Bijwoordelijke bijzinnen worden onderscheiden in bijzinnen die ingeleid worden door een voegwoord en bijzinnen die ingeleid worden door een betrekkelijk voornaamwoord.
Het onderscheid in soorten bijzinnen is op zich in het Grieks niet zeer verschillend van dat in het Nederlands. Het probleem van de bijzinnen is de keuze tussen aantonende en aanvoegende wijs. Indien deze keuze door het gebruikte voegwoord wordt bepaald, is dat bij de betreffende soort van bijzin vermeld.
hij kwam, maar hij had geen geld, om haar te geven
Finale bijzinnen hebben over het algemeen het werkwoord in de υποτακτική.
Het kan echter ook in de οριστική παρατατικού staan en geven dan een onvervuld doel aan:
έπρεπε να ήσουν εκεί, για να τον έβλεπες
je had daar moeten zijn, om hem te zien
Het onderscheid tussen wenszinnen en finale zinnen is het volgende.
Wenszinnen zijn ονοματικές προτάσεις zonder speciale bijwoordelijke betekenis en worden nooit ingeleid met het voegwoord για να.
Finale bijzinnen worden bijna altijd ingeleid door het voegwoord για να en als ze worden ingeleid met het voegwoord να dan kan dat vervangen worden door για να.
θέλω να δουλέψω ( = θέλω δουλειά)
ik wil werken
ήρθα να δουλέψω ( = ήρθα για να δουλέψω)
hij kwam om te werken
Bijzinnen die ingeleid worden met για να kunnen behalve finale bijzinnen ook redengevende of consecutieve bijzinnen zijn.
Αποτελεσματικές (ή συμπερασματικές) προτάσεις (consecutieve bijzin)
voegwoorden als: όταν, σαν, ενώ, καθώς, αφού, αφότου, πριν, πριν να, μόλις, προτού, ώσπου, όσο που, όποτε, άμα, όσο, ότι, εκεί που, όσο που να, έως ότου να, κάθε που
ontkenning: δε(ν) behalve na να
Er is naar het Griekse taalgevoel vaak sprake van een temporele bijzin waar naar het Nederlandse taalgevoel een voorwaardelijke bijzin op zijn plaats zou zijn.
όταν δουλεύει, χαίρεται
wanneer hij werkt, is hij gelukkig
όποτε πεινούσε, ζητούσε να φάει
wannéér hij ook (maar) honger zou hebben, zou hij om eten vragen
σαν τά’μαθε όλα, άλλαξε γνώμη
toen hij alles gehoord had, veranderde hij van mening
όταν δεν έρχονται αυτοί, πάμε εμείς
wanneer zij niet komen, gaan wij
πριν (να) φύγει, συμφιλιώθηκε με τον αδελφό του
voordat hij wegging, verzoende hij zich met zijn broer
θα τα ξοδέψει όλα, ώσπου να μην του μείνει δεκάρα
hij zal alles verbruiken, zodat hem geen dubbeltje resteert
Ook het voegwoord και kan als temporeel voegwoord gebruikt worden
ήρθες, και σε θέλαμε ( = όταν, τη στιγμή που σε θέλαμε)
je kwam, precies op het moment dat wij je nodig hadden
Betrekkelijke naamwoordelijke bijzinnen en betrekkelijke bijwoordelijke bijzinnen zijn samengevoegd in één totaaloverzicht van betrekkelijke bijzinnen.