Français/Les/Niveau een
Uiterlijk
Allons! - De basis van het Frans
[bewerken]01 | Leçon 01 : Grammaire de base | Grammatica: geslachten, lidwoorden, persoonlijk voornaamwoorden Woordenschat: mensen |
Les 01 : Basale grammatica | ||
02 | Leçon 02 : Être | Grammatica: vervoegingen, het werkwoord zijn Woordenschat: |
Les 02 : het werkwoord zijn | ||
03 | Leçon 03 : La description | Grammatica: vervoegingen, het werkwoord zijn, bijvoeglijk naamwoorden Woordenschat: kleuren, getallen |
Les 03 : Omschrijving | ||
04 | Leçon 04 : La famille | Grammatica: het werkwoord avoir, le, la en les Woordenschat: familie |
Les 04 : Familie | ||
05 | Leçon 05 : Récréation | Grammatica: werkwoorden die eindigen op -er, lui en leur Woordenschat: spellen, sporten, plaatsen en spelen |
Les 05 : Recreatie | ||
06 | Leçon 06 : La maison | Grammatica: het werkwoord faire, me, te, nous en vous Woordenschat: huishouden, meubels |
Les 06 : Het huis | ||
07 | Leçon 07 : Le temps | Grammatica: ontkenning, samentrekking, het werkwoord aller Woordenschat: weer |
Les 07 : Weer | ||
08 | Leçon 08 : Les voyages | Grammatica: werkwoorden die eindigen op -ir, bezittelijke voornaamwoorden Woordenschat: hotels, richtingen |
Les 08 : Reizen | ||
09 | Leçon 09 : L'art | Grammatica: Werkwoorden -re, beau, nouveau en vieux Woordenschat: musea, muziek, spellen |
Les 09 : Kunst | ||
10 | Leçon 10 : La science | Grammatica: het werkwoord Prendre Woordenschat: elementen, astronomie |
Les 10 : Wetenschap |