Naar inhoud springen

Gedichten uit de wereldliteratuur/Bij het beekje

Uit Wikibooks
Versie door J.Grandgagnage (overleg | bijdragen) op 25 aug 2016 om 17:32 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Gedichten uit de wereldliteratuur}} '''Bij het Beekje''' door P.A. de Génestet (''Gedichten'', 1869) Terwijl ik staar in 't spiegelglad Van 't zilvren nat,...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Gedichten uit de wereldliteratuur

Bij het Beekje door P.A. de Génestet (Gedichten, 1869)


Terwijl ik staar in 't spiegelglad

Van 't zilvren nat,

Schud ik mijn hoofd: wie ben ik?

Ja hooge Hemel: Hoe, wie, wat?

Wat wil, wat weet, wat ken ik?

Zie hoe hij lacht - die dwaas, die guit,

Die leelijkert in 't water:

Mijn help! mij-zelven lach ik uit

Met wonderlijk geschater.


O menschenhart, o menschenhart,

Verstrikt, verward,

Vol zonden, dwaasheên, wonden;

Ik gaf mijn zoetste en liefste smart,

Mocht ik mij-zelf doorgronden.

Een lach klinkt uit het golvenbed:

Dat wil zich-zelf begrijpen!

Zoudt ge ook uw beeltnis hier te-met,

In de ooren willen knijpen?

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.