Elektrochemie voor MBO/Conductometrie Titratie, volumecorrectie
Uiterlijk
Constante bijdrage??
Op een vorige pagina is aangegeven dat "de hoeveelheid natrium-ionen niet verandert, dus de bijdrage aan de geleidbaarheid ook niet." Er zit echter wel een addertje onder het gras.
Verg. 1
G | : | De geleidbaarheid van de oplossing in Siemens (S). |
l | : | De lengte van de weerstand in meter, (m). |
S | : | Het oppervlak van de weerstand in vierkante meter (m2) |
κ | : | De soortelijke geleidbaarheid van de oplossing in Siemens/meter (S∙m-1) |
en voor
Hierin is:
Verg. 2
: | De specifieke geleidbaarheid van de oplossing. | |
: | De ion-specifieke geleidbaarheid van het ion. | |
: | De molaire concentratie van het ion. |
Specifieke geleidbaarheid
Heel gemeen staat er in vergelijking 2 dat je moet vermenigvuldigen met de concentratie van het ion. En concentratie is:
Het aantal mol natrium in de oplossing is constant. Er komt niets bij, er gaat niets af. Dat kan niet gezegd worden van het volume van de oplossing. Er wordt steeds titrant toegevoegd. Het volume wordt steeds groter. De concentratie wordt dus steeds kleiner. De volgende berekening corrigeert voor deze afname en zorgt ervoor dat de bijdrage voor natrium steeds hetzelfde getal oplevert.
Verg. 3
Concentratie
Volume
Volume
Volumecorrectie
In onderstaande afleiding wordt alleen over het natrium-ion gesproken. De uiteindelijk gevonden correctie geldt voor alle ionen. De ∑ in vergelijking 2 kun je nu weglaten, wel is aangegeven dat de geleidbaarheid alleen over de natrium-ionen gaat:
Verg. 4
Nu is een constante die alleen afhangt van het feit dat een natrium-ion nu eenmaal een natrium-ion is. Onafhankelijk van de verdunning zal dit een echte constante zijn. Zowel aan het begin van de titratie als "ergens onderweg" zal hier dezelfde waarde uitkomen. Met bijvoorbeeld om aan te geven dat het om waarden bij het begin van de titratie gaat en om waarden "ergens" onderweg kan vergelijking 4 nu herschreven worden naar:
Verg. 5
Als je vervolgens bedenkt dat de molaire geleidbaarheid van natrium alleen maar nodig was om de vergelijking voor het begin van de titratie te koppelen aan die van ergens halverwege, dan kunnen en ook weggelaten worden.
Verg. 6
Ook het aantal mol natrium dat in vergelijking 6 in de noemers van de breuken staat kan verder buiten beschouwing gelaten worden. Links en rechts met dat aantal vermenigvuldigen levert:
Verg.7
Vervolgens is het zo dat het volume van de oplossing tijdens de titratie geschreven kan worden als . is daarbij het volumein de erlenmeyer voor je begint met titreren. is het volume toegevoegd titratnt. Vergelijking 7 wordt dan:
Verg. 8
Vergelijking 8 kan tenslotte herschreven worden naar vergelijking 9:
Verg. 9
Gemak dient de mens
Vergelijking 9 maakt het mogelijk de gemeten specifieke geleidbaarheden om te rekenen alsof er tijdens de titratie geen verdunning bestaat. Maar tijdens een titratie gebruik je niet steeds een andere meetcel. De celconstante, de factor tussen de gemeten geleidbaarheid en de specifieke geleidbaarheid is, tijdens jouw metingen, steeds dezelfde. De gemeten geleidbaarheid en de specifieke geleidbaarheid schelen slechts een constante factor. Voor de verwerking van meetresultaten wordt daarom het uitdrukkelijke gebruik van de celconstante achterwege gelaten. De correctiefactor wordt direct op de gemeten geleidbaarheden toegepast en verwerkt.