Wikijunior:Wereldbeelden/Cartesiaans wereldbeeld

Wie was René Descartes? René Descartes was een beroemde Franse filosoof en wiskundige. Hij werd geboren op 31 maart 1596 in een klein dorpje in Frankrijk, genaamd La Haye. Toen hij nog heel jong was, overleed zijn moeder. Hij groeide hierna op bij zijn oma en vader. Zijn vader was vaak weg, omdat die voor de koning werkte. Als kind ging Descartes naar een speciale school voor slimme jongens. Daar leerde hij veel over wiskunde, natuurkunde en filosofie. Descartes hield vooral van wiskunde omdat het logisch en duidelijk was. Na zijn schooltijd ging hij op reis door Europa en leerde nog meer over verschillende onderwerpen. Uiteindelijk werd hij heel beroemd om zijn ideeën en ontdekkingen in de wiskunde en filosofie.

Twijfelen aan alles Descartes vond dat we niet zomaar alles moeten geloven wat we horen of zien. Hij zei dat we aan alles moeten twijfelen totdat we zeker weten dat het waar is. Dit betekent dat je altijd goed moet nadenken en zelf dingen moet onderzoeken. Bijvoorbeeld, stel dat iemand je iets vertelt, dan moet je eerst zelf nadenken en bewijzen zoeken voordat je het gelooft. Descartes wilde dingen vinden die absoluut zeker waren. Door aan alles te twijfelen, hoopte hij iets te vinden dat niet te betwijfelen was. Een van de beroemdste dingen die Descartes zei, is: "Ik denk, dus ik besta." Hij bedoelde hiermee dat als je aan het denken bent, je in ieder geval zeker weet dat je bestaat. Het feit dat je kunt nadenken, bewijst dus dat je er bent. Dit idee hielp hem goed te begrijpen hoe hij over andere dingen moest nadenken. Vanaf het moment dat hij besefte dat zijn eigen bestaan zeker was, kon hij verder gaan met het opbouwen van kennis.

Lichaam en geest Descartes geloofde dat je lichaam en je geest twee verschillende dingen zijn. Je lichaam is fysiek, zoals een machine. Je geest is iets anders; het is waar je gedachten en gevoelens vandaan komen. Hij vond dat je geest en lichaam apart van elkaar werken. Toch dacht hij dat lichaam en geest wel samenwerkten. Als je bijvoorbeeld pijn hebt, voelt je lichaam de pijn en je geest begrijpt het en reageert erop. Descartes geloofde ook in God. Hij dacht dat God de wereld had gemaakt en dat alles in de wereld logisch in elkaar zit. Omdat God goed is, dacht Descartes dat we de wereld konden begrijpen door goed na te denken en te onderzoeken. Voor Descartes waren wetenschap en wiskunde heel belangrijk om de wereld te begrijpen. Hij vond dat je door te meten, rekenen en experimenteren veel kunt leren. Bijvoorbeeld: als je wilt weten hoe hoog een boom is, kun je dit meten en berekenen. Hij dacht dat we door logisch nadenken en rekenen de waarheid konden vinden over hoe de wereld werkt.