Beroemde jazzmuzikanten/Roy Eldridge
Roy Eldridge (30 januari 1911 – 26 februari 1989) was een Amerikaans jazztrompettist die vooral in het swingtijdperk veel succes kende met zijn gedurfde, virtuoze speelstijl en grote kennis van muzikale harmonieën. Roy Eldridge was met name befaamd om zijn snelheid en zijn heldere hoge noten.
Van Eldridge wordt vaak gezegd dat zijn manier van spelen ligt tussen die van zijn idool Louis Armstrong en die van Dizzy Gillepsie. De in Pittsburgh geboren David Roy Eldridge ontwikkelde al vroeg een muzikaal gehoor doordat hij vanaf zijn zes jaar mee drumde wanneer zijn moeder piano speelde. Zijn moeder, een amateur-pianist, overleed reeds in 1922 toen Roy pas elf jaar oud was. Roys oudere broer Joe speelde saxofoon en nam de jonge drummer onder zijn hoede. In 1925 nam hij Roy als drummer mee naar een repetitiesessie die hij had georganiseerd, waarin pianist Duke Ellington, kornetist Rex Stewart en saxofonist Benny Carter meespeelden. Toen hij zag hoe Roy gefascineerd werd door Stewarts kornetspel, had hij niet veel moeite om zijn jongere broer voor de trompet te laten kiezen.
Rex Stewarts krachtige speelstijl op kornet, met halve-klep effecten, oefende een grote invloed uit op de jonge Roy. Een andere belangrijke invloed was saxofonist Coleman Hawkins. Eldridge placht Hawkins' solo's, zoals die van The Stampede uit 1926, te memoriseren en nauwkeurig na te spelen.
Op 16-jarige leeftijd werd Eldridge uit de high school in Pittsburgh gezet omdat hij met een blank meisje verkering had. Inmiddels had hij zich door zijn naspelen van saxofoonsolo's lokaal al een stevige reputatie opgebouwd, en toen hij het aanbod kreeg om mee met een band te gaan toeren aarzelde hij geen ogenblik. In 1928 keerde hij terug naar Pittsburgh, waar hij leiding gaf aan zijn eigen band "Roy Elliott and his Palais Royal Orchestra". Eldridge was mateloos ambitieus en oefende tussen optredens de klok rond. Na enkele weken verliet hij zijn geboortestad opnieuw. Tijdens die tour trad hij onder meer op in Ohio, Michigan en Wisconsin en speelde gedurende acht maanden samen met bandleider- pianist Horace Henderson en de Dixie Stompers.
Het keerpunt in Eldridges muzikale carrière kwam in 1932 toen hij in het Lafayette Theater voor het eerst Louis Armstrong live op het podium hoorde spelen. Hij besefte toen dat hij zelf nog een lange weg had af te leggen en keerde terug naar Pittsburgh om aan zijn speelstijl en techniek te werken.
Zijn eerste grote solo-album, "Roy Eldridge, Little Jazz Trumpet Giant", nam hij op in 1935. Hiermee vestigde hij zijn reputatie als uitzonderlijk swingmuzikant.
In 1936 richtte hij met zijn broer Joe Eldridge (saxofonist en componist) een achtkoppige band op. In 1936 nam Eldridge ook platen op met klarinettist-bandleider Benny Goodman, zangeres Billie Holliday en pianist Teddy Wilson.
In 1950 werd Eldridge door Benny Goodman overgehaald om mee op tourne te gaan in Europa. Eldridge bleef voor een jaar in Parijs, waar hij een reeks mainstream jazzalbums opnam die veel succes hadden in Europa en in de VS. Hij keerde terug naar New York in 1951, en zou de komende twee decennia plaatopnames maken met zijn vroege inspirator, saxofonist Coleman Hawkins, zijn jeugdvriend Benny Carter, pianisten Count Basie en Oscar Peterson, saxgrootheden Stan Getz, Johnny Hodges en Sonny Stitt, en zangeres Ella Fitzgerald.
Hij speelde als freelancemuzikant en als leider in bands in de jaren 1970 en werd op het einde van zijn carrière de hoofdact in de Jimmy Ryan's club in New York tot hij in 1980 een beroerte kreeg. Eldridge stierf op 26 februari 1989, drie weken na het overlijden van zijn vrouw.
In 1982 benoemde de National Endowment for the Arts (NEA) Roy Eldridge tot "Jazz Master", in de Verenigde Staten de hoogste eer voor een jazzmuzikant.
Persoonlijkheid en speelstijl
[bewerken]Volgens muzikanten met wie hij samenspeelde was Roy Eldridge een man van weinig woorden. Eens hij zijn trompet bespeelde 'praatte' hij echter op een indrukwekkend welsprekende manier en viel nooit zonder nieuwe muzikale ideeën. Dit, samen met de technische beheersing van zijn instrument, maakte hem een van de allergrootste trompetspelers. Eldridge pakte vaak uit met zijn vaardigheid om hoge noten te spelen, maar daarnaast beschikte hij ook over een scherpe ritmische intuïtie en een vermogen om intens spannende muziek te spelen in het midden en lagere register van de saxofoon. Zijn solo op 'Blue Lou' - opgenomen met de Fletcher Henderson band in maart 1936 - is hier een goed voorbeeld van. Aanvankelijk inspireerde hij zich vooral op het virtuoze spel van Jabbo Smith, maar zijn grootste muzikale invloed werd Louis Armstrong. Er gaat een verhaal dat Eldridge op een keer Rockin' Chair beluisterde (zijn eigen plaat) en eerst dacht dat het Armstrong was. Met Dizzy Gillespie nam hij verschillende albums op, waarvan het eerste Roy And Diz uit 1954 was. Eldridge bewonderde ook het spel van muzikanten die een ander instrument bespeelden, zoals de tenorsaxofonist Coleman Hawkins (met wie hij Coleman Hawkins and Roy Eldridge at the Opera House opnam) en de altsaxofonist Benny Carter. Zelf beïnvloedde hij vooral in de jaren 30 heel wat jonge muzikanten die onder de indruk waren van zijn doordringende, heldere toon en zijn emotionaliteit.
Discopgrafie (selectie)
[bewerken]The Chronological Roy Eldridge 1935-1940, Classics 1996
After You've Gone, GRP/Decca, 1936-46
Roy Eldridge Little Jazz Trumpet Giant, Proper 2004
Roy Eldridge in Paris, RCA 1950
Little Jazz: The Best of the Verve Years, Verve, 1951-60
Roy and Diz, Verve, 1954
Just You Just Me, Stash, 1959
Montreux '77, Original Jazz Classics, 1977