Naar inhoud springen

Onderwijs in relatie tot P2P/Schaarste: verschil tussen versies

Uit Wikibooks
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 59: Regel 59:


Percival, V., & Homer-Dixon, T. (1996). Environental scarcity and violent conflict: The case of Rwanda. The Journal of Environment & Development, 5(3), 270-292. doi: 10.1177/107049659600500302
Percival, V., & Homer-Dixon, T. (1996). Environental scarcity and violent conflict: The case of Rwanda. The Journal of Environment & Development, 5(3), 270-292. doi: 10.1177/107049659600500302

Van Kranenburg, M. (2012). ''De psychologie van het overtuigen: schaarste''. Retrieved from http://www.marketingfacts.nl/berichten/de-psychologie-van-het-overtuigen-schaarste

Versie van 30 nov 2014 14:17

← Samenwerkingseconomie Onderwijs in relatie tot P2P Small group dynamics →

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten van schaarste. Ten eerste is er de absolute schaarste. Dit begrip wordt vooral in de dagelijkse omgang gebruikt. Het betekent dat er een tekort aan een bepaald goed is. Ten tweede is er de relatieve schaarste. Deze term wordt vooral binnen de economie gebruikt. In de economische zin betekent schaarste dat er tijd of andere productiemiddelen gebruikt worden bij de productie van een bepaald goed. Het tegenovergestelde van een schaars goed, in economische zin, is een vrij goed. Men hoeft geen tijd of productiemiddelen op te offeren om een vrij goed te produceren.



Schaarste en P2P

Schaarste is eigenlijk een begrip dat vooral in de context van het kapitalisme een rol speelt. Zonder schaarste kan er geen sprake zijn van een marktsysteem. Als goederen er in overvloed zouden zijn, zou de markt in elkaar storten. Aangezien de markt centraal staat in het kapitalisme, vervult de schaarste een cruciale rol binnen het kapitalisme. Men zal zelfs schaarste creëren. Dit door koopwaar te produceren met het oog op ruilwaarde. Men produceert niet zodat iedereen het product kan gebruiken, maar om het te verkopen of om er winst op te maken. Door de schaarste van het product te benadrukken, zullen kopers over de streep getrokken worden. Men doet alsof er van een bepaald goed slechts een klein aantal te verkrijgen zijn, waardoor de klanten sneller geneigd zijn om het product te kopen.

Bij P2P produceert men met het oog op gebruikswaarde. Men gaat produceren omdat het nuttig is, omdat het een bijdrage kan leveren aan commons. Globale commons zijn de ideale producten die binnen P2P naar voor geschoven worden. Dit zijn goederen die tegelijkertijd van iedereen en van niemand zijn. Iedereen kan er gebruik van maken, maar niemand kan het opeisen. Aangezien iedereen er gebruik van kan maken en niemand er winst op kan maken, kunnen we in deze context van P2P niet spreken van een schaarste in absolute zin. Natuurlijk kan het wel zo zijn dat er voor het produceren van bepaalde goederen tijd of andere productiemiddelen dienen gebruikt te worden, waardoor er binnen P2P wel sprake kan zijn van schaarse goederen in relatieve zin.

Voorbeeld

Twee eenvoudige voorbeelden van schaarste in absolute zin zijn zuiver drinkwater in Afrika en voedsel in gebieden waar hongersnood heerst.

Voorbeelden van schaarse goederen in relatieve zin zijn drinkwater, kleding, brood, …

‘Op=Op! Het principe van schaarste op je site’ is een illustratie om te tonen hoe schaarste in het kapitalisme tot uiting komt. Heel veel online verkooppunten gebruiken dit principe. Ze zetten bij bepaalde goederen bijvoorbeeld de slogans ‘laatste kans’ of ‘nog maar 2 beschikbaar’ om de schaarste van het goed te benadrukken. Mensen krijgen dan het gevoel dat ze het moeten kopen, omdat ze anders te laat zijn. Heel wat winkels gebruiken dit principe om hun klanten te overtuigen. Het komt er dus eigenlijk op neer dat ze een fictieve vorm van absolute schaarste creëren (Van Kranenburg, 2012).

Theoretische duiding

Schaarste is elke natuurlijke of menselijke ontoereikendheid van bronnen die objectief of subjectief nodig zijn om eender welk doel die de mens heeft te bereiken (Kincaid, 1983). Schaarste is met andere woorden het verschil tussen wat we kunnen hebben en we nodig hebben of willen.

Volgens Percival en Homer-Dixon (1996) kan absolute schaarste op drie manieren ontstaan. De eerste wijze is de vraag-gedreven schaarste. Deze ontstaat als het gevolg van de populatiegroei in een omgeving. De tweede, aanbod-gedreven schaarste, komt tot stand door de vermindering van bronnen. De laatste, structurele schaarste, komt voor wanneer er een ongelijke sociale verdeling is van de bronnen.

Matthaei (1984) hanteert in haar studie drie benaderingswijzen tot schaarste. De eerste is de neoklassieke stroming. De grondleggers van het neoclassicisme zien schaarste als de eerste oorzaak van economie. De mens heeft oneindige noden, terwijl de natuur een eindig aantal bronnen heeft om aan deze noden tegemoet te komen. De mens wordt dus geconfronteerd met schaarste. Het economische leven is hier het gevolg van. Als het gevolg van schaarste probeert elk individu zoveel mogelijk bronnen op te eisen en zo wordt privégoed gecreëerd. Neoklassieke economisten zien de economische markt als de oplossing voor het schaarste probleem. Schaarse producten worden extra duur gemaakt, waardoor bedrijven verplicht worden om andere goederen te produceren. Daarnaast zullen enkel diegenen die het zich kunnen veroorloven deze schaarse goederen kunnen kopen (Matthaei, 1984). Het belang van het concept schaarste is in de neoklassieke economie goed voor twee redenen. Aan de ene kant is economie vaak gedefinieerd in termen van schaarste en er wordt vaak van schaarste gezegd dat het de economie zijn raison d’etre geeft. Aan de andere kant is de vraag van schaarste ook belangrijk voor neoklassieke economisten om kapitalistische socio-economische systeem te legitimeren (Panayotakis, 2012).

De tweede benaderingswijze is de neomalthusiaanse stroming. Zowel de neoclassicisten als de neomalthusiaanse economisten zien schaarste als onvermijdelijk, als het gevolg van noden over middelen. De neomalthusiaanse economisten zien noden als vrij en bewust gekozen. Ze hopen mensen te overtuigen om hun noden te beheersen. De aanhangers van de neomalthusiaanse stroming toonden de zwakke punten van het neoclassicisme en van ons hedendaags economisch systeem. Toch delen zij hun basisconceptie (en eigenlijk ook misvatting) met de neoklassieke stroming (Matthaei, 1984).

De derde stroming beweert dat zowel de neoklassieke als de neomalthusiaanse stroming blind is voor het feit dat schaarste een sociaal product is en dus afgeschaft kan worden via sociale en vooral economische verandering. Noden veranderen over culturen en over de tijd heen, omdat ze eerder sociaal dan natuurlijk zijn. Het proces van verbruik is gebouwd binnen een maatschappij, bepaald door gedeelde opvattingen over wat het inhoudt om lid te zijn van de maatschappij. De noden die verbruik leiden zijn binnen die maatschappij geleerd. Niet alleen zijn onze noden sociale producten, ze zijn ook nauw verbonden met de structuur van de economie (Matthaei, 1984).


Ter verduidelijking van de omschrijving van het begrip: Een filmpje waarin de basisprincipes van de economie op een heel eenvoudige manier uitgelegd worden. Ook schaarste komt uitgebreid aan bod. http://www.osacademie.nl/lessen/economie/schaarste-ruil/de-basis-van-economie-schaarste/

Ter verbreding van de illustratie ‘Op=Op! Het principe van schaarste op je site’. Hier wordt kort weergegeven waarom het principe van schaarste werkt en hoe het toegepast wordt of kan worden. http://www.usability.nl/2014/schaarste-de-sleutel-tot-e-commerce-succes/


Referenties

Kinaid, J. (1983). Of time, body, and scarcity. Policy optionsd theoretic considerations. International Political Science Review, 4(3), 401-416. doi: 10.1177/019251218300400311

Matthaei, J. (1984). Rethinking scarcity: Neoclassicism, neomalthusianism, and neomansm. Review of Radical Political Economics, 16(2), 81-94. doi: 10.1177/048661348401600204

Panayotakis, C. (2012). Theorizing scarcity: Neoclassical economics and its critics. Review of Radical Political Economics, 45(2), 183-200. doi:10.1177/0486613412458649

Percival, V., & Homer-Dixon, T. (1996). Environental scarcity and violent conflict: The case of Rwanda. The Journal of Environment & Development, 5(3), 270-292. doi: 10.1177/107049659600500302

Van Kranenburg, M. (2012). De psychologie van het overtuigen: schaarste. Retrieved from http://www.marketingfacts.nl/berichten/de-psychologie-van-het-overtuigen-schaarste

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.