Gedichten uit de wereldliteratuur/Whan that Aprill with his shoures soote
Uiterlijk
De General Prologue is de naam die nu wordt gegeven aan het inleidende deel van The Canterbury Tales, het onafgewerkte Middelengelse meesterwerk van de 14e-eeuwse Engelse schrijver Geoffrey Chaucer. Het opent met de bekendste versregels uit de Canterbury Tales: "Whan that Aprill with his shoures soote The droghte of March hath perced to the roote..."
Engels gedicht van Chaucer
[bewerken]- Whan that Aprill with his shoures soote
- The droghte of March hath perced to the roote
- And bathed every veyne in swich licour
- Of which vertu engendred is the flour
- Whan Zephirus eek with his sweete breeth
- Inspired hath in every holt and heeth
- The tendre croppes and the yonge sonne
- Hath in the Ram his half cours yronne
- And smale foweles maken melodye
- That slepen al the nyght with open eye
- So priketh hem nature in hir corages
- Thanne longen folk to goon on pilgrimages
- And palmeres for to seken straunge strondes
- To ferne halwes kowthe in sondry londes
- And specially from every shires ende
- Of Engelond to Caunterbury they wende
- The hooly blisful martir for to seke
- That hem hath holpen whan that they were seeke
Vertaling
[bewerken]- Als april zijn geurige buien sproeit,
- de maartse droogte uit elke wortel vloeit
- en elke nerf in haar vocht doet baden
- dat kracht verleent om bloemen van te maken;
- Wanneer ook Zephirs zoete adem waait
- en ieder bos en hei zich weer verfraait
- met tere scheuten, en de jonge zon
- zijn halve baan in Ram heeft afgerond;
- Als kleine vogels opgewonden fluiten
- die 's nachts slapen zonder een oog te sluiten,
- (zo maakt de natuur hun hartjes onbedaard)
- dan verlangt het volk naar bedevaart
- en gaan pelgrims op zoek naar vreemde stranden,
- naar heiligdommen befaamd in verre landen.
- Vertrokken vanuit Engelands verste hoeken
- willen zij Canterbury bezoeken,
- om de heilige martelaar te eren
- die hen geholpen had om ziekten te weren.
- Vertaler: Jules Grandgagnage (2021)[1]