Nederlands/Spelling/Accentteken
Accenttekens zijn tekens die helpen bij de uitspraak van geschreven woorden. Ook in de Nederlandse spelling is het gebruik van deze tekens aan regels gebonden.
Franse herkomst
[bewerken]In redelijk gangbare woorden van Franse herkomst worden de Franse accenttekens alleen gebruikt op de e — é, è en ê:
- comité, coupé, crêpe, fêteren, scène, volière
De â, ô, û en á worden voor deze categorie woorden dus niet gebruikt:
- paté, compote, ragout
Vrouwelijke nevenvormen van woorden op -é krijgen geen -ée maar -ee:
- attaché → attachee; prostitué → prostituee
Als de eerste lettergreep in het oorspronkelijke Franse woord bestaat uit een é of medeklinker(s) plus é, blijft het accentteken achterwege:
- bechamelsaus, etage, rechaud, present
In niet-algemeen gangbare woorden en uitdrukkingen – die nog als zuiver Frans worden aangevoeld – blijven de accenttekens daarentegen staan:
- à, dégénéré, déjà vu, tête-à-tête
Klemtoonteken
[bewerken]Het klemtoonteken is het teken ΄. Als de klank met meer dan één letter wordt weergegeven, krijgen de eerste twee letters een accentteken:
- dé, jé van hét, búíten, ééuwig, voorkómen, vóórkomen
Maar bij de digraaf ij lukt dat laatste wegens technische beperkingen soms niet:
- blíjf! / blíȷ́f!
Uitspraakteken
[bewerken]De tekens ΄ en ` worden ook gebruikt om de uitspraak van de letter e aan te geven: de ΄ voor /ee/ en de ` voor de /e/:
- hé, hè, één, blèren
Andere tekens
[bewerken]In anderstalige woorden, vooral in eigennamen, komen verschillende andere tekens voor: diakritische tekens.
Frequentie
[bewerken]Uit een analyse van de spellingwoordenlijst van Opentaal in 2008 op de woordenlijst van bijna 250.000 woorden blijkt dat de frequenties van geaccentueerde letters als volgt verdeeld is:
Letter | Frequentie |
---|---|
ë | 1762 |
ï | 599 |
é | 468 |
è | 248 |
ö | 171 |
ê | 71 |
ü | 61 |
ó | 35 |
ç | 30 |
á | 24 |
à | 17 |
ä | 16 |
û | 8 |
î | 7 |
í | 5 |
ô | 4 |
ú | 4 |
ñ | 4 |
â | 3 |
Å | 1 |