Naar inhoud springen

Wikijunior:Aardrijkskunde/Wind

Uit Wikibooks
Aardrijkskunde
Thema's:

Bronnen:

Inleiding

[bewerken]
Een orkaan is enorm vernietigend.

Wind is bewegende lucht. De beweging is het gevolg van een luchtdrukverschil op aarde. (lees daarover in het hoofdstuk lucht) De windrichting en de windkracht veranderen de hele tijd. Soms waait de wind zo hard, dat er dingen worden verwoest. Bomen worden uit de grond gerukt en de daken vliegen van de huizen. Als het zo hard waait, noem je dat een orkaan. Gelukkig hebben wij die in Nederland en België nooit. Maar soms is er wel eens een hele harde storm dat bomen omwaaien.

Schaal van Beaufort

[bewerken]

De windkracht wordt met een nummer weergegeven. Dat noem je een Beaufortnummer. Het nummer geeft aan hoe sterk de wind is. Bij elk nummer hoort ook een naam. Bijvoorbeeld 9 Beaufort is een storm.

kracht benaming KNMI benaming zeevaart gemiddelde snelheid over 10 minuten (km/h) uitwerking boven land en bij mens uitwerking boven zee
0 stil windstil 0-1 rook stijgt recht of bijna recht omhoog spiegelglad
1 zwak flauw en stil 1-5 windrichting goed af te leiden uit rookpluimen kleine golfjes, geschubd oppervlak
2 zwak flauwe koelte 6-11 wind voelbaar in gezicht, weerhanen tonen nu juiste richting, blad ritselt kleine, korte golven
3 matig lichte koelte 12-19 opwaaiend stof, vlaggen wapperen, spinnen lopen niet meer kleine golven, breken, schuimkopjes
4 matig matige koelte 20-28 papier waait op, haar raakt verward, geen last van muggen meer golven iets langer, veel schuimkoppen
5 vrij krachtig frisse bries 29-38 bladeren van bomen ruisen, gekuifde golven op meren en kanalen, vuilcontainers waaien om matige golven, overal schuimkoppen, af en toe opwaaiend schuim
6 krachtig stijve bries 39-49 problemen met paraplu's en hoeden waaien af grotere golven, schuimplekken, vrij veel opwaaiend schuim
7 hard harde wind 50-61 het is lastig tegen de wind in te lopen of te fietsen golven worden hoger, beginnende schuimstrepen
8 stormachtig 62-74 twijgen breken van bomen, voortbewegen zeer moeilijk matig hoge golven, schuimstrepen
9 storm 75-88 schoorsteenkappen en dakpannen waaien weg, kinderen waaien om, takken breken af, alleen zwaluwen en eenden vliegen nog hoge golven, rollers, zicht wordt slechter door schuimvlagen
10 zware storm 89-102 grote schade aan gebouwen, volwassenen waaien om, bomen raken ontworteld, vogels blijven aan de grond zeer hoge golven, zee wordt wit van het schuim, overslaande rollers, verminderd zicht
11 zeer zware storm 103-117 grote schade aan bossen extreem hoge golven, zee geheel bedekt met schuim, sterk verminderd zicht
12 orkaan >117 verwoestingen lucht is vol met verwaaid water en schuim, zee volkomen wit, vrijwel geen zicht meer

Windmolens

[bewerken]

Oude molens

[bewerken]
"De Zwaan" in Ouddorp.

Molens werken op wind. In Nederland staan heel veel oude molens, en in Vlaanderen ook wel een aantal. Er zijn bijvoorbeeld molens waarmee water wordt weggepompt. Verder zijn er nog molens die gebruikt werden om graan te malen of hout te zagen.

Een windmolen werkt zo:
Allereerst vangen wieken de wind op. De wieken zitten vast aan het bovenste draaipunt van de molen. Dat wordt een as genoemd. Om deze as is het bovenwiel aangebracht. Die draait met de as mee en overbrengt de beweging van de koningspil. Dat is een lange, verticale balk die bij een kolenmolen de maalstenen aandrijft en bij een poldermolen het scheprad of de vijzel. Zo wordt het water opgepompt.

Er zijn ook watermolens, vooral in België, maar daar hebben we het nu niet over. Watermolens worden behandeld in het hoofdstuk over energie.

Moderne windmolens

[bewerken]

Er zijn ook witte, hoge molens. Er komen er steeds meer van. Zo’n molen noem je een windturbine. Die worden gebruikt om elektriciteit op te wekken. De wind laat de wieken draaien. Doordat de wieken draaien, gaat er ook een as draaien. Die staat dan weer in verbinding met een dynamo, net zoals op je fiets, die elektriciteit maakt. Voor meer informatie over dynamo's, die met een moeilijk woord generatoren worden genoemd, lees het hoofdstuk over elektriciteit.


Jouw eigen molen

[bewerken]

Zelf kun je ook een molen maken.

Proef: Jouw eigen molen
Benodigdheden: papiertje van 10 bij 10 cm, schaar, naald, strootje

Vouw een papier van 10 bij 10 centimeter tweemaal in tweeën, knip de vouwen tot op vijf centimeter van het midden. (NIET TOT HET EINDE!) Pak een hoek, hou hem naar het midden, bewegend in een met de klok meegaande richting. Hou het bij je vinger en doe het vier keer. Steek een naald door het midden van het molentje. Vervolgens steek je hem op een strootje. Klaar!

Wat heb ik geleerd:


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.