Nederlands/Lezen/Lezen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs
Uiterlijk
< Nederlands | Lezen
Ga terug naar Nederlands voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs
Het onderwerp van een tekst
[bewerken]Een tekst gaat altijd ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Om het onderwerp te vinden, lees je de tekst oriënterend.
Zo vind je het onderwerp van een tekst:
- Bekijk de tekst, kijk..
- naar de titel;
- naar de foto's en plaatjes bij de tekst;
- naar de tussenkopjes in de tekst;
- of er woorden anders gedrukt zijn (vet, schuin, groot of gekleurd);
- Lees de eerste zinnen van de tekst.
- Geef antwoord op de vraag: waarover gaat de hele tekst?
Alinea's
[bewerken]Een tekst is meestal verdeeld in stukjes. Die dit noemen we alinea's.
- Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
- Soms springt de eerste regel van een nieuwe alinea een beetje in.
- Soms is er tussen twee alinea's een witregel.
Elke alinea gaat over een deel van het (hoofd)onderwerp. De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van een alinea. Door de tekst globaal te lezen kun je snel de belangrijkste informatie uit een tekst halen. Je leest dan alleen de eerste en laatste zin van een alinea.
Leerdoelen
[bewerken]Vaardigheden
[bewerken]Technisch lezen
[bewerken]- ▢ Ik kan letters van het alfabet lezen.
- ▢ Ik kan woorden lezen.
- ▢ Ik kan klankzuivere woorden lezen (km, mk en mkm).
- ▢ Ik kan km woorden lezen.
- ▢ Ik kan mk woorden lezen.
- ▢ Ik kan mkm woorden lezen.
- ▢ Ik kan mmkm woorden lezen.
- ▢ Ik kan mkmm woorden lezen.
- ▢ Ik kan mmkmm woorden lezen.
- ▢ Ik kan korte woorden met afwijkende spellingpatronen lezen.
- ▢ Ik kan leenwoorden herkennen.
- ▢ Ik kan klankzuivere woorden lezen (km, mk en mkm).
- ▢ Ik kan leestekens herkennen.
- ▢ Ik kan veelgebruikte leestekens herkennen.
- ▢ Ik kan punt en komma herkennen.
- ▢ Ik kan uitroepteken en vraagteken herkennen.
- ▢ Ik kan dubbele punt en puntkomma herkennen.
- ▢ Ik kan een trema herkennen.
- ▢ Ik kan aanhalingstekens herkennen.
- ▢ Ik kan veelgebruikte leestekens herkennen.
Oriënteren
[bewerken]- ▢ Ik kan verschillende soorten teksten herkennen.
- ▢ Ik kan herkennen om wat voor tekst het gaat.
- ▢ Ik kan alinea's herkennen.
- ▢ Ik kan erachter komen waar een alinea over gaat.
- ▢ Ik kan inleiding, middenstuk en slot in teksten aanwijzen.
- ▢ Ik kan uitleggen waarom er afbeeldingen bij een tekst staat.
- ▢ Ik kan informatie uit afbeeldingen halen.
- ▢ Ik kan uitleggen wat globaal lezen is.
- ▢ Ik kan globaal lezen.
- ▢ Ik kan uitleggen wat precies lezen is.
- ▢ Ik kan precies lezen.
- ▢ Ik kan uitleggen wat studerend lezen is.
- ▢ Ik kan studerend lezen.
- ▢ Ik kan dingen opzoeken in teksten.
- ▢ Ik kan uitleggen wat zoekend lezen is.
- ▢ Ik kan zoekend lezen.
Voorbereiden
[bewerken]Uitvoeren
[bewerken]- ▢ Ik kan technisch lezen.
- ▢ Ik kan teksten in lesmateriaal lezen.
- ▢ Ik kan vragen in lesmateriaal lezen.
- ▢ Ik kan opgaven in lesmateriaal lezen.
- ▢ Ik kan instructies in lesmateriaal lezen.
- ▢ Ik kan reclametekst lezen.
- ▢ Ik kan informatiefolders lezen.
- ▢ Ik kan nieuwsberichten lezen.
- ▢ Ik kan artikelen in kranten lezen.
- ▢ Ik kan artikelen in tijdschriften lezen.
- ▢ Ik kan brieven van officiële instanties (met formele taal) lezen.
- ▢ Ik kan brochures van officiële instanties (met formele taal) lezen.
Reflecteren
[bewerken]Onderwerp en deelonderwerpen
[bewerken]- ▢ Ik kan uitleggen wat het onderwerp van een tekst is.
- ▢ Ik kan het onderwerp van een tekst vinden.
- ▢ Ik kan uitleggen wat deelonderwerpen van een tekst zijn.
- ▢ Ik kan deelonderwerpen van een tekst vinden.
Hoofd- en bijzaken
[bewerken]- ▢ Ik kan de kernzin van een alinea vinden.
- ▢ Ik kan hoofdzaken en bijzaken herkennen.
- ▢ Ik kan de hoofdzaken van een tekst kort samenvatten.
Voorbeelden, opsommingen en volgorde van tijd
[bewerken]- ▢ Ik kan voorbeelden in een tekst herkennen.
- ▢ Ik kan opsommingen in een tekst herkennen.
- ▢ Ik kan volgorde van tijd in een tekst herkennen.
- ▢ Ik kan signaalwoorden in een tekst herkennen.
Feiten, meningen en argumenten
[bewerken]- ▢ Ik kan feiten in een tekst herkennen
- ▢ Ik kan meningen in een tekst herkennen
- ▢ Ik kan argumenten in een tekst herkennen
Vergelijkingen, tegenstellingen en redenen
[bewerken]- ▢ Ik kan met behulp van signaalwoorden vergelijkingen in een tekst herkennen
- ▢ Ik kan met behulp van signaalwoorden tegenstellingen in een tekst herkennen
- ▢ Ik kan met behulp van signaalwoorden redenen in een tekst herkennen
Doelgroep/publiek
[bewerken]- ▢ Ik kan het doel van een tekst herkennen.
- ▢ Ik kan erachter komen voor welk publiek een tekst geschreven is.