Onderwijstechnologie/Klastechnologie/Digitale toetsen
Inleiding
[bewerken]Bij het toetsen gaat het in het onderwijs van tegenwoordig niet enkel meer over het reproduceren van kennis. Ook het testen van inzicht, attitudes en vaardigheden komt aan bod. Dit lijkt voor veel leerkrachten misschien moeilijk te verwezelijken binnen een klasomgeving. ICT kan hierbij helpen, met name door digitale toetsing.
Voor en nadelen van digitaal toetsen
[bewerken]Voordelen
[bewerken]- De studenten kunnen direct een beoordeling en automatische feedback over hun toets verkrijgen.
- De toesten kunnen automatisch nagekeken worden.
- Bij gesloten vragen is digitale toetsing een zeer betrouwbare evaluatievorm.
- Er kan multimedia in de toetsen verwerkt worden: simulaties, video, geluid. Dat zou in een klassieke leeromgeving ook mogelijk zijn, maar veel ingewikkelder omdat deze media klassikaal gebruikt dient te worden. Bij een digitale toets kan elke student op zijn eigen tempo de aangebrachte media onderzoeken.
- Door gebruik van multimedia in een toets kan men directer meten of de student weet wat hij of zij moet weten.
- Er is een mogelijkheid om hints, tips of verdiepende vragen aan te bieden.
- Er kan een databank met mogelijk toetsvragen opgesteld worden, waardoor mogelijke toetsen automatisch gegenereerd kunnen worden en dus ook sneller opgesteld zijn. Het gevaar bestaat er echter wel in dat de moeilijkheidsgraad van de toetsen verschilt.
- De vragen van een digitale toets kunnen voor elke student in een andere volgorde gezet worden zodat het spieken bemoeilijkt wordt.
- Deze databank kan gedeeld worden met collega’s.
- Uit die databank kunnen oefentoetsen gegenereerd worden, mogelijk met meerdere antwoordmogelijkheden. Zo kunnen de leerlingen vertrouwd raken met de vraagstelling en het medium. Ze kunnen deze summatieve of oefentoetsen maken waar en wanneer het hen het beste uitkomt.
- De docent kan makkelijker de betrouwbaarheid en kwaliteit van zijn toets evalueren en analyseren.
Nadelen
[bewerken]- Het identificatie probleem: is de persoon die claimt de toets gemaakt te hebben, wel degelijk wie hij beweert te zijn?
- Het is moeilijker om te checken of studenten niet samenwerken.
- Een evaluatie programma kan makkelijk gesloten vragen (rangordeningsvragen, multiple choice, invulvragen, sorteervragen,...) corrigeren. Bij open vragen ligt dit echter een stuk moeilijker.
- De cesuur moet op voorhand worden vastgesteld en is daarna moeilijker aan te passen dan bij klassieke toetsen.
- Voor de leerlingen vraagt het enige aanpassing en oefening om een digitale test af te nemen. Zij moeten over voldoende ICT kennis beschikken en het digitaal toetsen moet regelmatig "geoefend" worden.
- Ook de leerkracht moet over voldoende ICT kennis beschikken om een adequate digitale toets aan te maken.
- De aanmaak en aanpassing van een databank kost veel tijd. Zeker omdat klassieke toetsvragen niet altijd zo maar kunnen overgebracht worden.
- Het systeem moet afdoende beveiligd zijn tegen misbruik.
- Indien er multimedia gebruikt wordt, moet de aanwezige infrastructuur krachtig genoeg zijn.
- Niet alle digitale evaluatieprogrammatuur biedt alle soorten vragen aan.
Checklist
[bewerken]Er zijn, zoals hierboven is weergegeven verschillende randvoorwaarden om aan digitaal toetsen te beginnen.
- Past digitaal toetsen in de onderwijsvisie?
- Is de infrastructuur aangepast?
- Past de gekozen software bij de onderwijsvisie?
- Zijn zowel leerkrachten als studenten voldoende geïnformeerd?
Databank
[bewerken]Bij het ontwerpen van een databank moet er bovenal op gelet worden dat er een duidelijke en consistente structuur aanwezig is. Deze wordt meestal weergegeven door een boomstructuur. Per vak kunnen er verschillende onderwerpen onderscheiden worden en bij die onderwerpen horen van zelfsprekend vragen. Het is interessant om de vragen een bepaalde moeilijkheidsgraad mee te geven. Zo vermijdt men dat er te makkelijke of te moeilijke toetsen gegenereerd worden. Daarnaast kan men de vragen ook structureren naar gelang de soort: kennis-, inzicht-, denk- of toepassingsvragen zijn maar enkele mogelijkheden.
Vraagvormen
[bewerken]Hieronder zijn een aantal vraagvormen weergegeven die uitstekend geschikt zijn om digitaal te testen:
- Multiple choice met een of meerdere juiste antwoorden.
- Juist/fout vragen
- Rangschikkingsvragen
- Nummerieke vragen, waarbij het oplossingsproces van minder belang is.
- Invulvragen
- Aanwijsvragen, waar een zogenaamde ‘‘hotspot’’ gevonden moet worden. Men dient er hier wel op te letten dat de ‘’hotspot’’ voldoende groot is zodat er niet aan ‘’pixelhunting’’ gedaan moet worden.
- Combineer vragen, waarbij men de begrippen die samen horen uit verschillende kolommen moet zoeken. Bijvoorbeeld uitvinders en hun uitvindingen.