Nederlandse geschiedenis/Na de Tweede Wereldoorlog
Direct na de bevrijding van Nederlands-Indië, op 17 augustus 1945, verklaarde het land zich onafhankelijk onder de naam Indonesië. Nederland vocht tegen de Indonesische nationalisten in twee oorlogen, bekend onder de eufemistische benaming van politionele acties. Onder internationale druk van de Verenigde Naties en de Verenigde Staten, in het bijzonder het dreigement de Marshallhulp stop te zetten, zowel als door de vasthoudendheid van de Indonesiërs, werd Nederland gedwongen de nieuwe situatie te aanvaarden. Nederland erkende de Indonesische onafhankelijkheid officieel op 27 december 1949. De westelijke helft van Nieuw-Guinea, het latere Irian Jaya, werd na veel bemoeienissen van Indonesië in oktober 1962 overgedragen aan de Verenigde Naties. Op 1 mei 1963 kwam het officieel in Indonesische handen.De Indonesische revolutie heeft in "officieel Nederland" nog heel lang "doorgezeurd". Het duurde tot 17 augustus 2005 voordat Nederland de facto toegaf (door de aanwezigheid van minister Bot op de Indonesische herdenking van de onafhankelijkheid) dat Indonesië op 17 augustus 1945 een onafhankelijke republiek werd. De lange, bloedige oorlog tussen Nederland (aug.45 tot december 1949 en Indonesië werd mede veroorzaakt door een stukje tragische "non-informatie". Koningin Wilhelmina hield op 7 December 1943 een radio-redevoering waarin zij Nederlands Oost Indië een nieuw verband toezegde, te weten een autonome plaats onder de Nederlandse kroon (zie o.a. van Mook "Indonesië-Nederland en De Wereld", Mouton februari 1949 pag. 75). Deze redevoering is in het door Japan bezette "Nederlands Indië" onbekend gebleven. Zelfs toen "de 7 december divisie" van de Koningklijke Landmacht voet op Indonesische bodem had gezet wist vrijwel niemand waarom die divisie die naam droeg.
Hoewel oorspronkelijk gevreesd werd dat het verlies van de rijke kolonie tot economische malaise zou leiden (Indië verloren, rampspoed geboren), bleek het tegendeel het geval. In de Nederland Jaren '50 - Van rampspoed tot jaren 50 nam de welvaart in Nederland snel toe. Dit was vooral te danken aan de zich eindelijk doorzettende industrialisatie.
In 1948 trad Koningin Wilhelmina af ten gunste van haar dochter Juliana.
In 1953 vielen bij de beruchte watersnoodramp vele doden in Zeeland en Zuid-Holland. Om een dergelijke ramp in de toekomst te voorkomen, werd het Deltaplan opgesteld, dat vele dijkverhogingen en afsluitingen van zeearmen inhield. Het duurde enkele decennia eer dit grootse werk voltooid was.
De jaren '60 en '70 waren belangrijk, omdat ze gekenmerkt werden door een golf van democratisering en beweging op allerlei gebied.
Die democratisering vond plaats:
- in de politiek ( ministers zijn niet langer 'excellenties'; opkomst van nieuwe partijen zoals de ludieke Kabouterpartij, de Boerenpartij, D'66 en DS'70)
- in het bedrijfsleven (ondernemingsraden)
- in het onderwijs (inspraak van leerlingen op het schoolbeleid, ouderraden)
- in het gezin (vrouwen-emancipatie, meer vrijheid voor de kinderen)
De 'seksuele revolutie' en cultuuromslagen bij jongeren als 'flower power', de hippy-leefstijl en vrij druggebruik waaiden over uit Californië en sloegen hier neer. De Mammoetwet voor het onderwijs trad in. De subsidiewetgeving werd verruimd; kunstenaars kregen meer ruimte om te experimenteren.
Op godsdienstig gebied begon in deze periode het fenomeen van de grote ontkerkelijking, maar ook kwamen er allerlei nieuwe christelijke groeperingen op. Uit het oosten kwamen goeroes ook in Nederland nieuwe leeringen brengen, zoals Transcedente Meditatie (TM), de Hare Krishnabeweging en de Baghwanbeweging.
Eind jaren '60 en de jaren '70 was tevens een onrustige periode waarin de vervuiling van het milieu hoog op de nieuwsagenda kwam. Velen protesteerden tegen de plaatsing van Amerikaanse kruisraketten op Nederlands grondgebied, een onderdeel van de koude oorlog. Ook liepen veel mensen te hoop tegen de Vietnamoorlog en kreeg de politie in met name Amsterdam het druk met het beteugelen van acties van de kraakbeweging. De pro-abortusbeweging en de anti-abortusbeweging bestreden elkaars denkbeelden en trachtten beide politieke besluitvorming hierover te beënvloeden. Onder premier den Uyl had Nederland te kampen met onder meer de wereldwijde oliecrisis en treinkapingen door Molukkers. Treinkapingen die een rechtstreeks gevolg waren van de buitengewoon slordige manier waarop Nederland met haar koloniaal verleden omging, nl. de schandelijke wijze waarop Nederland de ex-soldaten van haar eigen Koninklijk Nederlands Indische Leger had behandeld (bijvoorbeeld huisvesting in de barakken van het voormalige Kamp Westerbork). Ook speelde in deze periode het Lockheedschandaal.
In 1980 gaf koningin Juliana het koningschap over aan haar oudste dochter, Beatrix.
Het grootste deel van de jaren '80 werden gekenmerkt door een economische terugval en veel werkloosheid, uiteindelijk met succes bestreden door grote bezuinigingen (Lubbers) en het 'Poldermodel' (consensus tussen overheid, vakbonden en werkgevers). De jaren '90, politiek gezien de Paarse jaren, waren jaren van grote welvaart, waarin Nederland goed meeprofiteerde van de wereldwijde economische groei.
In de jaren '80 en '90 deed Nederland als overtuigd lid van de NAVO actief mee aan verschillende militaire vredesoperaties onder de vlag van de Verenigde Naties. Dat leidde eind jaren '90 tot het drama van Srebrenica, wat de gemoederen nog jaren bleef bezig houden.
Op 1 april 2001 werd het homohuwelijk in Nederland ingevoerd. Het was het eerste land ter wereld waar een homohuwelijk, volledig gelijkwaardig aan een heterohuwelijk, mogelijk was.
Op 6 mei 2002 werd Nederland opgeschrikt door de moord op de rechts-populistische politicus Pim Fortuyn.
Tegenwoordig is Nederland een moderne, industriële natie, maar tegelijk ook een groot exporteur van agrarische producten. Het behoorde tot de oorspronkelijke leden van de NAVO en de Europese Gemeenschap, en vormde vaak een stuwende kracht onder de verdere vereniging van Europese landen in de Europese Unie, bijvoorbeeld bij de invoering van de Euro in 1999.