Michel de Montaigne/Nederlandse vertalingen van Essais: Livre I
Uiterlijk
EERSTE BOEK VAN DE 'ESSAIS' VAN MONTAIGNE
(édition de Bordeaux, 1595)
Vertaling door Jules Grandgagnage
Bron: Essais van Montaigne
- Au lecteur
- I. Op verschillende wijzen bereikt men hetzelfde
- II. Over het verdriet
- III. Dat waar we om geven reikt tot voorbij ons eigen leven
- IV. Hoe we ons door onze passies op het verkeerde richten in plaats van op het ware
- V. Moet de leider van een belegerde plaats naar buiten om te onderhandelen?
- VI. Het ogenblik van onderhandelen is gevaarlijk
- VII. Onze intentie bepaalt het oordeel over onze handelingen
- VIII. Over luiheid
- IX. Over leugenaars
- X. Over vlotte of slome praters
- XI. Over voorspellingen
- XII. Over standvastigheid
- XIII. Over ceremonieel bij het ontmoeten van koningen
- XIV. Men wordt gestraft bij het te hardnekkig verdedigen van iets
- XV. Over het bestraffen van lafheid
- XVI. Over sommige ambassadeurs
- XVII. Over de angst
- XVIII. Over ons geluk moet men pas na onze dood oordelen
- XIX. Filosoferen is leren om te sterven
- XX. Over de kracht van de verbeelding
- XXI. Het profijt van de ene is het verlies van de andere
- XXII. Over de gewoonten, en dat men een verkregen wet niet licht verandert
- XXIII. Hoe hetzelfde advies tot verschillende resultaten kan leiden
- XXIV. Over pedanterie
- XXV. Over de opvoeding van kinderen
- XXVI. Het is waanzin om juist en fout van ons oordeel afhankelijk te maken
- XXVII. Over de vriendschap
- XXVIII. Negenentwintig sonnetten van Étienne de La Boétie
- XXIX. Over middelmatigheid
- XXX. Over de kannibalen
- XXXI. Dat we ons terughoudend moeten bemoeien met de beoordeling van de Goddelijke wetten
- XXXII. Dat we aangaande het leven wellust moeten vermijden
- XXXIII. Dat het geluk vaak gevonden wordt in de uitoefening van de rede
- XXXIV. Over een gebrek in onze regering
- XXXV. Over de gewoonte om kleren te dragen
- XXXVI. Over Cato de Jongere
- XXXVII. Dat we wenen en lachen om dezelfde zaak
- XXXVIII. Over de eenzaamheid
- XXXIX. Overwegingen in verband met Cicero
- XL. Dat de smaak voor goed en kwaad grotendeels afhangt van onze mening erover
- XLI. Niet over iemands eer communiceren
- XLII. Over de ongelijkheid die ons scheidt
- XLIII. Betreffende wetten over de uitgaven
- XLIV. Over de slaap
- XLV. Over de Slag om Dreux
- XLVI. Over namen
- XLVII. Over de onzekerheid van ons oordeel
- XLVIII. Over paarden
- XLIX. Over oude gebruiken
- L. Over Democritus en Heraclitus
- LI. Over de ijdelheid van woorden
- LII. Over de zuinigheid van de Ouden
- LIII. Over een gezegde van Caesar
- LIV. Over ijdele subtiliteiten
- LV. Over geuren
- LVI. Over gebeden
- LVII. Over leeftijd