Gedichten uit de wereldliteratuur/The Phoenix and the Turtle
The Phoenix and the Turtle (Nederlands: De feniks en de tortelduif) is een allegorisch verhalend gedicht van William Shakespeare over de dood van de ideale liefde. Het wordt algemeen beschouwd als een van zijn meest obscure, mystieke werken, wat tot veel tegenstrijdige interpretaties heeft geleid. Het verscheen in 1601 als onderdeel van een appendix bij een lang gedicht van een zekere Robert Chester.
Het gedicht beschrijft een begrafenisplechtigheid voor de overleden (vrouwelijke) feniks en de (mannelijke) tortel, respectievelijk emblemen van perfectie en van toegewijde liefde. Sommige vogels zijn uitgenodigd, maar andere zijn uitgesloten. Het gedicht verkondigt ook de boodschap dat de liefde van deze vogels een perfecte eenheid vormde die alle logica en het materiële oversteeg. Het besluit met een gebed voor de dode minnaars.
In de Egyptische mythologie was de feniks een vogel die vijfhonderd jaar leefde en stierf in een vuur nadat de zon een Arabische palmboom had aangestoken waarop de feniks zat. De boom bevond zich in de buurt van Heliopolis in Egypte. Uit de as herrees de feniks tot nieuw leven. De tortelduif is een kleine duif die soms een rouwduif wordt genoemd vanwege haar melancholische gekoer.
Originele tekst van Shakespeare, 1601
[bewerken]- The Phoenix and the Turtle
- Let the bird of loudest lay,
- On the sole Arabian tree,
- Herald sad and trumpet be,
- To whose sound chaste wings obey.
- But thou, shrieking harbinger,
- Foul pre-currer of the fiend,
- Augur of the fever's end,
- To this troop come thou not near.
- From this session interdict
- Every fowl of tyrant wing,
- Save the eagle, feather'd king:
- Keep the obsequy so strict.
- Let the priest in surplice white,
- That defunctive music can,
- Be the death-defying swan,
- Lest the requiem lack his right.
- And thou, treble-dated crow,
- That thy sable gender mak'st
- With the breath thou giv'st and tak'st,
- Mongst our mourners shalt thou go.
- Here the anthem doth commence:
- Love and constancy is dead;
- Phoenix and the turtle fled
- In a mutual flame from hence.
- So they lov'd, as love in twain
- Had the essence but in one;
- Two distincts, division none:
- Number there in love was slain.
- Hearts remote, yet not asunder;
- Distance, and no space was seen
- 'Twixt the turtle and his queen;
- But in them it were a wonder.
- So between them love did shine,
- That the turtle saw his right
- Flaming in the phoenix' sight:
- Either was the other's mine.
- Property was thus appall'd,
- That the self was not the same;
- Single nature's double name
- Neither two nor one was call'd.
- Reason, in itself confounded,
- Saw division grow together;
- To themselves yet either-neither,
- Simple were so well compounded.
- That it cried how true a twain
- Seemeth this concordant one!
- Love hath reason, reason none
- If what parts can so remain.
- Whereupon it made this threne
- To the phoenix and the dove,
- Co-supreme and stars of love;
- As chorus to their tragic scene.
- THRENOS.
- Beauty, truth, and rarity.
- Grace in all simplicity,
- Here enclos'd in cinders lie.
- Death is now the phoenix' nest;
- And the turtle's loyal breast
- To eternity doth rest,
- Leaving no posterity:--
- 'Twas not their infirmity,
- It was married chastity.
- Truth may seem, but cannot be:
- Beauty brag, but 'tis not she;
- Truth and beauty buried be.
- To this urn let those repair
- That are either true or fair;
- For these dead birds sigh a prayer.
Nederlandse vertaling
[bewerken]- (Jules Grandgagnage, 2014)[1]
- De feniks en de tortel
- Laat de vogel met de luidste zang
- In de unieke Arabische boom
- Met zijn geschal onze plechtige heraut zijn
- En kuise vleugels hierheen ontbieden
- Maar jij, krijsende boodschapper
- Voorbode van de dood
- En augur van het einde van de koorts,
- Waag niet om dichterbij te komen.
- Van deze samenkomst worden geweerd
- De vogels die met tirannieke vleugelslag
- Op anderen jagen, behalve de arend-koning:
- Zo besloten zal de uitvaart zijn.
- Laat de priester in zijn witte superplie,
- Bekwaam in funerair gezang,
- De dood voorspellende zwaan zijn
- Die het ritueel voor het requiem voltrekt.
- En jij, drievoudig levende kraai
- Die zijn zwart gebroed maakt
- Met adem die leven brengt en neemt,
- Onder onze rouwenden zal jij gaan.
- Hier vangt het klaaglied aan:
- Liefde en standvastigheid zijn dood
- De feniks en de tortel vluchtten
- In de vlam die hen verenigt.
- Aldus was hun liefde, een liefde gedeeld
- Maar in essentie één;
- Elk onderscheiden, en niet verdeeld
- Werd aantal in liefde gedood.
- Harten op afstand, maar niet uit elkaar;
- Afstand, maar dan zonder ruimte
- Tussen de tortel en zijn koningin:
- Bij hen was het geen wonder.
- De liefde tussen hen straalde zo sterk
- Dat de duif zijn wezen zag
- In de gloed van het oog van de feniks.
- Het ik was de andere en de andere het ik.
- Het eigene werd zo ontbonden
- Dat het zelf niet hetzelfde was;
- In aard uniek onder een dubbele naam,
- Waren ze één noch twee.
- Rede, door zichzelf verbijsterd,
- Zag deling samengroeien;
- In elkaar opgegaan en toch distinct,
- Ongemengd zuiver tot compositie gemaakt.
- En zij riep uit ‘Hoe waar oogt de verbondenheid
- van twee in harmonieuze eenheid!’
- Liefde heeft motief, maar geen verklaring,
- Wanneer twee kan smelten tot één.
- Daarop ving zij dit klaaglied aan
- Op de feniks en de tortel,
- Opperste heersers en sterren der liefde;
- Als koor bij hun tragisch tafereel.
- KLAAGZANG
- Schoonheid, trouw, voortreffelijkheid.
- Gratie in al zijn eenvoud,
- Liggen hier gebonden in de as.
- De dood is nu het feniksnest;
- En de trouwe borst van de tortel
- Rust in de eeuwigheid.
- Dat ze geen nageslacht nalieten
- Was geen zwakheid:
- Het was het huwelijk van kuisheid.
- Wat trouw lijkt, kan het voortaan niet zijn:
- Schoonheid wordt geëerd, maar is het niet;
- Want trouw en schoonheid zijn begraven.
- Buig voor deze urn,
- Al wie trouw of schoon is,
- En fluister een gebed voor deze dode vogels.
- Noten