het woordje "binnen" bij scheidbare werkwoorden geven we door mir weer:
- nér vantanë mir i mallë "een man wandelde de straat binnen"
- Het voorzetsel "in" wordt ook gebruikt om een toestand of gevoelen waarin men verkeert weer te geven. In dat geval gebruiken we het voorzetsel mi (of mí, dit is een samentrekking van mi + i):
- nér vantanë mi mornië "een man wandelde in duisternis"
- nér vantanë mí ringa "een man wandelde in de kou"
Vorming
[bewerken]We bekijken elk getal afzonderlijk:
Enkelvoud
[bewerken]De basisuitgang is -ssë na klinkers en -essë na medeklinkers.
Bij de meeste woorden gebruik je simpelweg deze uitgang:
- aran "koning" → aranessë
- tári "koningin" → tárissë
- vendë "meisje" → vendessë
Woorden met een stamvorm gebruiken deze stamvorm:
- sar "kei" → sardessë (stamvorm sard-)
- curo "uitvinding" → curussë
- lómë "nacht" → lómissë
Uitzonderingen:
- woorden op -s ondergaan een samentrekking met de uitgang:
- arquilis "woestijn" → arquilissë
- woorden op -t krijgen enkel -së als uitgang:
- ecet "degen" → ecetsë
- bij woorden op -l verandert l + ssë in ldë:
- menel "hemel" → meneldë
- bij woorden op -n verandert n + ssë in ndë:
- cemen "aarde, grond" → cemendë
Woorden waarvan de nominatief op -ssë eindigt hebben geen locatief. Als er toch een locatief nodig is dan gebruiken ze het voorzetsel mi:
- Víressë "april" → mi Víressë
Substantieven met een stamvorm vertonen nogal wat onregelmatigheden voor deze naamval (zie Quenya/Stamvormen):
- De locatief van samengetrokken stammen vertrekt niet van deze stamvorm maar van de nominatief enkelvoud:
- toron "broer" → torondë (stamvorm torn-)
- Verdubbelde S-stammen voegen enkel -ë toe aan de stamvorm:
- falas "kust" → falassë (stamvorm falas-)
- T-stammen die een -s krijgen volgen ook deze regel:
- henet "raam" → henetsë (stamvorm henets-)
- C-stammen veranderen als volgt:
- quesset "kussen" → quessexë (stamvorm quessec-)
- maar nelet volgt de regel van de T-stammen:
- nelet "tand" → neletsë (stamvorm nelc-)
- M-stammen gebruiken de nominatief enkelvoud in plaats van de stamvorm:
- talan "vloer" → talandë (stamvorm talam-)
Meervoud
[bewerken]De uitgang is -ssen na klinkers -issen na medeklinkers:
- macil "zwaard" → macilissen
- elda "elf" → eldassen
Uitzonderingen: In het meervoud worden de uitzonderingen van het enkelvoud meestal niet gebruikt, enkel als de locatief meervoud op -sissen (of -cissen) zou eindigen zien we een samentrekking:
- woorden op -s:
- arquilis "woestijn" → arquilissen
- Verdubbelde S-stammen:
- falas "kust" → falassen (stamvorm falas-)
- T-stammen die een -s krijgen:
- henet "venster" → henetsen (stamvorm henets-)
- C-stammen:
- quesset "kussen" → quessexen (stamvorm quessec-)
- nelet "tand" → neletsen (stamvorm nelc-)
Duaal
[bewerken]- u-dualen krijgen -ssë:
- aldu "een paar bomen" → aldussë (nom.enk.: alda)
- t-dualen krijgen -së:
- ciryat "een paar schepen" → ciryatsë (nom.enk.: cirya)
- aranet "een paar koningen" → aranetsë (nom.enk.: aran)
Partitief meervoud
[bewerken]We voegen -ssen of -ssë toe aan de nominatief partitief meervoud:
- ciryali "enkele schepen" → ciryalissen/ciryalissë (nom.enk.: cirya)
(maar de uitgang -ssen geniet de voorkeur).
>> Quenya >> Quenya/Substantieven >> Quenya/Locatief