Onderwijstechnologie/Voorbeelden onderwijstechnologische realisaties/Rapport NT2 2012-2013

Uit Wikibooks

NEDERLANDS NU EN LATER

Rapport van de groepstaak onderwijstechnologie

Groepsleden: Anne Maria Baert, Veronique Berth, Fiona Buidin, Bart Sliepen en Norah Van Den Daele

Inleiding en ontstaan van de groep[bewerken]

Niettegenstaande onze groepsleden een zeer verscheiden opleidingsachtergrond hebben, hebben wij allen iets met taal gemeen.

Bart had aanvankelijk het idee een tool rond taal te ontwikkelen ter ondersteuning van anderstalige kleuters in Brussel of ter bevordering van de herintegratie van daklozen. Verder bouwend op het idee van (her)integratie behielden we onze sociale insteek, maar besloten we ons te richten op geïnterneerden verblijvend op de psychiatrische annex van de gevangenis en op geïnterneerden die de gevangenis hebben verlaten. Veronique heeft in haar huidige job namelijk ervaring met dit publiek in de gevangenis van Brussel (Vorst).

Anne Maria en Norah wouden oorspronkelijk een website ontwikkelen ter ondersteuning van NT2 cursisten (NT2 staat voor Nederlands als tweede taal). Vanuit hun job als NT2 docent merkten zij dat er heel wat materiaal voor handen is op het internet, maar dat kwaliteitsvol materiaal soms moeilijk te vinden is.

Na een eerste bijeenkomst kozen we uiteindelijk voor de ontwikkeling van een educatieve website rond taal (NT2) voor geïnterneerden en ex-geïnterneerden. De geïnterneerden kunnen op de site oefeningen kiezen uit een aantal vaardigheidsdomeinen opgedeeld in verschillende moeilijkheidsniveaus. Bedoeling is dat zij in de gevangenis onder begeleiding gebruik kunnen maken van onze tool en dat ze, eens uit de gevangenis ontslagen, buiten de muren (zelfstandig) verder kunnen.

Deze realisatie is er gekomen dankzij bovenstaande groepsleden die in eerste instantie elk vanuit hun eigen expertise (opleiding en/of job) een bijdrage hebben geleverd: Fiona, vanuit haar taalkundige achtergrond en haar expertise in het beheren van een website; Anne Maria, vanuit haar juridische achtergrond en haar ervaring als leerkracht NT2; Norah, vanuit haar werkervaringen als maatschappelijk assistente, beleidsmedewerker integratie en leerkracht NT2; Bart, vanuit zijn politiek en sociologische opleidingsachtergrond; Veronique, vanuit haar achtergrond als psychologe en haar ervaring met de doelgroep geïnterneerden in de gevangenis, waaraan zij onder meer basislessen Nederlands geeft.

Doelgroepen van de ontwikkelde website[bewerken]

a. De bezoekers: mensen met een psychiatrische stoornis die Nederlands als vreemde taal leren.

De website is bedoeld voor geïnterneerden die verblijven op de psychiatrische annex van de gevangenis te Vorst.

Geïnterneerden zijn mensen die een misdrijf hebben gepleegd en zowel op het moment van de feiten als op het ogenblik van berechting ontoerekeningsvatbaar worden geacht. Het gaat vooral om mensen met psychiatrische stoornissen zoals psychosen en persoonlijkheidsstoornissen. Deze komen vaak samen voor met middelenmisbruik- en/of afhankelijkheid. Verder kampen velen met een verstandelijke beperking.

Een psychose is een toestand waarin iemand het contact met de werkelijkheid heeft verloren. De persoon leeft in een waanwereld, hoort stemmen en is soms verward of bewegingsloos. De meest ernstige psychotische stoornis is schizofrenie.

Schizofrenie heeft meerdere oorzaken die te herleiden zijn tot een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren.

Haar symptomen zijn zeer variabel. Gewoonlijk spreekt men van negatieve en positieve symptomen. Positieve symptomen zijn de wanen, hallucinaties (> gestoord realiteitsbesef) en de cognitieve denkstoornissen.

Wat de cognitieve denkstoornissen betreft gaat het meer concreet om:

  • incoherentie (van de hak op tak springen in een gesprek, moeilijk te volgen gedachtegang, patiënt kan moeilijk de draad van zijn betoog vasthouden);
  • abstract denken verloopt moeilijker, patiënten hebben de neiging om begrippen concreet uit te leggen
  • gestoord tempo en voortgang van het denken: meestal gaat het om een vertraging van het denken, lange pauzes alvorens te antwoorden, inhoudelijk zijn de gedachten “arm”.

Naast de positieve symptomen zijn er ook negatieve symptomen: een afgevlakt affect, het zich sociaal isoleren, apathie, spraakarmoede en initiatiefverlies. Deze negatieve symptomen kunnen ook een gevolg zijn van hun medicatie-inname.

In het algemeen steunt de behandeling van psychiatrische stoornissen op het toedienen van medicatie (met vaak bijwerkingen zoals sedatie) en op psychosociale interventies.

In het derde hoofdstuk leggen we kort uit wat er reeds bestaat aan psychosociale interventies in de gevangenis van Vorst. Het inzetten van onze onderwijstechnologische tool situeert zich namelijk binnen deze interventies.

Het is ook belangrijk te weten dat wat de populatie geïnterneerden in Vorst betreft, de (grote) meerderheid uit een sociaal achtergesteld milieu komt. Dit betekent dat onze doelgroep te vergelijken is met de doelgroep van cursisten Nederlands met een beperkte schoolse achtergrond en negatieve ervaringen met onderwijs. Het leren van een nieuwe taal is geen evidentie. Nederlands is bovendien vaak een derde of vierde taal die wordt aangeleerd.

Met dit alles in het achterhoofd spreekt het voor zich dat heel wat oefeningen uit het digitaal NT2 aanbod niet geschikt zijn voor ons doelpubliek. We hebben zodoende heel wat tijd gestoken in de selectie van geschikte oefeningen.

Zoals hierboven aangehaald is de website ook bedoeld voor mensen die de gevangenis hebben verlaten. Zij kunnen van thuis uit verder oefenen. Bijkomend hebben we specifiek voor deze groep een aparte webpagina gecreëerd met als titel ‘Nederlands buiten de muren’. Op deze pagina vinden de bezoekers allerhande informatie over Brusselse activiteiten en initiatieven om verder Nederlands te leren.

b. De gebruikers: medewerkers van het zorgteam.

De medewerkers van het zorgteam van de psychiatrische annex van de gevangenis van Vorst zijn de gebruikers van de website. Via de ontwikkelde tool kunnen zij bijkomende activiteiten toevoegen aan hun therapeutisch aanbod en reeds bestaande taallessen.

De tool die wij hebben ontwikkeld is zodoende geen vaststaand geheel. Het is een website die voortdurend kan aangepast worden, afhankelijk van de noden en interesses van de geïnterneerden. Op een webpagina specifiek voor docenten helpen we de medewerkers van het zorgteam al een stuk verder op weg door te verwijzen naar interessante websites waar oefeningen te vinden zijn. Een gebruiksvriendelijke handleiding en de gebruikerscodes worden via Véronique aan het zorgteam overgemaakt.

Bestaande (zorg)programma’s voor geïnterneerden in de gevangenis van Vorst[bewerken]

Veronique werkt sinds juli 2007 als psychologe in het zorgteam op de psychiatrische annex van het arresthuis te Vorst (Brussel). De psychiatrische annex van Vorst huisvest rond de 100 geïnterneerden. Het zorgteam valt onder de Dienst Gezondheidszorg Gevangenissen van de Federale Overheidsdienst Justitie. Haar opdracht bestaat erin de psychische, fysieke en sociale mogelijkheden van de geïnterneerden vast te stellen, te herstellen of optimaal te behouden. Het zorgteam komt niet tussen wat strafuitvoeringsmodaliteiten betreft. Haar rol is niet evaluatief maar zorgverlenend en ze is strikt gebonden aan het beroepsgeheim. Het zorgaanbod gebeurt met het oog op de overgang van de geïnterneerden naar een volgende behandelingsfase in het forensisch psychiatrisch zorgcircuit en helpt hen zich voor te bereiden op een leven na de gevangenis. Omdat geïnterneerden na hun gevangenschap steeds georiënteerd worden naar een residentiële of ambulante begeleiding, leggen de zorginterventies een basis waarop deze verdere hulpverlening zich kan enten.

Het team van Vorst is multidisciplinair samengesteld uit 3 psychiaters, 2 psychologen, 1 psychiatrisch verpleegkundige, 1 maatschappelijk werker, 1 ergotherapeut en 1 opvoeder. Zij staan in voor een gestructureerd aanbod aan therapeutische activiteiten. Deze activiteiten maken deel uit van de psychosociale interventies van de behandeling en kunnen in groep of individueel doorgaan. Naast sport, gespreksgroepen en creatieve activiteiten zijn er ook groepsactiviteiten gericht op het leren van vaardigheden. Zo zijn er de lessen Nederlands voor anderstaligen (psychologe) en de informaticalessen door de ergotherapeut.

Doelstellingen van de website[bewerken]

Het gebruiken van onze website beantwoordt aan twee verschillende doelstellingen:

Ten eerste situeert het leeraanbod zich binnen een primair traject. Hiermee bedoelen we het traject binnen de gevangenis waarbij het leeraanbod deel zal uitmaken van de psychosociale interventies van het zorgteam. Via onze website kunnen de zorgverleners in de gevangenis een extra activiteit aan hun therapeutisch aanbod toevoegen die de reeds bestaande taallessen verder aanvult en voortbouwt op de basiskennis die tijdens de informaticalessen werd gelegd. De door ons ontwikkelde tool is geen vaststaand geheel, maar wel constant aanpasbaar en de lesgevers kunnen naar believen materiaal toevoegen en verwijderen.

Via onze website leren geïnterneerden vaardigheden en taal (NT2 en basisNederlands voor Nederlandstaligen met beperkte taalkennis) en worden ze tegelijkertijd cognitief gestimuleerd. Hiernaast – gezien het doelpubliek – beschouwen we het verlaten van de cel en deelname aan de activiteit op zich al als een belangrijke stap in het doorbreken van de negatieve symptomen. Dus naast het aanleren van vaardigheden is ons leeraanbod via de computer ook een therapeutisch middel tot activatie en stimulatie van een publiek dat zowel letterlijk als figuurlijk moeilijk te bewegen is. Het is belangrijk dit mee te geven om te begrijpen dat wij in deze zin geen perfecte leerresultaten van onze leerlingen zullen verwachten maar reeds de deelname op zich willen aanmoedigen.

De tweede doelstelling komt tegemoet aan het secundair traject. In dit traject is de psychiatrische patiënt niet langer opgesloten in de gevangenis maar zich volop aan het re-integreren in de maatschappij. Met onze tool wensen we hier op twee manieren aan bij te dragen:

Ten eerste bieden we praktische taaloefeningen aan over een zestal levensdomeinen die belangrijk zijn voor de band met de samenleving.

Ten tweede helpen we via onze website geïnterneerden die uit de gevangenis ontslagen zijn Brusselse initiatieven en activiteiten te vinden voor het leren van Nederlands. We focussen ons hierbij op initiatieven waarbij het samen-leren met andere NT2-studenten centraal staat, ter bevordering van hun integratie. We denken hierbij bijvoorbeeld aan conversatietafels.

Over (her)integratie[bewerken]

Op de webstek van Weliswaar (welzijns- en gezondheidsmagazine voor Vlaanderen) konden we vrij een artikel rond zorg aan geïnterneerden (gedateerd 01/03/2013) raadplegen. Opsluiten daar voldoet de wetgever aan. Het tweede luik namelijk een menswaardige behandeling om weer in de maatschappij te kunnen meedraaien, blijft in de meeste gevallen uit. Een gradueel traject lezen we verder om de geïnterneerden voor te bereiden op een herintegratie in de maatschappij is ver zoek. In het beste geval is zijn situatie op vlak van wonen, werk en netwerkondersteuning in orde op het moment dat hij/zij ontslaan wordt uit de gevangenis. Stilaan lijkt er licht te schijnen aan het eind van de tunnel. Een studie van HoGent resulteerde in een boek over de behandeling van geïnterneerden. Ook vanuit politieke wereld zijn er signalen. Zo heeft SP.A-senator Dhr. B. Anciaux onlangs een wetsvoorstel ingediend betreffende de internering van personen. De senator legt in zijn wetsvoorstel de nadruk op betere zorg met het oog op een menswaardig bestaan binnen de muren en een gefaseerde voorbereiding op een maatschappelijke re-integratie in de maatschappij.

Maar wat is integratie eigenlijk? Wel, Het Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse taal leert ons dat integratie het maken van of opnemen in een groter geheel is. Het is bijgevolg een begrip dat in diverse contexten kan worden toegepast. We denken ter voorbeeld aan het onderwijs, migratiebeleid, de arbeidsmarkt enzovoort.

Wie gebruik maakt van begrippen als (her)integratie of re-integratie dient ons inziens eerst te belichten waarom de mens in kwestie geen deel meer uitmaakt van het groter geheel. Onze doelgroep is als het ware letterlijk uit de samenleving gerukt. De wet van 2007 inzake leert ons wat internering is en we citeren :

een veiligheidsmaatregel die ertoe strekt de maatschappij te beschermen én er voor te zorgen dat aan de geïnterneerde de zorgen worden verstrekt die zijn toestand vereist met het oog op zijn re-integratie in de maatschappij kan plaatsvinden in verschillende instellingen”.

Vooraleer dieper in te gaan op herintegratie staan we nog even stil bij voorafgaande. Er bestaat namelijk zoiets als burger en burgerschap. Juridisch gezien kan men spreken van drie categorieën van rechten. Vooreerst omvat burgerschap civiele rechten. We denken hierbij o.a aan burgerlijke vrijheden, de garantie van een eerlijke rechtspraak enzovoort; secundo omvat het de politieke rechten; tertio zijn er de sociale rechten. Bij het definiëren van burgerschap spreekt het vanzelf dat de centrale vraagt rijst naar in hoeverre een individu die rechten al dan niet ontvangt van de staat. De geïnterneerden werden door de overheid van hun vrijheid beroofd.

Waarom is herintegratie nodig? Wel, het spreekt vanzelf dat de tijd niet stil staat. Evenals de technologie is de maatschappij een product van de mens. De maatschappij is voortdurend in beweging en veranderd doorheen de tijd. Logischerwijs raak je als mens het maatschappelijke spoor bijster door een langdurig verblijf in de gevangenis. Voorts kampen geïnterneerden met een problematiek van psychische aard. Een daarbij bijkomende drempel is voor legio het niet machtig zijn van de dominante taal buiten de muren. Met onze tool pogen we het zorgteam een houvast aan te reiken in de begeleiding, om voortkomende handicaps binnen de muren gefaseerd te remediëren.

De implementatie van onze tool gedurende de zorgverlening kan beschouwd worden als een eerste stap naar (her)integratie. Hierbij staat empowerment centraal. Empowerment draagt bij tot een succesvolle re-integratie en kan gedefinieerd worden als, we citeren:

“een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie. Dit heeft als doel een volwaardig burgerschap, naar een maatschappelijke integratie voor iedereen”.

Om het hele proces van (her)integratie goed te laten verlopen, maken we gedurende de voorbereidende fase op leven buiten de muren gebruik van domeinen. We haalden hiervoor onze mosterd uit de conceptnota (Wat is inburgering in Vlaanderen?). De auteur in kwestie maakt gebruik van een model ontleend aan onze noorderburen. Het Instituut voor Sociologisch-Economisch onderzoek van de Erasmus universiteit Rotterdam ontwikkelde een integratiemonitor. Empowerment gebeurt op de verschillende domeinen binnen onze tool. Taalverwerving loopt evenals als een rode draad doorheen het veel complexer geheel.

Het spreekt vanzelf dat we taalverwerving beogen als middel tot herintegratie. Geïnterneerden hebben doorgaans een arm netwerk aan sociale contacten. In onze visie fungeert taalwerving binnen de muren als voorbereidende fase om de kloof tot re-integratie te verkleinen. Alles is communicatie volgens P. Watzlawick. Eens buiten de muren speelt de verworven kennis aan taal een primordiale rol in slagen tot integratie. Daar het taalontwikkelingsproces zich verder zet in allerlei initiatieven waaronder taalprojecten. Meer daarover leest u in het deel secundair traject.

Ter afsluiting willen u meegeven dat we uit het bovenvermelde artikel uit de Weliswaar konden lezen dat het volgens de auteur moeilijk is om mensen van achter de tralies voor te bereiden op een succesvolle re-integratie. In het licht van voorafgaande hopen we dan ook met onze tool een positieve bijdrage te kunnen leveren aan het proces van zorg en de opstap naar een herintegratie van geïnterneerden naar een menswaardig bestaan.

Waar moesten we rekening mee houden?[bewerken]

Vooraleer effectief te zijn overgegaan tot de creatie van onze website, bogen wij ons over een aantal vragen die van invloed waren op het verdere verloop van ons groepswerk:

a) Hoe tegemoetkomen aan de cognitieve en psychologische moeilijkheden van de geïnterneerden? Bovendien betreft het vaak een sociaal achtergesteld publiek, wat ons noopt tot het gebruik van een aantal pedagogisch didactische technieken die ook van toepassing zijn op lager geschoolden.

Een eerste brainstorm leverde al heel wat ideeën op: werken met symbolen, integreren van bestaand lesmateriaal, inbouwen van succeservaringen,... . Uiteindelijk besloten we op een heel gestructureerde manier lesmateriaal (vooral oefeningen) aan te bieden aangaande heel praktische zaken die we in domeinen zouden onderverdelen. De oefeningen onder deze domeinen hebben verschillende niveaus van moeilijkheid waaruit de geïnterneerden kunnen kiezen.

b) Wat is het huidig (taal)niveau van de leerlingen? Anne Maria, leerkracht NT2 vond het wel belangrijk om via een test vooraf het niveau van onze leerlingen te bepalen. Op die manier kunnen zij voor zichzelf beter inschatten welke moeilijkheidsgraad ze aankunnen en kan nattevingerwerk vermeden worden. De Covaartest is een voorbeeld van een test die wordt gebruikt voor laaggeschoolden en mensen uit een andere cultuur die NT2 gaan volgen. De test meet niet de taalkennis op zich maar wel het leervermogen (vermogen om verbanden te leggen, om te redeneren,...). Onze meningen rond het al dan niet bepalen van het niveau vooraf waren verdeeld. We vroegen ons onder meer af of dit niet stigmatiserend zal gaan werken. Uiteindelijk werd besloten een test online aan te bieden en te laten afnemen onder begeleiding. Het zorgteam zal de resultaten enkel als advies meegeven waardoor mensen de vrije keuze behouden om binnen het menu te kiezen.

Tijdens de zoektocht naar een geschikte online taaltest hebben we hulp gekregen van het Huis van het Nederlands Brussel (HvN). Deze kleine samenwerking zorgde er tevens voor dat het HvN geïnteresseerd is in het uiteindelijk resultaat van ons project.

Het HvN bezorgde ons een lange lijst met verschillende online taaltesten. Norah heeft deze lijst gescreend en de meest geschikte test werd op de website geplaatst.

c) Wat met de geïnterneerden die niet (goed) met de computer overweg kunnen? Gezien er reeds informaticalessen door het zorgteam aangeboden worden, kunnen zij vooraf een initiatie volgen met de ergotherapeut alvorens naar onze website te gaan. Ze leren er eenvoudige operaties aan, zoals het aan- en afzetten van de computer, het bedienen van het toetsenbord en de muis, enz..

d) Zijn bepaalde prikkels die onze website zal bevatten wel (ethisch) verantwoord om te gebruiken? Bepaalde muziek of beelden riskeren immers andere connotaties (vaak seksuele) te verwerven door mensen die al lang zijn opgesloten en/of aan een psychiatrische aandoening lijden. Degene die vrij (op proef) zijn hebben mogelijks wel meer weerbaarheid en zijn minder kwetsbaar dan zij in de gevangenis. We spreken af dat we niet teveel prikkels tegelijkertijd aanbieden, temeer ook gezien de cognitieve beperkingen van sommige patiënten. Bij de keuze van geschikte oefeningen hebben we hiermee rekening gehouden.

Het is belangrijk mee te geven dat mensen die volop aan het wanen of hallucineren zijn niet uitgenodigd worden voor de lessen. Voor hen is het toedienen van medicatie prioritair om hun toestandsbeeld te doen afzwakken en hen te stabiliseren.

Enkele knelpunten[bewerken]

Geïnterneerden hebben via de activiteit “Informatica” toegang tot een computer maar niet tot het internet. Voor geïnterneerden die de gevangenis hebben verlaten is dit wellicht meer realistisch, nog los van de vraag of zij na hun gevangenschap wel gemotiveerd zullen zijn om onze site te blijven gebruiken.

Voor de eerste groep zien wij ons dus geconfronteerd met het intern gevangenisreglement, maar eveneens met andere wettelijk bepaalde regels waarmee we rekening moeten houden.

Wat dit laatste betreft ging Anne Marie op zoek. Ze kwam erop uit dat gevangenen in de gevangenissen van Hasselt en Ittre beperkte internettoegang zouden krijgen. Dit zou individueel per gevangene worden bekeken. In de wetgeving op het gevangeniswezen staat duidelijk dat aan gedetineerden opleidingen zoals taalcursussen en alfabetisering worden aangeboden. Er zijn inderdaad initiatieven van externe diensten die opleidingen aanbieden, gaande van afstandsonderwijs tot (groeps)lessen binnen de gevangenis. Er lopen cursussen afstandsonderwijs, maar gezien de onderwijsvorm vallen geïnterneerden vaak uit de boot of haken zij voortijdig af als dit niet van dichtbij wordt opgevolgd.

Een leerproject dat intern kan georganiseerd worden en dat ondersteund en omkaderd wordt door zorgpersoneel kan aan deze lacunes tegemoet komen en het is dan ook belangrijk dit zo te kaderen tijdens de bespreking met de gevangenisdirectie.

Veronique stelde de vraag of toegang tot een aantal internetsites mogelijk was en/of de sites waarnaar we willen doorverwijzen op het intranet van justitie kunnen worden geplaatst. Tot op heden kregen we hierover nog geen antwoord. We bespraken dit knelpunt met dhr. Bruno Van Bogaert die ons liet verstaan toch door te gaan met ons project in afwachting van een positieve beslissing. Onze website zal dus op het moment van onze prestatie nog niet worden gebruikt. Veronique volgt de situatie op en zal de vraag ook stellen via de verantwoordelijke van de zorgteams in de andere Vlaamse gevangenissen.

Wat opzoekwerk naar reeds bestaande systemen in het buitenland leidde Veronique naar Trulincs/CorrLinks en Prison PC (Verenigde Staten). Het zou interessant zijn deze informatie te kunnen meenemen naar de besprekingen, maar we realiseren ons dat het hier gaat om serieuze beleidsbeslissingen waarbij niet over één nacht ijs zal worden gegaan. - Prison PC geeft gevangenen toegang tot een beperkte lijst van goedgekeurde websites. E-mailen is eveneens mogelijk. Het is in eerste instantie ontworpen om via internet mogelijkheden tot opleiding te bieden. https://www.prisonpc.com/

- Trulincs staat voor “Trust Fund Limited Inmate Computer System”. Via dit systeem kunnen gevangenen tegen betaling email versturen en ontvangen, dit na controle door gevangenispersoneel. Eenmaal goedgekeurd worden ze doorgestuurd naar een Website die gehost wordt door CorrLinks. De gevangenen hebben binnen dit systeem geen toegang tot Internet. https://www.bop.gov/inmate_programs/trulincs_faq.jsp; https://en.wikipedia.org/wiki/Corrlinks; https://dealbook.nytimes.com/2011/12/12/youve-got-jail-mail/

Opbouw van het primair traject[bewerken]

a) de oriënterende test

De aangeboden oefeningen zijn onderverdeeld in verschillende moeilijkheidsgraden (zie verder). Om de cursist en de docent te helpen bij het kiezen van het juiste niveau, hebben we een link naar een online taaltest op de website geplaatst.

Deze test wordt best onder begeleiding afgelegd. Op het einde van de test krijgen de deelnemers een resultaat. Op basis van dit resultaat adviseren we een overeenkomend niveau. Dit toegewezen niveau is enkel indicatief. De cursisten hebben steeds de vrije keuze om oefeningen van een ander niveau te maken.

b) De verschillende moeilijkheidsgraden

Wat de oefeningen betreft is het vertrekpunt voor de cursist een keuze tussen verschillende inhoudelijke domeinen. Binnen deze domeinen kan de cursist dan een keuze maken tussen drie moeilijkheidsgraden. Aanvankelijk dachten we omgekeerd te werk te gaan. Met name eerst een keuze tussen de niveaus en dan pas een domeinkeuze. Maar dit bleek niet te passen in onze visie. Want vertrekkend vanuit de behoeften en denkwijzen van de geïnterneerden leek het ons logischer te vertrekken vanuit de domeinen: ‘wat wil ik graag leren’ is daarbij het vertrekpunt.

Het idee was om de moeilijkheidsgraden aan te duiden met sterretjes, gaande van één tot drie sterretjes (van eenvoudig naar meer complex).

De moeilijkheidsgraad van de oefeningen zou beantwoorden aan de eisen van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen. De twee laagste niveaus worden gezien als die van een basisgebruiker.

Op niveau * moet de cursist basiszinnen begrijpen die hemzelf, zijn familie en directe omgeving betreffen wanneer er langzaam en duidelijk gesproken wordt. De cursist op dit niveau kan ook eenvoudige informatie op posters en catalogi verstaan. Hij kan deelnemen aan een zeer eenvoudig gesprek dat vertrouwde thema’s betreft en eenvoudige woorden en uitdrukkingen gebruiken om zichzelf, zijn familie en woonomgeving te beschrijven. Hij kan ook op formulieren persoonsgegevens invullen, of een kaartje schrijven.

Op niveau** wordt de woordenschat van de cursist iets complexer. Hij kan de meest frequente woorden en uitdrukkingen begrijpen die van direct persoonlijk belang zijn waaronder winkelen, gezondheid, werk. Hij kan op dit niveau eenvoudige teksten lezen en informatie opzoeken en communiceren over alledaagse vertrouwde zaken. Hij kan ook eenvoudige boodschappen opschrijven en een korte persoonlijke brief opstellen.

Op niveau*** kan de cursist de hoofdpunten begrijpen wanneer er in duidelijk uitgesproken standaardtaal wordt gesproken over zaken waarmee hij regelmatig in contact komt. Hij kan ook geschreven informatie begrijpen die met deze domeinen verband houden. De cursist kan ook makkelijker communiceren over deze domeinen en zijn eigen mening, verwachtingen en ambities in verband ermee beschrijven. Hij kan dit ook schriftelijk doen. de cursist is op dit niveau op weg naar het niveau van onafhankelijk gebruiker van het Nederlands.

c) De verschillende domeinen

Na een eerste brainstormsessie hebben we besloten om oefeningen aan te bieden die voor de geïnterneerden praktisch bruikbaar zijn voor later, wanneer ze terug hun weg in de samenleving moeten vinden. Nu Nederlands oefenen om er later mee aan de slag te kunnen. Hierbij gaat het om basisvaardigheden die we zouden willen trainen in het Nederlands.

Vanuit de NT2 ervaringen merkten we op dat veel mensen wel een schoolse kennis hebben van het Nederlands, maar dat het praktisch gebruiken van de taal, in concrete levensechte situaties heel moeizaam verloopt.

Hierop hebben we dan een denkoefening gemaakt: welke (levens)domeinen zijn van cruciaal belang bij de integratie in de samenleving? Geïnspireerd door de conceptnota inburgering kwamen we al snel tot een zestal levensdomeinen waarbinnen we oefeningen wensten aan te bieden. Deze domeinen zijn Tewerkstelling, Burger (consument), Administratie thuis, Vrije tijd, Openbaar vervoer en Gezondheid. Per domein zullen we oefeningen aanbieden waarbij de vier taalvaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven) aan bod komen. Het was oorspronkelijk de bedoeling om deze vaardigheden aan te duiden met icoontjes. Maar aangezien de meeste oefeningen deze vaardigen geïntegreerd aanbieden, hebben we dit idee laten varen.

Belangrijk voor ons is dat er voldoende variatie is: geluidsfragmenten, visuele ondersteuning, spreekoefeningen enzovoort. En natuurlijk dienen de oefeningen functioneel te zijn (zie verder bij keuze van oefeningen).

d) Keuze en selectie van de oefeningen

We hebben ervoor gekozen om geen nieuw materiaal te creëren voor onze website. We constateerden namelijk dat er heel wat e-learning materiaal rond taal bestaat. Daarvan willen we gebruik maken door vanuit onze website linken te leggen naar die reeds bestaande oefeningen van andere websites.

We legden onszelf de zware taak op om het materiaal goed te screenen. Het selecteren was geen sinecure aangezien de meeste oefeningen niet geschikt zijn voor ons doelpubliek.

Maar dit is nu net de grote meerwaarde van onze tool. Onze website bevat een selectie van oefeningen die voldoen aan de voorwaarden van ons doelpubliek (duidelijkheid, niet te veel prikkels, afgesteld op hun niveau,...). Wij als ontwikkelaars, en later het zorgteam, hebben uit het overaanbod van oefeningen die zaken geselecteerd die tegemoetkomen aan de specifieke eigenschappen en noden van het doelpubliek.

Deze selectie gebeurde in verschillende stappen. Vooreerst gingen onze NT2 leerkrachten Norah en Anne Maria op zoek naar educatieve websites die taaloefeningen aanbieden. Bij deze zoektocht hielden ze rekening met de aandachtspunten die prof. dr. Frederik Questier in zijn presentatie ‘Educatieve software en sites kiezen’ naar voren schuift. - Ze hebben websites geselecteerd die ze reeds kenden vanuit hun ervaring als NT2 docent. De organisaties die de sites ontwikkelen zijn gekend bij NT2 docenten en worden kwalitatief en correct bevonden. Deze organisaties hebben expertise op het vlak van NT2. De websites die veel fouten bevatten werden niet weerhouden. - De meeste geselecteerde websites hebben geen commercieel doel. Eén website heeft dit duidelijk wel, met name publiciteit maken voor eigen educatief materiaal. Toch hebben we deze site weerhouden aangezien we het aanbod geschikt vonden. We hebben er wel op gelet dat er geen advertenties verschenen bij het maken van de oefeningen.

Vervolgens werden deze verschillende educatieve websites onder de groepsleden verdeeld en elkeen kreeg de opdracht deze te bekijken en op zoek te gaan naar goede oefeningen binnen de zijn of haar toegewezen websites.

De linken naar deze oefeningen werden dan verzameld in een gezamenlijk document, op Google Docs. Dit gezamenlijk document was het voorstel van kader voor de website. De groepsleden brachten de gevonden links onder de juiste domeinen en niveaus. Eenieder kon er ook zijn of haar bevindingen kwijt over dat kader.

Tijdens deze zoektocht werd ons vermoeden al snel bevestigd: er is daadwerkelijk een overaanbod aan materiaal. Gezien de overvloed aan materiaal bleek deze taak heel omvangrijk te zijn en de reacties op ons forum bleven dan ook niet uit. We dienden er op te letten – niet in het minst voor de patiënten – het bos nog door de bomen te kunnen zien.

Ten slotte screenden Anne Maria en Norah de oefeningen die iedereen had verzameld. Ze gingen na of het wel geschikte taaloefeningen waren en of de toegewezen niveaus wel klopten. Of een oefening al dan niet geschikt was, werd bepaald door een aantal eigenschappen van die oefeningen. Ook hier hebben we ons gebaseerd op de aandachtspunten van prof. dr. Frederik Questier. De oefeningen moesten voldoen aan onderstaande voorwaarden: 1) De oefeningen zijn zinvol. Ze passen binnen één van de zes domeinen en de cursisten kunnen hun vaardigheden binnen deze domeinen verder op eigen tempo oefenen. 2) De oefeningen komen van betrouwbare bronnen (zie hierboven bij selectie websites). 3) De oefeningen zijn visueel eenvoudig opgesteld. Hiermee bedoelen we dat de oefeningen geen overaanbod bevatten aan visuele prikkels. Enkel visuele beelden wanneer deze het leerproces ondersteunen. 4) De oefeningen zijn van een aangepast taalniveau 5) De instructies zijn duidelijk, en in eenvoudige taal opgesteld. Elke oefening bevat een duidelijke en relevante titel. 6) De oefeningen kunnen gemaakt worden zonder dat de gebruikers hun privacy moeten prijsgeven. 7) De oefeningen worden gratis aangeboden. 8) De gekozen oefeningen leunen nauw aan bij de realiteit. Dit versterkt naar ons inziens de motivatie van de cursisten. 9) De correcties zijn onmiddellijk beschikbaar (met uitzondering van de oefeningen uit de ‘Doos op Rollen’).

De meeste oefeningen zijn online oefeningen, die redelijk zelfstandig kunnen worden volbracht. Maar we hebben ook een aantal linken gelegd naar oefeningen-fiches van de “Doos op Rollen” (https://taaluniversum.org/onderwijs/nt2-beginnersdoelen/doos/zoeken). Deze oefeningen kunnen niet online worden doorlopen het gaat om fiches/oefeningen die cursisten in pdf formaat kunnen downloaden en afdrukken.

Toch vonden we het belangrijk om deze linken te leggen, aangezien het materiaal van “Doos op Rollen” heel nauw aansluit bij wat wij aanbieden in de verschillende domeinen. Norah en Anne Maria , die er in de praktijk ervaring mee hebben, menen dat cursisten er normaal gezien zelfstandig mee aan de slag kunnen, maar dat begeleiding nodig is, vooral om het gemaakte werk en de resultaten te beoordelen. Gezien de geïnterneerden steeds onder begeleiding van het zorgteam op de computer zullen werken, is het mogelijk momenten van feedback en evaluatie te integreren.

Bij linken naar deze oefeningen hebben we op onze website expliciet vermeld dat deze het best met een begeledeider worden gemaakt.

Het is een geruststelling dat alle oefeningen worden begeleid en omkaderd door de medewerkers van het zorgteam. Onze doelgroep zal nooit zonder begeleiding losgelaten worden op de computer. Veronique merkte ook op dat ook het doel van de activiteit goed in de praktijk kan omkaderd worden, bijvoorbeeld door voorafgaand aan de sessie samen met de deelnemers individueel te bepalen wat ze die dag willen leren.

e) Copyright

Anne-Marie heeft zich, vanuit haar juridische achtergrond, gebogen over de auteursrechten en creativecommonslicenties om na te gaan of hetgeen we deden wel binnen een wettelijke sfeer verliep. Zij concludeerde het volgende.

Het is duidelijk dat om te publiceren op Internet zonder moeten af te rekenen met auteursrechten je eigenlijk alles zelf zou moeten maken. Om zo een website op te zetten die een echt leerplatform is, onderverdeeld in domeinen en niveau’s, en voldoende oefeningen aanbiedt moet je veel tijd ter beschikking hebben. Je zou gesproken en gefilmd materiaal zelf moeten ontwerpen en via bvb podcasting publiceren. Zeer creatief natuurlijk en tevens een goede leerschool, maar te vergaand voor ons opzet.

Oefeningen op andere sites zijn beschermd door copyright. Wat betekent dit nu precies? De auteur van een gepubliceerde cursus wordt automatisch beschermd door de wet op de auteursrechten. De auteur krijgt hierdoor morele en vermogensrechten. Onder morele rechten wordt verstaan dat de auteur het recht heeft op openbaarmaking van zijn werk, dat hij het recht heeft op de vermelding van zijn naam, en dat hij zich kan verzetten tegen wijziging van zijn werk. Anderzijds zijn er vermogensrechten. Daar hoort ondermeer het recht op reproductie bij, wat aan de auteur het recht geeft te bepalen of zijn werk, ook werk dat online staat, mag worden gereproduceerd , vertaald, tijdelijk op een server in transmissienetwerk worden opgeslagen.

Oefeningen die iedereen vrij via Internet kan raadplegen mogen dus niet gereproduceerd, bewerkt, vertaald of van onderschriften voorzien worden zonder toestemming van de auteurs.

We zullen dus slechts werken met links naar bestaande oefeningen, hoewel in veel gevallen het mooier en duidelijker zou ogen de oefeningen zonder de veelal te drukke hoofdingen en kleurrijke reclame voor de ontwerpers aan te bieden en er zo meer uniformiteit in onze website zou ontstaan. Ook zouden de talrijke oefeningen die voorzien zijn van Engelstalige uitleg en dus niet geschikt voor onze doelgroep, toch bruikbaar zijn als ze mochten aangeboden worden met een vertaalde introductietekst.

Deze kwestie toonde zich heel concreet in de communicatie die wij met enkele makers van het educatieve materiaal hadden.

Zo nam Anne Maria contact op met de beheerders van ‘Doos op Rollen’ om te vragen of wij het materiaal mochten gebruiken en ter beschikking stellen aan ons publiek, en eventueel aanpassen of aanvullen. Op deze vraag ontvingen we verschillende antwoorden. Na enkele mailtjes en een telefoongesprek was het duidelijk dat we de materialen niet konden overnemen voor hergebruik. Aangezien die materialen gemaakt zijn door verschillende instellingen, die telkens zelf het auteursrecht op de door hen ontwikkelde materialen hebben. We kregen dus geen toestemming om de pdf-documenten op onze website te plaatsen, linken leggen naar hun website was geen probleem. Het materiaal in de Doos op Rollen is vrij te gebruiken en de organisatoren willen graag stimuleren dat dit ook gebeurt.

Voor het onderwijs worden er enkele uitzonderingen gemaakt op de auteursrechten op voorwaarde dat de reproductie van materiaal ter illustratie bij onderwijs wordt gebruikt, zonder winstoogmerk en met bronvermelding. Wel blijft de regel dat een kopij van het werk niet tot gevolg mag hebben dat het leermiddel, bijvoorbeeld het boek, niet zou aangekocht worden.

Verder was er de vraag of we onze website aan een creative commonslicentie zouden koppelen. Diegene die een website creëert heeft namelijk auteursrecht en dus exclusieve rechten op kopieën ervan en ook op andere websites die zouden gebaseerd zijn op de zijne.

Opbouw van het Secundair traject[bewerken]

Voorafgaand gaven we mee dat geïnterneerden bij internering een aantal rechten verliezen. We richten ons gedurende het hele traject op onderwijs. Het is een recht dat we ook bij internering, onverminderd kunnen laten gelden. Daarmee delen we ook in dit traject de mening van diegene die zich scharen achter een humaan re-integratiebeleid. Geïnterneerden met leervragen kun je niet enkel dienen in een traject. Leren en ontwikkelen kent geen grenzen. Bijgevolg was het secundaire traject in ons werkstuk geboren. Daarbij kiezen we in dit deel voor een netwerk aan partners die tezamen werken bij het aanbieden van zorg op maat. U kunt onze educatieve website zien als een centrale leerplaats waar alle diensten op kunnen aansluiten in de zorgverlening op maat van de geïnterneerden. We hopen op die manier de gebruikers te stimuleren om te leren en proberen hen eveneens correct wegwijs te maken in het aanbod aan voorzieningen buiten de muren die een positieve bijdrage leveren aan een gefaseerde (her)integratie.

(Her) integreren is een werkwoord. Het beslaat grotendeels het secundair traject van ons werkstuk. Onze educatieve tool is geen doel op zich, maar een middel om de brug te slaan tussen de ontslagen geïnterneerde en de ontvangende maatschappij. Binnen het secundair traject leggen we de nadruk op een voortgezette taalwerving en loopbaanoriëntatie. Iedereen die vrij kiest om dit traject te volgen, vat een taalcursus aan, elk op zijn niveau. Hoe? Wel, hiervoor verwijzen we naar het Huis van het Nederlands in Brussel. Op hun webstek staat te lezen dat ze zelf geen Nederlands onderwijzen. Aan de hand van een taaltest bepalen ze in samenspraak met de persoon die zich aanmeld een leertraject. Het is de bedoeling in ons primair traject om de geïnterneerden na een eerste taaltest en educatie op maat weerbaarder te maken. Op die manier pogen we de drempel in de toeleiding naar voorafgaand gemeenschappelijk initiatief van de Vlaamse overheid en Vlaamse gemeenschapscommissie te verkleinen. De webstek van het Huis van het Nederlands Brussel herbergt verder allerlei projecten rond taal in Brusselse context. Het huis fungeert als een coach buiten de muren in de opstap naar (her)integratie via taal. Tezamen Nederlands leren stimuleert logischerwijs de groei van het sociale netwerk.

Naast verdere taalwerving speelt loopbaanoriëntatie een primordiale rol gedurende het traject buiten de muren. Als je in de gevangenis zat, is het niet evident om opnieuw werk te vinden. Onze doelgroep kampt echter nog met een extra handicap. Hierbij verwijzen we hen naar de VDAB. Op vraag van de zorgverleners in opdracht van de geïnterneerden komen medewerkers van de VDAB naar de gevangenis om o.a praktische informatie te verlenen. Ze geven eveneens sollicitatietraining. Het spreekt vanzelf dat zowel het Huis van het Nederlands en de VDAB zich bevinden op macro niveau en hun medewerkers ook actief zijn zowel binnen als buiten de muren. Wij zijn echter actief op meso niveau, daar we de brug slaan tussen. Geïnterneerden behoren vaak tot de groep van laaggeschoolden. De VDAB heeft als overheidsinstantie een speciaal traject op maat van ex-geïnterneerden buiten de muren. Daar het hebben van een inkomen uitermate belangrijk is. Toch is het verwerven van werk geen hoofddoel. Het is een middel om zich te kunnen voorzien in levensonderhoud.

Op vlak van welzijn spreekt het vanzelf dat we de ontslagen geïnterneerden doorverwijzen naar het OCMW. Hier kan hij/zij terecht voor een begeleiding op maat naar een menswaardig bestaan. Zo stipuleert althans het eerste artikel van de OCMW wet. Eveneens op vlak van huisvesting hebben we de webstek van de sociale huisvestingsmaatschappij in Brussel opgenomen in onze tool. Daar het zoeken naar een betaalbare woonst in Brussel geen evidente opdracht is. De medewerkers van de huisvestingsmaatschappij staan hen bij in de zoektocht naar.

Ex-geïnterneerden die deelnemen aan voorafgaande komen ons inziens terecht in een traject waarbij men de regie in eigen handen heeft. Men kiest vrij voor een proces van versterking waarbij men (empowerment) greep krijgt op de eigen situatie. De kernwaarde is samenwerking en komt terug gedurende het hele traject. Ook hier werken de diensten op macro niveau tezamen. Ze wisselen informatie uit aan elkander om zo de burger een dienst te verlenen. Het secundaire traject is een vervolgprogramma en beoogt een volwaardige participatie van de ontslagen geïnterneerden in de samenleving. Tot slot wijzen we op de vrijheid om deel te nemen aan het secundaire leertraject. We leiden de personen van de doelgroep toe naar medewerkers van externe diensten die bijdragen aan de (her)integratie, doch verplichten hen niet.

Keuze van de technologie[bewerken]

We kozen voor de creatie van een website waarop we bestaand lesmateriaal bundelen en op een “leervriendelijke” manier aan de gebruikers zullen aanbieden. We maken zelf geen nieuw lesmateriaal aan maar zullen zoveel mogelijk linken naar bestaande educatieve websites rond NT2 en rond basis- en praktische vaardigheden. Het is ook de bedoeling dat de mensen van het zorgteam steeds nieuwe linken kunnen bijvoegen en oude linken kunnen verwijderen zodat er steeds een nieuw leeraanbod kan zijn. Wij hechten er belang aan dit materiaal eerst en vooral te “screenen” volgens de richtlijnen die via dit vak werden meegegeven. Dit betekent onder meer dat het moet tegemoetkomen aan de behoeften van de doelgroep en hen voldoende gestructureerd dient te worden aangeboden.

Voor de creatie van de website overwogen we: - Wiki's: heeft het voordeel dat het gemakkelijk gezamenlijk te bewerken is - Moodle: hier maakten we bedenkingen bij de verplichte publiciteit - Wordpress - Googles Sites: hier vreesden we voor de beperktheid in opslagruimte - Weebly, maar dit sloten we uit gezien dit niet open source is. Uiteindelijk kozen we voor Wordpress als software voor de uiteindelijke creatie.

We maakten hiernaast tijdens het werken aan de opdracht tevens gebruik van een aantal andere ICT middelen zoals google docs voor het delen van een aantal werkdocumenten rond onze website, het tussentijds voorstel, dit rapport; Doodle voor het maken van afspraak (groepsbijeenkomst) het Forum PointCarré voor verslaggeving en onze onderlinge communicatie.

Creatie van de website[bewerken]

Het aanmaken van onze site gebeurde in verschillende stappen :

Eerst moesten we een titel vinden voor ons project. Dit werd "Nederlands voor nu en later". Op basis van de naam, konden we dan makkelijk het domeinnaam aanmaken.

Om onze website "Nederlands voor nu en later" via WordPress aan te maken, moesten we eerst een e-mailadres geven. Aangezien het doel van ons project is dat andere docenten ook hun steentje zouden kunnen bijdragen aan de site, kozen we ervoor om geen persoonlijke e-mailadres te koppelen aan de site maar een nieuw e-mailadres te creëren. We kozen voor Gmail omdat het een niet-commerciële e-mailadres is (in tegenstelling tot Hotmail bijvoorbeeld).

Nadat we ons e-mailadres hadden gecreëerd, mochten we een account aanmaken op WordPress. Via dit account was het dan mogelijk om een "blog" te creëren. Het positieve hieraan is dat we "Nederlands voor nu en later" aanmaakten maar dat toekomstige docenten eventueel zelf nog andere soorten blogs kunnen aanmaken via dit account.

De indeling die we nu gebruiken (NB : Home, Oefeningenpagina (Werk, Burger, Administratie, Vrije tijd, Openbaar vervoer, Thuis), Nederlands buiten de muren, Voor docenten, en Contact) werd op voorhand vastgesteld in de groep, zodat onze site goed overzichtelijk zou zijn. We kozen ervoor om binnen de domeinen, drie niveaus te maken zodat elke toekomstige leerling ten minste één oefening kon maken per domein.

Na het opmaken van de basis van de site, moesten we een achtergrondkleur kiezen. We kozen voor groen, zodat er een link zou liggen tussen de VUB en het project.

Aangezien ons doelgroep zeer specifiek was moesten we ook aandachtig de instellingen wijzigen zodat "Share" en "Like"-knoppen niet zouden kunnen worden gebruikt door geïnterneerden om in contact te komen met elkaar of met de buitenwereld. Beveiliging van de site stond dus centraal.

Wanneer dit alles in orde was, konden we uiteindelijk de lijsten moet oefeningen plaatsen in alle domeinen. Hierbij droeg iedereen zijn steentje bij door eerst een aantal sites te consulteren voor de oefeningen en door ze later in één van de domeinen te plaatsen.

Procesverslag[bewerken]

2 maart: Bart brengt zijn idee ter tafel. Brainstorming: Wat willen we aanbieden? Veronique vertelt over haar werk met geïnterneerden in de gevangenis . Wat is mogelijk rekening houdend met dit doelpubliek? Er zijn al heel wat ideeën hieromtrent (werken met symbolen, met verschillende niveaus, moeilijkheidsgraden,…). We dienen op zoek te gaan naar alternatieven in het geval internet niet mogelijk zou blijken te zijn. Norah en Anne Maria hebben ervaring met NT2. Ze beloven ons linken naar educatieve websites door te sturen die ze in het kader van hun job ooit al raadpleegden en/of gebruikten. We spreken af ook een kijkje te nemen op het Wiki-boek waar zich de rapporten van vorige onderwijstechnologische realisaties rond taal bevinden. Fiona stuurt ons het adres van de website van haar jeugdbeweging door. Tot de volgende bijeenkomst communiceren we verder via het forum. We kunnen ons allen vinden in het idee om een tool te creëren voor geïnterneerden.

8 maart: we blijven het idee van een website, ons publiek en onze doelstelling behouden. De domeinen krijgen een concretere invulling. Anne-Maria en Veronique zullen hun licht opsteken wat betreft het internetgebruik in de gevangenis. Blijft dit een knelpunt? We gebruiken het forum en onze webmail om met elkaar te communiceren in afwachting van een nieuwe bijeenkomst.

13 maart: na de les onderwijstechnologie spreken we dhr. Bruno Van Bogaert aan over onze onzekerheid rond het gebruik van internet in de gevangenis. Hij gaf ons mee dat we wel kunnen doorgaan met ons oorspronkelijke idee (dus een website opbouwen). De kans is groot dat het idee ooit wel ingang zal vinden in de gevangenis. Bovendien hebben we ook een luik "buiten de muren" die het wel onmiddellijk bruikbaar maakt. Norah ziet ook mogelijkheden om het in haar werk als leerkracht te integreren.

20 maart: we dienen bij de ontwikkeling van onze tool rekening houden met het taalniveau van onze cursisten en met hun computervaardigheden. En we vragen ons af of het aanbieden van bepaalde prikkels ethisch wel verantwoord is? We werken verder het idee van een website uit, eventueel in combinatie met Podcasten. We stellen ons de vraag naar de hosting van zo'n website en of dit al dan niet betalend is? Bart brengt aan om te werken met domeinen en niveaus, een primair en secundair traject. Anna-Maria en Norah buigen zich maandag verder over de opdeling van het (reeds aanwezige) materiaal in domeinen en vervolgens in niveaus.

25 maart: Anne Maria en Norah brainstormen over de inhoud van het aanbod, zowel wat betreft de domeinen, de moeilijkheidsgraad van de activiteiten als de vorm waaronder de leerstof zou worden aangeboden. Ze stellen voor het aantal domeinen te beperken tot een vijftal met de meest basiswoordenschat voor het laagste niveau en dan die woordenschat uit te breiden met moeilijkere taken voor de volgende niveaus.

3 april: voor deze bijeenkomst ontmoeten we elkaar in de computerlokalen van de VUB. We gaan nog even in op het al dan niet kiezen voor Weebly maar laten dit idee unaniem vallen en willen met Wordpress (WP) gaan voor open source software. We spreken af dat iedereen tegen volgende week zich informeert over WP en verder nadenkt over een naam voor de website. De naam van onze website mag geen “NT2” bevatten. Immers, ook Nederlandstaligen kunnen baat hebben bij de lesactiviteit waarin vaardigheden worden aangeleerd. We bespreken het omvangrijke NT2 materiaal dat online beschikbaar is maar echter vaak kwalitatief niet zo hoogstaand. Goed screenen blijft dus van belang. We bekijken de onderwijstechnologische realisatie “voor ijverige studenten" (vorig academiejaar) en besluiten onze site iets speelser te maken en af te stemmen op alledaags praktisch gebruik. We verdelen de dertigtal websites waarmee de NT2 docenten al kennismaakten en leggen ons op ze tegen volgende week te screenen op bruikbaarheid en correctheid. Norah creëerde hierop een google doc teneinde een voorstel van het kader van onze website met de rest van de groep te delen.

10 april: we kiezen de naam van onze website en overleggen telefonisch met Fiona die van op afstand gestart is met de creatie ervan. We evalueren in grote lijnen de oefeningen die we elk apart screenden en besluiten ons te beperken tot drie oefeningen per domein. Er zijn heel wat oefeningen/sites beschikbaar maar niet allen doorstonden de test. Fiona zal het kader en de domeinen van de website creëren, we spreken af dat elk groepslid hierna ook oefeningen zal publiceren op de site om hiermee ervaring op te doen. Anne Maria en Norah doen nog een verdere selectie (zie onder).

10 april: de creatie van onze website “Nederlands voor nu en later” is een feit.

15 april: Anne Maria en Norah komen samen om de geselecteerde oefeningen te bekijken. Ze bekijken samen of de oefeningen geschikt zijn voor het doelpubliek en of ze onder het juiste niveau staan. Ondertussen nam Anne Maria contact op met verschillende organisaties met de vraag of we mochten linken. Norah contacteerde het HvN voor de online testen.

24 april: We bekijken het voorlopige Wikibooks rapport dat via google docs gedeeld werd en brengen hier en daar wat wijzigingen aan. Aan de hand van de handleiding die Fiona onze bezorgde oefenen we met onze website, we experimenteren ondermeer met kleuren en lettertypes,... . Norah werkt het domein WERK af. We spreken af dat de rest van de groep naar dit voorbeeld de overige domeinen afwerkt. In het eerder gedeelde "werkdocument website" staan de oefeningen per domein gerangschikt. We zullen ons houden bij maximum 3 oefeningen per moeilijkheidsgraad. Naast de link dient de bron worden vermeld tussen haakjes. Anne Maria verifieert nog het luik copy rights en zal ons op de hoogte houden.

Week 25 april - 1 mei: we communiceren via webmail en het forum

Persoonlijke reflecties[bewerken]

Twee groepsleden geven hieronder hun persoonlijke reflecties mee.

Bart Sliepen. Graag maak ik gebruik van deze vrije tribune om even stil te staan bij de opdracht en dit neer te schrijven in een notendop. Als maatschappelijk werker had ik de waarde samenwerking al in de vingers. Bewust heb ik bij aanvang van de opdracht gekozen om me niet aan te sluiten bij een groep cultuur- en maatschappijwetenschappers. Daar ik sterk geloof in diversiteit als motor van het leerproces. Eigenzinnig ging ik bijgevolg op zoek naar een aantal studenten met een andere schoolse achtergrond. Het team werd boven het doopvont gehouden. Organisch groeide mijn idee rond taaleducatie en daklozen in Brusselse context naar een andere doelgroep, namelijk geïnterneerden. Mede bouwen aan iets actueels, een zorgvoorziening uitbouwen, optimaliseren, om mijn soortgenoten een menswaardig bestaan aan te bieden. Dat was mijn opzet. Ik wist voorafgaand aan de opdracht weinig over de doelgroep an sich. Ook hun specifieke noden waren me niet bekend. Gelukkig heb je dan in een zo divers mogelijk samengesteld team een collega als klankbord, die thuis is in de materie ter zake. Nota’s werden met ideeën en gedachten beïnkt.

Gaandeweg groeide de groep in haar opzet en de leden kwamen dichter tot elkander. Op de bijeenkomsten kwamen ook niet tot het werkstuk behorende onderwerpen aan bod. In alle openheid werden taken verdeeld. We wisselden on en offline informatie en leerden zo van elkander. Het democratische element was het smeermiddel van een mijn inziens geslaagd project. Het feit dat het onderwerp van een humane zorgverlening op maat aan geïnterneerden ook in een wetsvoorstel ter sprake komt, gaf me een goed gevoel. Waarom? Wel, mijn idealistische visie op de wereld kreeg een fundering. Onze webstek heeft bijgevolg een toekomst. Daar ben ik van overtuigd. U hoort mij niet zeggen dat het project af is. Vanuit onze filosofie kozen we dan ook om gebruikers de webstek verder te laten ontwikkelen.

In alle openheid heb ik bij aanvang van dit opleidingsonderdeel jullie in kennis gesteld van mijn handicap op vlak van ICT. Heden ben ik nog geen expert. Doch dankzij de opdracht heb ik leren werken met googledoc, een forum en ben ik weerbaarder geworden op vlak van ICT en gebruik van software. Ook heb ik een zicht gekregen op gelijkwaardige (betere) alternatieven voor betalende producten.

Ten slotte wil ik een woord van dank betuigen aan mijn waarde collega’s en inrichters van dit opleidingsonderdeel. Werken en studeren is geen evidentie. Doch dankzij jullie meevoelen heb ik me gedurende deze opdracht verder kunnen ontwikkelen, heb ik nieuwe inzichten opgedaan in de wereld van de onderwijstechnologie. Kortom, dankzij jullie werd ik weer een beetje bewuster en daardoor ook een beetje meer mens.

Fiona Buidin. Als toekomstige taalleerkracht maar ook als chiroleider had ook ik zin om iets origineleres en vrijzinniger op stand te zetten. Ondanks dat we focusten op Nederlands als tweede taal, vond ik zeker mijn plaats in ons project. Als men het over onderwijzen heeft, denkt men vaak aan leerlingen van 6 tot 18 jaar die naar school gaan en aandachtig de les volgen. Daarom motiveerde dit project mij enorm. Ons doelgroep was (en is) namelijk een stuk ouder dan 18-jarigen en bovendien hebben ze afwisselend voorstand of achterstand tegenover "normale" leerlingen. Ik hoop echt dat de site, die we zo moeizaam op been hebben gezet, zal bijdragen aan het positief evolueren van (ex-)geïnterneerden zodat ze weer deel uit zullen kunnen maken van de maatschappij.

Dankzij de opdracht heb ik beter leren werken met programma's zoals Google-doc, heb ik nieuwe dingen ontdekt, en heb ik ook mijn "kennis" kunnen doorgeven. Ook heeft dit project mij enorm laten denken over OpenSource en het oorspronkelijke doel dat internet had : ideeën en informatie verspreiden.

Ten slotte wil ook ik de hele groep bedanken. Iedereen kon zijn plaats vinden en maakte on project rijker. Zonder jullie allen individueel, had dit prachtig project misschien niet zo goed en vlug kunnen werken.

Bibliografie[bewerken]

Geraadpleegde werken:

Boeken

Council of Europe (2011). Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment. Council of Europe.

Houben, Lies, (2008). Maatwerkhoeken, lesactiviteit rollen kiezen, handleiding voor de lesgever, brochure van Centrum voor taal en onderwijs K.U. Leuven.

Lamberts, Miet (et al) (2007) Het Vlaamse inburgeringsbeleid geëvalueerd. Hoger instituut voor de arbeid, Leuven, 47 p.

Questier, Frederik, (2013). Educatieve software & sites kiezen, presentatie tijdens de lessen onderwijstechnologie, VUB

Wets, Johan, (2007) Wat is inburgering in Vlaanderen? Hoger instituut voor de arbeid, Leuven, 33 p.

Internet

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.