Bijwoordelijke bijzinnen worden onderscheiden in bijzinnen die ingeleid worden door een voegwoord en bijzinnen die ingeleid worden door een betrekkelijk voornaamwoord.
Het onderscheid in soorten bijzinnen is op zich in het Grieks niet zeer verschillend van dat in het Nederlands. Het probleem van de bijzinnen is de keuze tussen aantonende en aanvoegende wijs. Indien deze keuze door het gebruikte voegwoord wordt bepaald, is dat bij de betreffende soort van bijzin vermeld.
voegwoorden als: γιατί, επειδή αφού, που, μια και, σαν ... που
ontkenning: δε
η νεράιδα λυπόταν, γιατί δεν ήταν όμορφη
de fee was verdrietig omdat zij niet mooi was
θύμωσε, επειδή του μίλησαν άσχημα
hij was boos omdat ze kwaad over hem spraken
σου τα χρωστώ όλα, αφού χωρίς εσένα δε θα ‘κανα τίποτε
ik ben je alles verschuldigd, omdat ik zonder jou niets gedaan had
χαίρομαι, που μου έγραψες αμέσως
ik ben blij dat je me meteen geschreven hebt
ας συνεχίσουμε τη συζήτηση, μια και τα ζητάτε
laten we de discussie voortzetten gezien het feit dat jullie dat vragen
ας ρωτήσουμε τον αδελφό του, γιατί αυτός μόνο θα ξέρει
laten we (het) je broer vragen, omdat hij alleen (het) weet
Causale bijzinnen die beginnen met για να hebben het werkwoord in de υποτακτική
ο αδελφός μου, για να μη διαβάζει όσο πρέπει, απορρίφθηκε στις εξετάσεις
mijn broer, is voor de examens gezakt omdat hij niet leert zoals het moet
Als voegwoord kan ook het woord και gebruikt worden
φύγε τώρα, και δεν έχω καιρό
ga weg, want ik heb geen tijd
Τελικές προτάσεις (ή του σκόπου) (finale bijzin)[bewerken]
In de hoofdzin ingeleid door:
voegwoorden als: για να, να
ontkenning: μη(ν)
πήγε να φέρει το βιβλίο του
hij kwam zijn boek brengen
έτρεχε, για να μη χάσει το τρένο
hij rende, opdat hij de trein niet zou missen
ήρθε, αλλά δεν είχα χρήματα, για να της έδινα
hij kwam, maar hij had geen geld, om haar te geven
Finale bijzinnen hebben over het algemeen het werkwoord in de υποτακτική.
Het kan echter ook in de οριστική παρατατικού staan en geven dan een onvervuld doel aan:
έπρεπε να ήσουν εκεί, για να τον έβλεπες
je had daar moeten zijn, om hem te zien
Het onderscheid tussen wenszinnen en finale zinnen is het volgende.
Wenszinnen zijn ονοματικές προτάσεις zonder speciale bijwoordelijke betekenis en worden nooit ingeleid met het voegwoord για να.
Finale bijzinnen worden bijna altijd ingeleid door het voegwoord για να en als ze worden ingeleid met het voegwoord να dan kan dat vervangen worden door για να.
θέλω να δουλέψω ( = θέλω δουλειά)
ik wil werken
ήρθα να δουλέψω ( = ήρθα για να δουλέψω)
hij kwam om te werken
Bijzinnen die ingeleid worden met για να kunnen behalve finale bijzinnen ook redengevende of consecutieve bijzinnen zijn.
Αποτελεσματικές (ή συμπερασματικές) προτάσεις (consecutieve bijzin)[bewerken]
In de hoofdzin ingeleid door:
voegwoorden als: ώστε, ώστε να, που, που να, για να
voornaamwoorden als: τέτοιος, τόσος, έτσι
ontkenning: δεν bij ώστε, που; μη(ν) bij ώστε να, που να
Indien de consecutieve bijzin een feitelijke consequentie weergeeft, staat het werkwoord in de οριστική:
μιλά πολύ σιγά, ώστε μόλις ακούεται
hij spreekt heel zachtjes, zodat ik het nauwelijks hoor
είναι τέτοιος άνθρωπος, που τον αγαπούν όλοι
hij is zo een man van wie allen houden
Indien de consecutieve bijzin een gewenste of waarschijnlijke consequentie weergeeft, staat het werkwoord in de οριστική δυνητική:
είναι τόσο σκληρός, ώστε τίποτε δε θα τον συγκινούσε
hij is zo hard, dat niets hem ontroert
έχει τόσα χρόνια να με δει, που δε θα με θυμάται
het is zo veel jaren (geleden) dat hij me zag, dat hij me zich niet zal herinneren
Indien gebruik wordt gemaakt van ώστε να of που να dan staat het werkwoord in de υποτακτική:
zowel in het geval van een gewenste of waarschijnlijke consequentie
δεν είναι ανόητος, να τα πει όλα
hij is niet dom, dus vertelt hij me alles
σε γέλασα τόσες φορές, ώστε να μη με πιστεύεις
ik heb je zo vaak bedrogen, dat je me niet meer gelooft
κανείς δεν είναι τόσο δυνατός, για να μπορεί τα πάντα
niemand is zo sterk dat hij alles kan
als van een feitelijke consequentie
κουράστηκε τόσο χτες, ώστε να μην έρθει σήμερα στην ώρα μου
hij had zich gisteren zozeer vermoeid dat hij vandaag niet op tijd komt
voegwoorden als: όταν, σαν, ενώ, καθώς, αφού, αφότου, πριν, πριν να, μόλις, προτού, ώσπου, όσο που, όποτε, άμα, όσο, ότι, εκεί που, όσο που να, έως ότου να, κάθε που
ontkenning: δε(ν) behalve na να
Er is naar het Griekse taalgevoel vaak sprake van een temporele bijzin waar naar het Nederlandse taalgevoel een voorwaardelijke bijzin op zijn plaats zou zijn.
όταν δουλεύει, χαίρεται
wanneer hij werkt, is hij gelukkig
όποτε πεινούσε, ζητούσε να φάει
wannéér hij ook (maar) honger zou hebben, zou hij om eten vragen
σαν τά’μαθε όλα, άλλαξε γνώμη
toen hij alles gehoord had, veranderde hij van mening
όταν δεν έρχονται αυτοί, πάμε εμείς
wanneer zij niet komen, gaan wij
πριν (να) φύγει, συμφιλιώθηκε με τον αδελφό του
voordat hij wegging, verzoende hij zich met zijn broer
θα τα ξοδέψει όλα, ώσπου να μην του μείνει δεκάρα
hij zal alles verbruiken, zodat hem geen dubbeltje resteert
Ook het voegwoord και kan als temporeel voegwoord gebruikt worden
ήρθες, και σε θέλαμε ( = όταν, τη στιγμή που σε θέλαμε)
je kwam, precies op het moment dat wij je nodig hadden
Betrekkelijke naamwoordelijke bijzinnen en betrekkelijke bijwoordelijke bijzinnen zijn samengevoegd in één totaaloverzicht van betrekkelijke bijzinnen.