Onderwijs in relatie tot P2P/Situering
Situering en toelichting
[bewerken]De wereld redden aan de hand van peer-to-peer?
[bewerken]Op de achterflap van het boek “De wereld redden” van Michel Bauwens (2013) lezen we het volgende: “Onze samenleving steunt op het absurde idee van materiële overvloed en immateriële schaarste. We doen alsof de planeet oneindig is en plegen er dermate roofbouw op dat het overleven van de menselijke soort in gevaar komt. Anderzijds bouwen we via auteursrechten en patenten artificiële muren rond menselijke kennis om sharing en samenwerking zo moeilijk mogelijk te maken. Het peer-to-peermodel, geïnspireerd door open source zoals Wikipedia, wil die logica omdraaien. Michel Bauwens ziet in nieuwe fenomenen zoals de samenwerkingseconomie, peer-to-peernetwerken, open source, crowdsourcing, fab labs, microfabrieken, de makersbeweging en stadslandbouw een weg naar een postkapitalistische samenleving, waarbij de markt zal onderworpen worden aan het algemeen belang. Net zoals het feodalisme ontstond binnen de schoot van de Romeinse slavenmaatschappij en het kapitalisme binnen het feodalisme, groeit ook binnen het kapitalisme het embryo van een nieuwe samenleving. Om de wereld te redden, dringt zich een herlokalisering van de productie op en een uitbreiding van globale samenwerking op vlak van kennis, code en design.”
En wat met educatie en duurzaamheid?
[bewerken]Een achterflap probeert lezers te lokken. En deze achterflap slaagt daar zeker in. Op minstens twee manieren. Aan de ene kant, en voor de hand liggend, kan je een boek dat wil suggereren dat de wereld moet en ook kan gered worden, niet naast je neer leggen. Maar er is nog een andere reden waarom het de aandacht trekt. Een reden die ook de aanleiding is voor dit boek op wiki-books, voor dit bescheiden wiki-boek in de schaduw van het boek en het werk van Michel Bauwens en bij uitbreiding de Peer-to-Peer Foundation. Wat is die reden? De reden is eenvoudig: de vraag naar wat met educatie in een P2P-samenleving zou kunnen betekenen? Er komen tal van kwesties aan bod – zo suggereert de achterflap. Zo zijn er aspecten rond ecologie (duurzaamheid, milieu, grondstoffen, …), ook aspecten rond economie (productievormen, productieverhoudingen, kapitalisme, …), zaken die een meer sociologische inslag hebben (bewegingen, P2P, globale samenwerking, ….) en ook vragen rond cultuur (kennis, herlokalisering, algemeen belang, …). Alles lijkt dus samen te komen, maar niet echt de kwestie van educatie, en zeker ook niet expliciet de relatie tussen educatie en duurzaamheid.
Onderzoekend studeren: vragen en stappen
[bewerken]Deze vaststelling vraagt om verdere studie, en dat betekent ook onderzoek, dus een poging om iets te weten te komen en om te experimenten. En dat betekent allereerst een reeks van eenvoudige richtvragen: stel dat we in de richting van een post-kapitalistische samenleving op basis van P2P gaan, wat zou dat betekenen voor educatie? Wat zou dat betekenen voor duurzaamheid? Wat zou dat betekenen voor de relatie tussen beide? Maar het gaat niet enkel om vragen, het gaat ook om een experiment in de eigenlijke betekenis: laten we echt proberen om educatie niet te ontwerpen op basis van zogenaamde ‘kapitalistische’ principes maar op basis van ‘post-kapitalistische’ P2P principes. Studeren aan de hand van onderzoek en experiment vraagt ook om een stappenplan. En voor elke stap een hoofdvraag en een indicatie van wat het resultaat kan zijn. Dit stappenplan is meteen ook het grondplan van dit wiki-boek.
- Glossarium: wat is P2P, en wat zijn P2P vormen van leren eigenlijk precies?
Deze vraag moet leiden tot de ontwikkeling van een soort ‘verklarende woordenlijst’ of glossarium. En dit glossarium presenteert een reeks van basisconcepten, en maakt het daardoor gemakkelijk om te navigeren in de P2P wereld.
- Aftoetsing: wat is de waarde en consequentie van P2P-uitgangspunten in het kader van educatie?
Willen we op zoek naar de waarde van P2P-uitgangspunten dan is het nodig die uitgangspunten eens af te toetsen aan de theoretische en praktische wereld die ons vertrouwd is. Allereerst aftoetsen aan klassieke en hedendaagse theorieën over de relatie tussen educatie en samenleving. Vervolgens een aftoetsing aan de literatuur over educatie en duurzaamheid. Tenslotte ook een confrontatie met bestaande, concrete praktijken uit het brede veld van natuur- en milieu educatie en educatie voor duurzame ontwikkeling. Deze aftoetsing levert een opstap voor het formuleren van kwesties.
- Kwesties: welke kwesties spelen op welke wijze in het kader van P2P-educatie?
P2P-educatie is niet zonder discussie, en daarom is het van belang om zo gedetailleerd mogelijk de kritische punten te inventariseren. Dat kan gaan om tal van discussiepunten: vragen omtrent gelijke kansen, omtrent financiering, maar ook omtrent het statuut van kennis of de rol van macht. Een uitklaring van die kwesties is noodzakelijk om te gaan in de richting van het ontwerpen van educatieve P2P-praktijken.
- Werkprincipes: hoe kunnen we op basis van P2P duurzame educatieve praktijken ontwerpen?
Om P2P-educatie die gericht is op duurzaamheid te ontwerpen zijn er algemene principes of handige vuistregels nodig. Ze geven houvast, ze geven richting, maar het zijn natuurlijk geen eenvoudige toepassingsregels.
- Toetsing: Werken deze principes en werkt P2P in kader van educatie?
Een laatste, en voor de hand liggende stap, is natuurlijk de uiteindelijk toetsing. En dit betekent allereerst het proberen nagaan of je ontwerpen kan maken op basis van de geformuleerde principes. Het betekent ook nagaan of de studie die aan de basis ligt van dit boek wel goed is verlopen. Dit deel van het wiki-boek zal in een latere fase aangemaakt worden. Maar toetsing betekent misschien ook vooral: dit hele wiki-book open stellen voor anderen, en zo toelaten dat het deels ook een eigen leven gaat leiden.
Een publiek experiment
[bewerken]Wie zijn de auteurs van dit boek? Peers. Meer bepaald een 120-tal studenten van de KU Leuven, en dit binnen het vak Onderwijs in relatie tot samenleving en cultuur van de opleiding Pedagogische Wetenschappen en Master Educatieve Studies. Niet alleen reguliere studenten. Ook gaststudenten, en dit wil zeggen mensen uit de sector van natuur- en milieu-educatie die op vrijwillige basis student werden, en gedurende een semester kwamen studeren. De universiteit opent dus de deuren voor de praktijk – een poging om hen, samen met andere studenten, tijd en ruimte te geven om grondig te studeren en samen dit boek te maken. Naast studenten ook een heleboel begeleiders. Een 6-tal. Of zijn het docenten? Moderatoren? Het is zoeken geweest naar een juiste omschrijving van hun rol. Het is nog steeds een zoeken.
De begeleiders hebben deze studie van P2P opgezet als een ‘publiek experiment’.
Waarom een experiment? De term experiment gebruiken we in een specifieke, sterke betekenis: “niet weten wat je nog niet weet” (Rheinberger, 1997). Dit is een wat oncomfortabel uitgangspunt, maar tegelijkertijd ook spannend. Een experiment in deze betekenis is een vorm van onderzoekend studeren. Of anders nog: het is een vorm van studeren die misschien eigen is aan de universiteit, eigen aan academisch onderwijs. De universiteit dan begrepen als een ‘universitas studii’, en in de oorspronkelijke middeleeuwse betekenis van een gemeenschap of liever nog, een vereniging en associatie van studerenden. Universiteit en universitair onderwijs verwijzen hier dus niet naar die grote instelling, maar naar die kleine, lokale associaties – zoals dit kleine, eenmalige publieke experiment. En die studenten verenigden zich vaak rond een docent – die ze aantrokken. Of beter: door zich daarrond te verzamelen werd die persoon en waar hij voor stond een docent. In het geval van deze ‘universitas studii’ ging het om Michel Bauwens en zijn boek “De wereld redden”. Belangrijk evenwel: het boek van Bauwens is geen bijbel, en dit wiki-boek geen catechismus. Integendeel, door het boek van Bauwens echt te bestuderen wordt het ontheiligd, en ontstaat er de ruimte om je ertoe te verhouden, om over te spreken, te denken en erover te schrijven, en ja, het ook ter discussie te kunnen stellen. Misschien zijn alleen belangrijke boeken het waard om zo bestudeerd te worden? Of misschien geeft een dergelijke studie een bijkomende waarde aan het boek?
Waarom een publiek experiment? De term publiek gebruiken we op minstens vier manieren. Ten eerste omdat er een gerichtheid is op het maatschappelijke. Dit experiment vertrekt immers vanuit een 'publieke kwestie', namelijk de vraag over de zin en onzin van een post-kapitalistische samenleving en van post-kapitalistische educatie. Ten tweede publiek in de betekenis van 'common' of 'gemeen goed'. Het experiment wil iets maken – met name dit wiki-boek – en wel door het samenbrengen van individuele bijdragen. Het gaat om het samenbrengen van individuele bijdragen van studenten zodat een geheel of gemeen goed ontstaat dat door iedereen gebruikt kan worden. Publiek, ten derde, ook in de betekenis van ‘open’. Het experiment stond van meet af aan open voor een groter publiek. Niet enkel zogenaamde reguliere studenten maar ook mensen die naar de universiteit afzakten en daar studietijd en studieruimte kregen. En ten vierde, publiek in de betekenis van ‘publiek maken’. Dit wil concreet zeggen dat de resultaten van het experiment ook breder beschikbaar zijn. De keuze voor een wiki-boek lag dan ook enigszins voor de hand.
Is een publiek experiment een vorm van P2P-educatie? De idee over publieke experimenten komt uit een andere hoek, en vanuit een andere noodzaak (Simons & Masschelein, 2009). Maar dat wil niet zeggen dat er geen gelijkenissen zijn. Meer nog, binnen dit collectief experiment werden expliciet principes van P2P opgenomen. Waarom? Om de principes meteen ook uit te testen.
De implicaties van een publiek experiment
[bewerken]- Er is een erg diverse groep van zowel ‘studenten’ als ‘begeleiders’, dus zowel gewone studenten als gaststudenten, maar ook reguliere begeleiders en docenten naast de gastdocenten en de gastbegeleiders.
- Belangrijk is natuurlijk dat de uitkomsten van het onderzoekend studeren niet op voorhand vastliggen, en dit is niet altijd comfortabel, niet voor studenten maar ook niet voor docenten. Het vraagt ook om geduld, en zelfs een vorm van overgave aan het onbekende.
- De cursustekst (en examen) is niet op voorhand vastgelegd en gegeven, maar wordt samen (op basis van individuele bijdragen) geconstrueerd, en dit betekent ook dat zich in het proces van experimenteren ook het curriculum aftekent. Anders nog: onderzoekend studeren is samen het cursusmateriaal en studiemateriaal maken.
- Cruciaal is te erkennen dat het niet louter individueel werk is, maar ook geen groepswerk. Het is een combinatie, een soort van commoning, en dus een manier om een gemeen goed (namelijk gezamenlijk studiemateriaal) te maken dat bovendien publiek is (dit willen zeggen dat het gaat om open studiemateriaal, met (hopelijk) een maatschappelijke nut).
- Een publieke experiment, zoals elk experiment, vraagt om goede coördinatie, het vraagt om duidelijke ‘werkpakketten’ en ‘protocollen’, en er is het belang van taakverdeling, van afspraken en van de verdeling en het opnemen van verantwoordelijkheden, en natuurlijk ook: steeds de tijd/ruimte nemen om bij te sturen.
Referenties
[bewerken]Bauwens, M., & Lievens, J. (2013). De wereld redden. Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen: Houtekiet.
Rheinberger, H.J. (2007). Man weiss nicht genau, was man nicht weiss. Über die Kunst, das Unbekannte zu erforschen. Neue Zürcher Zeitung, 5 Mai 2007.
Simons, M., & Masschelein, J. (2009). The public and its university: Beyond learning for civic employability? European Educational Research Journal, 8(2), 204–217.