Naar inhoud springen

Gedichten uit de wereldliteratuur/Paradise Lost

Uit Wikibooks
Gedichten uit de wereldliteratuur
Illustratie van Paradise Lost door Gustave Doré, 1866

Paradise Lost is een episch gedicht in blank vers door de 17e-eeuwse Engelse dichter John Milton. Hoewel Milton het bijna tien jaar eerder schreef, werd het pas in 1667 gepubliceerd.

Deze publicatie bestond uit tien boekdelen met in totaal meer dan tienduizend versregels. Een tweede editie volgde in 1674, met een herverdeling over twaalf boeken (in navolging van de wijze van verdelen bij Vergilius' Aeneis). Bij die gelegenheid werden enkele kleine herzieningen doorgevoerd. Het grootste deel van het gedicht schreef Milton toen hij al blind was, zodat hij het moest dicteren.

Thematiek

[bewerken]

Het gedicht heeft als onderwerp het christelijke verhaal van de zondeval van de mens: de verleiding van Adam en Eva door de gevallen engel Satan en hun verdrijving uit de Hof van Eden. Miltons doel, vermeld in Boek I, was "de wegen van God te rechtvaardigen tegenover de mensen" en "opheldering verschaffen over het conflict tussen de eeuwige vooruitziende blik van God en de vrije wil". Hoewel het epos in de eerste plaats gaat over de val van de mens, werkt het personage van Satan als een anti-held en als een drijvende kracht in de plot. De manier waarop Milton hem had uitgebeeld fascineerde de critici. Sommigen interpreteerden Paradise Lost als een gedicht dat vraagtekens zette bij de macht van de kerk in plaats van slechts een beschrijving te zijn van de val van Adam en Eva.

Klassieke conventies

[bewerken]

In het gedicht volgde Milton een aantal van de klassieke epische conventies zoals teruggevonden wordt in Homerus' Ilias en Odyssee, en Vergilius' Aeneis. Zo begint Paradise Lost net als vele klassieke heldendichten met een invocatie van de Muze:

Of Man's first disobedience, and the fruit
Of that forbidden tree whose mortal taste
Brought death into the World, and all our woe,
With loss of Eden, till one greater Man
Restore us, and regain the blissful seat,
Sing, Heavenly Muse, that, on the secret top
Of Oreb, or of Sinai, didst inspire
That shepherd who first taught the chosen seed
In the beginning how the heavens and earth
Rose out of Chaos: or, if Sion hill
Delight thee more, and Siloa's brook that flowed
Fast by the oracle of God, I thence
Invoke thy aid to my adventurous song,
That with no middle flight intends to soar
Above th' Aonian mount, while it pursues
Things unattempted yet in prose or rhyme.
And chiefly thou, O Spirit, that dost prefer
Before all temples th' upright heart and pure,
Instruct me, for thou know'st; thou from the first
Wast present, and, with mighty wings outspread,
Dove-like sat'st brooding on the vast Abyss,
And mad'st it pregnant: what in me is dark
Illumine, what is low raise and support;
That, to the height of this great argument,
I may assert Eternal Providence,
And justify the ways of God to men.
Vertaling

Ten Kate (1875)

"De eerste ongehoorzaamheid des Menschen, en de vrucht
Van dien verboden boom, wiens jammerlijk genucht
Den dood, al onze ellende, en d' ondergang van Eden
Op aarde bracht, tot straks, zeeghaftig opgetreden,
De Godmensch ons herstelde en 't Paradijs herwon:
Ziedaar uw zangstof. Muze, o Telg der Hemelzen!
Die op den Horeb tot dien herder nederdaalde,
Wiens hand, door u bestuurd, Gods volk den oorsprong maalde
Van Aarde en Hemel, uit den warrelklomp ontstaan!
Of trekt u, sterker nog, de Sionsheuvel aan.
De Siloam, wier beek op Gods orakelwoorden
Heur loop versnelde, o dan, uit die geheiligde oorden.
Beziel mijn stouten zang, die, in gewiekte vaart,
Den Pindus achterlaat en wond'ren openbaart,
In dicht of ondicht nooit door broze stervelingen
Verkondigd! Gij, vooral, doorgloei me en leer mij zingen,
O, Geest! die 't zuiver hart oneindig meer waardeert
Dan alle tempels en altaren! Wa t gij leert
Is waarheid! Gij bestondt voor 's waerelds morgenkrieken,
En spreidde, een duif gelijk, de ontzachelijke wieken
Al broedende over 't diep, door U bevrucht! Uw kracht
Doordring' mijn zwakheid, en uw dageraad mijn nacht.
Dat ik, ten toppunt van mijn grootsch ontwerp gestegen,
Gods Alvoorzienigheid bevestige, en Zijn wegen
Rechtvaardig' voor den mensch!"

Andere conventies van de klassieken die Milton (soms in enigszins aangepaste vorm) volgt, zijn:

  • Een nadruk op de 'verheven onderwerpen' van oorlog, liefde en heldendom.
  • Het beginnen van een actie in medias res. Zo vertelt Boek 1 over de nasleep van de oorlog in de hemel, die pas later beschreven zal worden.
  • Miltons epos begint in de helse onderwereld. In overeenstemming met de klassieke beschrijvingen van de onderwereld benadrukt Milton de duisternis en de helse branden die slechts pijn en geen licht geven.
  • Milton maakt ook veelvuldig gebruik van de Homerische (grootse, overdreven) vergelijking: Satans schild is "als de Maan" en zijn speer "als de mast van een vlaggenschip".

Overeenkomsten met Vondels Lucifer (1654)

[bewerken]

Sommige onderzoekers [1] wijzen op de mogelijkheid dat Milton zich voor zijn Paradise Lost wellicht liet inspireren door Joost van den Vondels Lucifer (1654). De twee werken vertonen namelijk overeenkomsten: de focus op Lucifer, de beschrijving van de strijd in de hemel tussen Lucifers troepen en Michael, en de anticlimax als Adam en Eva gedwongen worden het paradijs te verlaten.

Nederlandse vertalingen

[bewerken]
Recentste vertalingen

De recentste vertalingen zijn die van Jules Grandgagnage uit 2023 en die van Peter Verstegen uit 2003. Hun vertalingen respecteren net als die van hun voorganger Jacobus Van Zanten uit 1728 Miltons jambische pentameter (vijf heffingen per versregel) en wijken bovendien niet af van de totale lengte van het werk (10.000 versregels). Een andere hedendaagse, maar onvoltooid gebleven vertaling is die van Wim Jonker, die bij zijn dood in 2000 tienenhalf van de twaalf boeken had vertaald. Fragmenten ervan werden gepubliceerd in De Tweede Ronde (1993, 1997, 2000).[2]De nazaten van Jonker vroegen aan Verstegen om Jonkers werk te voltooien, maar die gaf uiteindelijk de voorkeur aan een eigen vertaling.[3]

Oudere vertalingen

Verder zijn er de onvoltooide vertaling van Alex Gutteling (Zang I-VI gepubliceerd in 1912), later voltooid door Albert Verwey (Zang VII-XII) en de volledige vertaling van Jan Jakob Lodewijk ten Kate uit 1875, waarin Miltons vijfvoetige blanke verzen, net als bij Lambert Paludanus (1730), zijn vervangen door rijmende alexandrijnen.[4][5]

Enkele oudere vertalingen zijn online te vinden, onder meer via de Digitale Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht:

Referenties

[bewerken]

Zie ook

[bewerken]

Noten

[bewerken]
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.