Pools/Naamvallen/Genitief
Genitief
De genitief wordt gebruikt in verschillende situatie's.
- Voor het uitdrukken van bezit
- Het vervangt de accusatief wanneer het werkwoord wordt vooraf gegaan door nie
- Bij speciale werkwoorden, zoals szukać (zoeken)
- Voor het uitdrukken van een hoeveelheid (veel/weinig)
- Bij een aantal voorzetsels
Onzijdig zelfstandig naamwoord |
De genitief van enkelvoudige onzijdige zelfstandig naamwoorden heeft dezelfde uitgang als de nominatieve meervoudsvorm. Dus: pióro wordt pióra, en morze wordt morza. |
Pools | Nederlands |
---|
|- |dom Marcina || huis van Marcin |- |nie mam dziecka || ik heb geen kind |- |obok komputera || naast de computer |- |słucham opowiadania || ik luister naar het sprookje |- |dużo mleka || veel melk |- |kilka pióra || enige pennen |}
Mannelijk zelfstandig naamwoord |
De meeste mannelijke zelfstandige naamwoorden krijgen in de genitief enkelvoud de uitgang -a of -ia. Sommige woorden die iets onbezields aanduiden zoals stół (tafel) en dom (huis) krijgen echter de uitgang -u. De genitief meervoud van mannelijke woorden krijgt de uitgang -ów of -iow. Er zijn echter ook onregelmatige vormen zoals psa en psów, van pies (hond). |
Pools | Nederlands |
---|
|- |ogon kota || de staart van de kat |- |ogon psa || de staart van de hond |- |idę do domu || ik ga naar het huis |- |obok komputera || naast de computer |- |wśród domów || tussen de huizen |- |bez kraju || zonder land |- |wśród psów|| tussen de honden |}
Vrouwelijk zelfstandig naamwoord |
Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden verandert de uitgang -a in de genitief enkelvoud doorgaans in -y (dziewczyna-dziewczyny), terwijl de genitief meervoud gelijk is aan de stam. Wanneer de nominatief eindigt op -ka, wordt dit in de genitief enkelvoud -ki en in de genitief meervoud -ek (bijv. mrowka, mrowki, mrowek "mier"). |
Pools | Nederlands |
---|
|- |ogon krowy || de staart van de koe |- |smak kawy || de smaak van de koffie |- |szkoła dziewczyn || de school van de meisjes |- |obok szkoły || naast de school |}
Pools | Nederlands |
---|
|- |od || van (vanaf) |- |do || naar, tot |- |dla || voor |- |u || bij, met * |- |koło || in de buurt van, rond |- |z || (van)uit, vanaf, door |- |bez || zonder |- |oprócz || behalve |- |blisko || dichtbij |- |obok || naast |- |daleko || ver |- |niedaleko || niet ver, dichtbij |- |w pobliżu || in nabijheid |- |naprzeciw || tegen(over) |- |wśród || temidden van |- |między || tussen |- |wzdłuż || langs |- |dokoła/dookoła || rondom |- |naokoło || rondom |} * niet zijnde instrumentalis, bijvoorbeeld: Jak leci u ciebie? = Hoe gaat het met jou?