Wikijunior:Italiaans
Italiaans
[bewerken]Heb je altijd al wat Italiaans willen spreken? Hier kun je het leren. De Italiaanse taal lijkt op de Franse taal. Italië is het land van de pizza en pasta, en ook het lekkere ijs. Italië is een geliefd vakantieland. Misschien ben je er wel eens geweest. Italiaans is een leuke, makkelijke taal. Misschien kun je straks zelfs wel je eigen pizza bestellen!
Les 1
[bewerken]Hier is straks een verhaaltje te lezen over 2 Italiaanse kinderen, die een pizza gaan eten. Daarna is er een kleine woordenlijst om woordjes en zinnetjes te leren.
Tekst
[bewerken]Carlo: Salve, Maria! Come stai?
Maria: Va bene. Vado a mangiare una pizza! Anche tu vuoi mangiare una pizza?
Carlo: Sì, naturalmente, Maria!
Alla pizzeria:
Commesso: Che volete?
Maria: Due pizze Margherite, per favore.
Commesso: Fa dieci euro.
Maria: Prego.
Commesso: Grazie.
Woordenlijst
[bewerken]Salve - Dag, hallo
Come stai? - Hoe gaat het met jou?
Va bene. - Het gaat goed.
Vado a mangiare - Ik ga eten
una pizza - een pizza
Anche tu vuoi mangiare una pizza? - Wil jij ook een pizza eten?
sì - ja
no - nee
naturalmente - natuurlijk
(il) commesso - (de) verkoper
uno - één
due - twee
tre - drie
quattro - vier
cinque - vijf
sei - zes
sette - zeven
otto - acht
nove - negen
dieci - tien
(le) pizze - (de) pizza's
(il) gelato - (het) ijs
(il) gelatino - (het) ijsje
Per favore - Alstublieft
Fa ... euro. - Het kost ... euro.
Prego - Alstublieft
Grazie - Dank u wel