Gedichten uit de wereldliteratuur/C'est l'extase langoureuse
Uiterlijk
C'est l'extase langoureuse of Ariettes oubliées I is een gedicht van Paul Verlaine (1844-1896) uit zijn bundel Romances sans paroles uit 1874. De vertaling volgt het rijmschema aabccb van het oorspronkelijk gedicht.
- C'est l'extase langoureuse
- (Paul Verlaine)
- C'est l'extase langoureuse,
- C'est la fatigue amoureuse,
- C'est tous les frissons des bois
- Parmi l'étreinte des brises,
- C'est, vers les ramures grises,
- Le choeur des petites voix.
- O le frêle et frais murmure !
- Cela gazouille et susurre,
- Cela ressemble au cri doux
- Que l'herbe agitée expire...
- Tu dirais, sous l'eau qui vire,
- Le roulis sourd des cailloux.
- Cette âme qui se lamente
- En cette plainte dormante
- C'est la nôtre, n'est-ce pas ?
- La mienne, dis, et la tienne,
- Dont s'exhale l'humble antienne
- Par ce tiède soir, tout bas ?
- Het is de lome extase
- (Vertaling door Jules Grandgagnage)[1]
- Het is de lome extase,
- het is de vermoeidheid na vrijage,
- het is het geritsel van het hout,
- in de omhelzing van een zuchtje wind,
- waar het koor van kleine stemmen klinkt
- in de grijze takken van het woud.
- O het broze en frisse geprevel
- dat daar piept en fezelt,
- het lijkt de kreet van opgewonden gras,
- het zachte glijden van stenen
- die onder water bewegen
- door de stroom die hen verrast.
- Dit bedaarde geklaag
- van een ziel in zijn slaap,
- is het dan niet van ons?
- Zou het niet van mij en van jou zijn,
- deze zucht van een nederig refrein,
- die rustig wasemt over deze milde avond?