Onderwijs in relatie tot P2P/Community sharing
Community sharing is een manier waarop mensen hun sociale verhoudingen organiseren. Het is een relatie waarbij mensen en groepen elkaar evenwaardig behandelen, zonder onderscheid te maken op sociaal vlak (Bauwens, 2013). Van belang binnen deze sociale verhoudingen is de nadruk op het delen van bepaalde goederen of kennis binnen een gemeenschap, zonder dat er rekening gehouden wordt met sociale status, een bepaalde rang binnen de gemeenschap,... Mensen geven wat ze kunnen en hun input wordt niet bijgehouden. De idee van 'wat van mij is, is ook van u', staat hierbij centraal. Dit zorgt ervoor dat de idee van eigendom wegvalt. Ook zal er hierdoor enkel nog sprake zijn van een gedeelde verantwoordelijkheid en zal een taak bijgevolg nooit opgesplitst worden in deeltaken (Fiske, 1992).
Community sharing en P2P
[bewerken]De productiewijze van peer-to-peer is gekenmerkt door communal shareholding waarbij mensen bijdragen tot een groepsproject en van de resultaten van het collectieve werk gebruik kunnen maken, zonder directe individuele wederkerigheid (Bauwens, 2013). Hier is het van belang een onderscheid te maken tussen communal shareholding en community sharing. In het concept communal shareholding zit de idee van een investering vervat (shareholding betekent in het Nederlands ‘aandeelhouderschap’), terwijl in het concept community sharing de nadruk vooral ligt op de idee van het delen.
Wanneer er door mensen gebruik gemaakt wordt van een common (een common is een gemeengoed: iedereen kan er gebruik van maken maar niemand kan het zich toe-eigenen), kunnen we spreken van community sharing: hier gaat het om community sharing ten opzichte van het gebruik van de betrokken hulpbron (Bauwens, 2013). Er is sprake van samenlevingen die sharing zien als een nieuw paradigma, dit gaat van het delen van kleren tot het delen van transportmiddelen. Omdat sharing hier delen met iedereen betekent, ongeacht de sociale afkomst, etniciteit,... wordt het binnen deze samenlevingen gezien als een middel om tot een meer democratische samenleving te komen. Er vindt immers een herverdeling van middelen plaats en er wordt geen macht toegekend aan verworven titels, je inkomen,... Dankzij de technologie krijgt het principe van delen een andere invulling: je kan nu ook delen met de rest van de wereld en niet meer enkel met je naasten, dit zien we bijvoorbeeld bij verspreiding van kennis door middel van het internet (Shareable, 2014).
Voorbeeld
[bewerken]Bauwens verwijst vaak naar voorbeelden van virtuele commons zoals Wikipedia en Linux. Er zijn echter ook voorbeelden van niet-virtuele commons. Een voorbeeld waarbij een materiële common centraal staat, is de idee van carsharing: meerdere personen maken gebruik van een of meerdere (gezamenlijke) wagens. Een belangrijk element is dat het gebruik wordt losgekoppeld van het bezit. We kunnen een onderscheid maken tussen particulier autodelen en autodelen dat ingericht wordt door een bedrijf. Bij particulier autodelen nemen individuen het initiatief om een autodeelgroep op te starten. Het gaat om een groep huishoudens die op systematische basis een gemeenschappelijke auto gebruiken als alternatief voor individueel autobezit. Wanneer je af en toe een auto leent van iemand, doe je niet aan autodelen. Van belang is dus hier ook weer de nadruk op het delen en het onderscheid tussen delen en andere praktijken zoals bijvoorbeeld lenen.
Cambio daarentegen is een voorbeeld van een bedrijf dat in bepaalde steden een wagenpark aanbiedt, bestaande uit verschillende modellen. Als cambio-klant heb je op elk gewenst moment een wagen naar keuze ter beschikking. Het enige wat je moet doen is je registreren en wanneer je een auto wenst te gebruiken dien je te reserveren. Niet enkel particulieren, maar ook bedrijven maken gebruik van dit systeem (Carsharing, 2014).
In beide gevallen werkt het systeem kostenbesparend. Iedere deelnemer dient zijn steentje bij te dragen, maar dit is in ruil voor een gemeenschappelijk voordeel (de vaste kosten worden gedeeld en het nadeel van een individuele auto, die ook geld kost als hij stilstaat, wordt zo weggewerkt). Ook worden de lasten zoals bijvoorbeeld de autokeuring, het vervangen van onderdelen,... niet alleen gedragen. Bij cambio hoeft men hier zelfs geen rekening mee te houden. Omwille van de gerichtheid op winst, lijkt Cambio geen voorbeeld van community sharing. De werking wordt hier dus slechts uitgelegd ter volledigheid (particulier autodelen versus autodelen ingericht door een bedrijf).
Naast het voorbeeld van carsharing zijn er nog tal van andere voorbeelden. Zo is er het voorbeeld van de gemeenschapstuin: gemeenschapstuinen zijn openbare tuinen die dienen voor het gebruik door buurtbewoners en worden ook door hen onderhouden. Er is een gezamenlijk engagement ten opzichte van de gemeenschappelijke tuin en dit gemeengoed zorgt voor sociale cohesie (Visionair, 2014).
Daarnaast is er ook het voorbeeld van de gemeenschappelijke organisatie van kinderopvang. Kinderopvang is voor vele ouders een probleem (zeker voor alleenstaande ouders). Vaak kan men echter wel beroep doen op een informeel netwerk: grootouders of buren die bereid zijn om af en toe in te springen of het organiseren van een beurtrol met vrienden, collega’s of personen die in dezelfde situatie verkeren als jou. Wanneer men de organisatie van kinderopvang gemeenschappelijk opneemt, staat weer de idee centraal dat men gezamenlijk bijdraagt op een manier dat iedereen voordeel heeft aan het gemeenschappelijk goed (Alleenstaandeouder, 2014). De gemeenschappelijke organisatie van kinderopvang draagt vaak de term van een oudercrèche. De Joop Gilliamse Crèche is hier een voorbeeld van. De crèche wordt gerund door de ouders van de acht kinderen die op de crèche zitten (Oudercreche, 2014).
Theoretische duiding
[bewerken]Het concept community sharing maakt deel uit van de theorie van de relationele modellen van antropoloog Alan Page Fiske. Fiske stelt dat men er in de hedendaagse Westerse psychologie van uitgaat dat de mens van nature een asociale individualist is. Als gevolg van deze opvatting zijn er vele onafhankelijke theorieën geschreven die handelen over verschillende sociale fenomenen. Paradigma's die op zoek gaan naar een overkoepelende theorie van sociale psychologie, focussen zich vaak op de idee dat de mens met de ander omgaat zoals hij met dingen en dieren omgaat (Fiske, 1992).
Fiske (1992) zal zich hiertegen afzetten vanuit de idee dat de mens fundamenteel gezien een sociaal wezen is en dat we ons sociale leven inrichten aan de hand van de relaties die we met anderen aangaan. Bijgevolg zal hij zelf een theorie ontwikkelen waarbij een indeling gemaakt wordt van zeer divers menselijk gedrag in vier modellen: community sharing, authority ranking, equality matching en market pricing. Omdat de modellen een soort van cognitieve schema’s zijn die we gebruiken om ons handelen vorm te geven, zijn ze zeer bepalend in het stellen van gedrag en in het interpreteren van gedrag. De modellen zijn dus een soort van regels of grammatica. Hierdoor zal ook de idee weerlegd worden dat elk domein binnen het sociaal leven vormgegeven wordt door andere principes. Alle levensdomeinen worden vormgegeven door een samenstelling van de vier modellen. Ook cultuur krijgt een rol binnen deze theorie: het is namelijk binnen deze cultuur dat de schema’s op hun beurt vorm krijgen.
In de theorie van de relationele modellen is er, zoals reeds vermeld, sprake van vier soorten intersubjectieve dynamische processen: community sharing, authority ranking, equality matching en market pricing. Deze modellen zijn altijd geldig, ongeacht de tijd en ruimte. Authority ranking duidt op mensen die asymmetrische posities innemen binnen een lineaire hiërarchie. De verhoudingen zijn gebaseerd op percepties van legitieme asymmetrie. Enkele voorbeelden zijn militaire hiërarchieën, het aanbidden van de voorouders, rangschikkingen zoals in de sport,... (Bauwens, 2013).
Bij equality matching zal men, om te weten wat er nodig is om het evenwicht te herstellen, het saldo of het verschil onder de deelnemers volgen. Voorbeelden hiervan zijn beurtrollen, verkiezingen (waarbij één persoon één stem heeft), vergoedingen in natura,... maar ook wraak wanneer deze gebaseerd is op het principe 'oog om oog, tand om tand' (Bauwens, 2013).
Daarnaast kunnen relaties ook steunen op market pricing (of het rationele eigenbelang). Deze relaties zijn dan gericht op verhoudingen of tarieven zoals prijzen, lonen, interesten, rente of kosten-batenanalyses die maatschappelijk betekenisvol zijn. Dit model staat het meest centraal in de kapitalistische economie. Het nastreven van het rationele eigenbelang kan ook het belang van anderen dienen (dan kunnen we in sommige gevallen zelfs spreken van altruïsme) of hoeft niet in te gaan tegen de belangen van anderen (en is dus evenmin bij noodzaak egoïstisch). Anders dan men intuïtief zou verwachten is geld als middel hier echter niet noodzakelijk (Bauwens, 2013). Het gaat eerder om de idee dat er voor elke dienst of elk goed een tarief is. Binnen het LETS-systeem dat gericht is op de ruil van diensten, zien we een ander middel dan geld. Een voorbeeld binnen dit systeem kan zijn: “Ik schilder voor jou gedurende drie uur als iemand anders binnen het systeem dan vier uur komt babysitten”. In dit voorbeeld is het middel voor ‘betaling’ van de verkregen dienst te benoemen als ‘arbeid’. Het gaat hier niet strikt om een tegenprestatie, omdat je niet per se moet teruggeven aan de persoon van wie je ontvangen hebt (Letsvlaanderen, 2014).
Zoals reeds vermeld, staat bij community sharing vooral de idee van delen en van gelijkwaardigheid centraal. Een eerste voorbeeld van community sharing dat Fiske aanhaalt, gaat over mensen die verliefd zijn op elkaar: hier gaat het om community sharing ten opzichte van hun sociale zelf. Daarnaast spreekt hij over mensen die niet vragen ‘voor wie de bel luidt, want hij luidt voor jou’ (naar het gedicht van John Donne): hij doelt hiermee op het luiden van de doodsklok die ook hem raakt, omdat hij een deel uitmaakt van een groter geheel. Hier gaat het om community sharing ten opzichte van gedeeld leed en gemeenschappelijk welzijn. Als laatste haalt hij het voorbeeld aan van mensen die zonder onderscheid of om het even welk lid van een vijandige groep doden als vergelding, hier gaat het om community sharing met betrekking tot respect voor een collectieve verantwoordelijkheid (Bauwens, 2013).
De veronderstelling dat de mens een sociaal wezen is, staat niet in de weg dat relaties een asociale rol kunnen aannemen. Door deze asociale relaties zal men niet openstaan voor de gevoelens en de intenties van de ander. Fiske (1992) gebruikt hiervoor de term null relationship: het gaat hier om mensen die de sociale kwaliteiten van de mensen rondom zich volledig zal negeren. De interactie wordt dan ook niet op een andere manier vormgegeven dan wanneer men rond een boom zou wandelen. Dit soort relaties kan binnen elk van de vier de modellen voor komen: er is steeds sprake van een continuüm dat gaat van negeren tot een totaal engagement.
De idee van een economie gebaseerd op het delen staat bij community sharing binnen de context van peer-to-peer centraal. Maar wat betekent dit? Een deeleconomie is “een wijze van productie en distributie van goederen en middelen die het delen en collectief consumeren van onze overvloed mogelijk maakt” (Deeleconomie, 2014). De vorige eeuw was de eeuw van hyperconsumptie: welvaart werd gezien in de vorm van bezit wat vrijheid met zich meebracht. Men komt echter tot de ontdekking dat dit niet de meest efficiënte manier is: we gebruiken deze spullen te weinig in verhouding tot de investering die ze vragen en niet iedereen kan zich dit veroorloven. Van hieruit is de idee ontstaan om de welvaart te delen: toegang (en niet langer bezit) wordt centraal gesteld. Het gaat hierbij om het met zijn allen beter te hebben in plaats van zelf meer te hebben. De deeleconomie zal ideeën verbinden die op zichzelf niet zaligmakend bleken. Zo wordt de idee van de vrijwilligheid als basis voor de uitwisseling van goederen overgenomen uit de theorie van de vrije markt; de idee dat goederen behoren tot de gemeenschap uit het communisme; de idee dat mensen van nature deel uitmaken van een groep uit de sociologie en de idee dat mensen behoefte hebben aan delen, dat helpen gelukkiger maakt en de gelukkige mens bijgevolg productiever is, is afkomstig uit de positieve psychologie (Deeleconomie, 2014).
Externe links
[bewerken]Voor voorbeelden van sharing communities, zie http://www.shareable.net/blog/the-rise-of-the-sharing-communities
Voor meer informatie over carsharing, zie http://www.carsharing.be/nld/autodelen/index.html
Voor meer informatie over het voorbeeld van de gemeenschapstuinen, zie http://www.visionair.nl/ideeen/mensheid/de-verschillende-voordelen-van-gemeenschaptuinen/
Voor meer informatie over het voorbeeld van de gemeenschappelijke organisatie van kinderopvang, zie http://www.oudercreche.info/
Voor meer informatie over het werk van Alan Page Fiske, “the structures of social life”, zie http://psycnet.apa.org/psycinfo/1991-97016-000
Referenties
[bewerken]Alleenstaande ouder (2014). Kinderopvang. Retrieved from http://www.alleenstaandeouder.be/kinderen/kinderen_kinderopvang.htm
Bauwens, M. (2013). De wereld redden: Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen, België: Uitgeverij Houtekiet.
Carsharing (2014). Wat is autodelen? Retrieved from http://www.carsharing.be/nld/autodelen/index.html
Deeleconomie (2014). Over de Deeleconomie. Retrieved from http://deeleconomie.nl/over-de-deeleconomie/
Fiske (1992). The four elementary forms of sociality: framework for a unified theory of social relations. Retrieved from http://www.sscnet.ucla.edu/anthro/faculty/fiske/pubs/Fiske_Four_Elementary_Forms_Sociality_1992.pdf
Letsvlaanderen (2014). Deel 1 - principes en filosofie. Retrieved from http://www.letsvlaanderen.be/Topmenu2011/FAQ/1Principesenfilosofie/tabid/2124/Default.aspx
Oudercreche (2014). JG Crèche. Retrieved from http://www.oudercreche.info/
Shareable (2014). The rise of the sharing communities. Retrieved from http://www.shareable.net/blog/the-rise-of-the-sharing-communities
Visionair (2014). De vele voordelen van gemeenschapstuinen. Retrieved from http://www.visionair.nl/ideeen/mensheid/de-verschillende-voordelen-van-gemeenschaptuinen/