Naar inhoud springen

Duits/Grammatica/Geslacht van het zelfstandig naamwoord

Uit Wikibooks

Duits

Inleiding
  1. Inhoud
Lessen
  1. Alfabet, geslacht en getallen
  2. Ontmoeting, handige woorden
  3. De klok, de week, het weer, groeten
  4. Het weer verder
  5. Dagen
  6. Maanden
  7. Sagen, sein, können, haben: tegenwoordige tijd
Grammatica Naamvallen
  1. Der Nominativ
  2. Der Genitiv
  3. Der Dativ
  4. Der Akkusativ
  5. Samenvattende tabel lidwoorden
Grammatica Naamwoorden
  1. Zelfstandig naamwoord en co
  2. Geslacht van het zelfstandig naamwoord
  3. Meervoud van het zelfstandig naamwoord
  4. Lidwoord
  5. Bezittelijk voornaamwoord
  6. Aanwijzend voornaamwoord
  7. Bijvoeglijk naamwoord
  8. Persoonlijk voornaamwoord
Grammatica Werkwoorden
  1. Werkwoorden
  2. HabenSeinWerden
  3. Klankwissel in de stam in de tegenwoordige tijd
  4. Regelmatig (zwak) in de tegenwoordige tijd
  5. Voltooid deelwoord
  6. Modale werkwoorden
  7. Scheidbare werkwoorden
  8. Lijdende vorm
  9. Konjunktiv
Toetsen
  1. Toetsenbank Duits
Overig
  1. Zinsbouw
  2. Platform voor leraren
Auteurs
  1. Ischa1
  2. Bdcooman
  3. en vele anderen

In het Duits hebben alle zelfstandige naamwoorden een geslacht: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Er zijn geen regels waarmee je in alle gevallen kunt bepalen wat het geslacht van een woord is, maar er zijn wel een aantal wetmatigheden die vaak gelden.

Mannelijk

[bewerken]
  • Alle woorden die eindigen op -ismus (der Journalismus)
  • Alle woorden die eindigen op -ner (der Rentner)
  • Veel woorden die eindigen op -er en verwijzen naar personen. Uitzonderingen zijn onder meer: die Jungfer, die Mutter, die Schwester, die Tochter
  • Veel woorden die eindigen op -ich, -ling of -ist: Rettich, Sittich, Schädling, Frühling, Pazifist
  • Alle namen van dagen, maanden en jaargetijden (der Montag, der Dienstag, der August, der Mai, der Sommer, der Winter)
  • Namen van grondsoorten en gesteenten (der Sand, der Beton)
  • Namen van veel vruchten en planten (der Salat, der Flachs)
  • De meeste munteenheden (der Dollar)
  • Mannelijke personen, dieren (der Lehrer, der Löwe)
  • Veel zelfstandig gebruikte werkwoordstammen: der Lauf (laufen), der Fisch (fischen)

Vrouwelijk

[bewerken]
  • Alle woorden die eindigen op -heit, -keit, -ik, -tät, -ung, -ion, -schaft. Bijvoorbeeld: die Freiheit, Schnelligkeit, Universität, Zeitung, Freundschaft.
  • Alle woorden die eindigen op -ie: Drogerie, Geographie (vaak betreft het hier Romaanse leenwoorden)
  • Alle vrouwelijke nevenvormen met het achtervoegsel -in: die Freundin, die Rentnerin. (N.B. een woord als der Harlekin is van een andere orde.)
  • Veel woorden die eindigen op -ik: die Grammatik, Grafik, Klinik, Musik, Panik, Physik. Tot de uitzonderingen behoren onder meer.: der Atlantik, der Pazifik, der Katholik
  • Bijna alle (Romaanse) leenwoorden die eindigen op -ade, -age, -anz, -enz,-ette, -ine, -ion of -tur. Bijvoorbeeld: Parade, Blamage, Bilanz, Distanz, Frequenz, Serviette, Limonade, Nation, Konjunktur. Uitzondering: der Nomade,das Abitur
  • De meeste woorden op -e: Ecke, Ente, Grenze, Pistole, Seuche. Uitzondering: der Deutsche, das Ensemble, der Friede, der Junge, der Käse, der Kunde.
  • De meeste woorden op -ei: Partei, Schweinerei. (N.B, een woord als das Ei valt buiten deze categorie).
  • De meeste (leen-)woorden die eindigen op -isse, -itis, -ive. Bijvoorbeeld: Hornisse, Initiative
  • Alle getallen: die Fünf, die Eins, etc.
  • De meeste namen van Duitse rivieren: Oder, Donau, Elbe, Weser, Ems en haar bijrivieren (maar der Rhein, der Main en der Inn)

Onzijdig

[bewerken]
  • Woorden op -chen en -lein: das Mädchen, das Märchen, das Fräulein, das Büchlein.
  • Woorden op -in of -ak, ook als ze op zich een vrouwelijk persoon aanduiden: das Mädchen, das Fräulein. Meestal zijn dit oorspronkelijk verkleinwoorden (vgl. het Nederlandse meisje, ook onzijdig).
  • Woorden op -ium, -um, -tum (das Opium, das Datum, das Eigentum)
  • Afleidingen van het type Ge...e: das Gebirge, das Gebäude, das Gelände (vgl. het Nederlandse gebergte, geboomte, gesteente, etc.)
  • Letters: Das A, das B
  • Landen en steden met adjectief: Das schöne München
  • Veel woorden die in het Nederlands het lidwoord "het" krijgen: das Buch, das Kind, das Haus, das Theater, das Heft, das Gesicht (maar let op: het is bijvoorbeeld ook das Krokodil in het Duits, en anderzijds bijvoorbeeld die Antwort).
  • Zelfstandig gebruikte infinitieven: das Essen
[bewerken]
  • Voor een uitgebreider overzicht van het geslacht van zelfstandige naamwoorden in het Duits, zie deze site van het Atlas College Rijswijk
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.